N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Ook nu de energieprijzen weer zijn bijgetrokken, blijft de daling van de emissie van broeikasgassen doorzetten. In het tweede kwartaal van dit jaar was de uitstoot in Nederland 5 procent lager dan het jaar ervoor. Dat melden het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) woensdag op basis van voorlopige kwartaalcijfers. De daling is vooral te danken aan de elektriciteitssector: die drong de uitstoot met 23 procent terug ten opzichte van vorig jaar.
Nadat Nederland vorig jaar de snelste afname van uitgestoten broeikasgassen ooit wist te noteren, was het nog maar de vraag of de sinds 1996 ingezette trend ook dit jaar zou doorzetten. In 2022 stootten Nederlandse huishoudens, bedrijven en voertuigen net als in coronajaar 2020 ruim 9 procent minder uit dan het jaar ervoor.
De oorlog in Oekraïne was vorig jaar de drijvende kracht achter de torenhoge energieprijzen, die burgers en bedrijven motiveerden (en ook dwongen) om snel van het gas af te stappen. Inmiddels zijn de energieprijzen weer gezakt naar een prijsniveau van voor de oorlog — maar gaat de transitie van vervuilende energiebronnen als gas naar hernieuwbare elektriciteit onverminderd door. Cynischerwijs dragen de historisch hoge temperaturen ook hun steentje bij aan emissiereductie. Afgelopen juni was de warmste juni ooit gemeten; ook in het tweede kwartaal waren radiatoren weinig meer dan decoratie.
Alleen mobiliteitssector stootte meer uit
Het CBS verdeelt Nederland in navolging van het Klimaatakkoord van Parijs in vijf sectoren. Vrijwel allemaal stootten ze afgelopen kwartaal minder broeikasgassen zoals CO2 uit dan in april, mei en juni 2022. Dat geldt voor de sectoren industrie, landbouw, gebouwde omgeving en elektriciteit. Vooral die laatste sector transformeerde snel: de elektriciteitssector stootte in het tweede kwartaal bijna een kwart minder broeikasgassen uit dan vorig jaar. De enige sector waarvan de emissie steeg, is de relatief vervuilende mobiliteitssector. Dat komt volgens het CBS doordat het benzineverbruik met 12 procent steeg.
Dat de elektriciteitssector de uitstoot met maar liefst 23 procent wist terug te dringen, is voor een belangrijk deel te danken aan de ‘groene’ transitie. De energiesector — voor bijna 15 procent verantwoordelijk voor de totale uitstoot van broeikasgassen in Nederland — produceerde 42 procent minder energie uit kolen en 2 procent minder uit aardgas. In plaats daarvan leunde hij juist sterker op hernieuwbare bronnen als wind en zon. De CO2-uitstoot van de grootste vervuiler, de industrie, daalde eveneens licht.
In vergelijking met de jaren die achter ons liggen gaat het dus de goede kant op, al ligt het huidige tempo nog niet hoog genoeg om de klimaatdoelen te behalen. Daarin is vastgelegd dat Nederland in 2030 55 procent minder broeikasgassen moet uitstoten dan in 1990. Het kabinet streeft naar 60 procent. Volgens de laatste cijfers van afgelopen jaar ligt de emissie van broeikasgassen 31,4 procent lager dan in 1990. Volgens ramingen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gaat Nederland te langzaam en is nieuw, ambitieus beleid nodig.