‘Eerder had ik het lef niet om voor mezelf te beginnen’

Nanda Pouw (61) werd na 33 jaar catering in loondienst ontslagen. Nu voorziet ze, als zelfstandige, studenten van de Universiteit van Amsterdam dagelijks van een bammetje mét een bite.


Foto Bob van der Vlist

in

‘Na 33 jaar in loondienst in de catering te hebben gewerkt, werd ik bij een reorganisatie ontslagen. Ik was wel klaar met geld verdienen voor een ander. Ik heb gebrainstormd en met een headhunter gesproken. Zo kwam ik bij de Universiteit van Amsterdam terecht, waar ik een lunchcounter run.

„Nu voorzie ik studenten van bakkies schuim (cappuccino) en melkmuiltjes (latte). En ik maak echt lekkere bammetjes, met een bite, niet met een lullig blaadje sla. Ik heb geen baas meer die bepaalt dat er maximaal twee plakjes komkommer of een onsje vlees op een broodje mogen. Die vrijheid is heerlijk.

„Het ondernemerschap zit mij in het bloed, maar eerder had ik het lef niet om voor mijzelf te beginnen. Durf het maar eens: een vast contract is safe. Door die reorganisatie is de keus voor mij gemaakt. En daar ben ik zó blij mee, dit werk is echt een lot uit de loterij.

„Het was wel even spannend; ik heb niet een makkelijk moment gekozen om te beginnen. Ik ben inmiddels drie jaar bezig en we zijn vier lockdowns verder. Het is simpel: als er minder studenten door de gangen lopen, heb ik minder inkomen.

„Natuurlijk zijn er toen wel even twijfels geweest, maar het zit niet in mij om bij de pakken neer te zitten. Gelukkig heb ik ook een buffer waar ik op terug kan vallen. Ik heb de tijd gebruikt om allerlei recepten te bedenken, zodat ik kon knallen zodra alles weer begon. En nu is het een gekkenhuis, echt drukker dan ooit.”

uit

‘Ik ben georganiseerd en heb graag de controle. Zo weet ik altijd wel wat er op mijn rekening staat en probeer ik bijvoorbeeld van een vast bedrag boodschappen te doen, al wijk ik daar voor iets lekkers als asperges ook graag van af.

„Dat zie je ook terug in mijn afspraken, die plan ik ver vooruit. Ik ga een keer per maand naar de schoonheidsspecialist, elke zes weken naar de kapper en elke drie maanden naar de pedicure, omdat ik zoveel sta. Je moet wel een beetje goed voor jezelf zorgen.

„Gekke uitspattingen heb ik ook. Vroeger kon ik goed geld uitgeven aan kleding, nu vooral aan reizen en muziek. Ik denk dat ik wel duizend cd’s heb. Muziek is zo goed voor je gestel. Bij regen of een pechdag moet je heel hard muziek opzetten en met een grote glimlach even tien minuten dansen. Als de muziek aangaat, kan ik niet stil blijven staan. Ook als ik aan het werk ben, oortjes in of de radio aan en dan dansen achter de counter.

„Ik heb het heel goed. Ik hoef niet superrijk te zijn, ik vind het vooral belangrijk dat ik plezier heb in mijn werk en dat ik er lekker van kan leven. Dat doe ik ook: ik krijg iedere dag weer energie van mijn werk, kan een wijntje bij de boodschappen kopen en sta elke zaterdag ergens op de dansvloer.”