N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Tommaso Della Longa De storm Daniel heeft grote schade aangericht in het oosten van Libië. De precieze omvang van de ramp is onduidelijk, wegens slechte bereikbaarheid en de politieke situatie. „Het lijkt alsof er een groot gat zit in de stad”, zegt een woordvoerder van het Rode Kruis.
Grote delen van de Libische kustplaats Derna zijn weggevaagd door storm Daniel, die eerder levens eiste in Bulgarije, Griekenland en Turkije. Door het noodweer ontstonden de afgelopen dagen grote overstromingen in Libië, waarbij de oostelijke kustregio van het Noord-Afrikaanse land werd verwoest. De Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen (IFRC) zei dinsdagmiddag dat er zo’n tienduizend mensen worden vermist. De autoriteiten hebben de noodtoestand uitgeroepen. Huizen verdwenen in het water en twee dammen stortten in.
Alleen al in Derna zouden er volgens schattingen zeker 2.300 doden en zevenduizend gewonden zijn gevallen. Ook andere steden en dorpen in het oosten van Libië zijn getroffen, met duizenden doden tot gevolg, maar de precieze omvang van de ramp is onduidelijk. Dat komt niet alleen door de slechte bereikbaarheid van de rampgebieden. Ook de complexe politieke situatie in Libië draagt bij aan de verwarring. De door de Verenigde Naties erkende regering in het westelijke Tripoli melden andere cijfers dan de niet-internationaal erkende oostelijke regering, waar Derna en de andere getroffen gebieden onder vallen.
Lees ook: Libië hoopte op rust, maar krijgt twee concurrerende premiers
Tommaso Della Longa, woordvoerder van de IFRC, heeft contact met reddingswerkers van zijn organisatie in het rampgebied en hoort hoe deze ramp het instabiele Libië nog verder ontwricht. NRC sprak met hem.
Kunt u de humanitaire situatie beschrijven in Derna?
„Het is echt een ramp op grote schaal. De situatie in het land was al slecht door de conflicten. Nu komt daar ook nog eens een storm overheen, die het systeem volledig verwoest. Onze vrijwilligers ter plekke komen zelf uit de getroffen gemeenschappen en vertellen ons dat delen van de stad zijn weggespoeld door de gigantische overstromingen. De kustlijn bestaat haast niet meer. Huizen zijn weg. Alsof ze zijn gebombardeerd.”
Huizen zijn weg, alsof ze zijn gebombardeerd
Doordat de twee dammen in de stad zijn ingestort overstroomde de rivier Wadi Derna, waaromheen de stad is gebouwd. „Het lijkt alsof er een groot gat zit in de stad”, zegt Della Longa. „De prioriteit is nu om mensen in veiligheid te brengen en via zoekoperaties uit gevaarlijke plekken te halen. Daarnaast is er een groot tekort aan schoon drinkwater, voedsel en psychologische hulp, dat laatste is van groot belang bij dit soort rampen. Het kan maanden duren voordat de situatie weer onder controle is, misschien langer. Mensen moeten helemaal opnieuw beginnen. Ze zijn hun familieleden kwijt, hun ouders. Dan heb je niks meer.”
De storm kwam al op zondag aan land in Libië. Waarom horen we nu pas over de vele slachtoffers en vermisten?
„Het Twitteraccount van de IFRC in Libië berichtte er al wel over, maar de informatievoorziening is inderdaad moeilijk vanwege de kwetsbare infrastructuur. Al voor de ramp was de telefoonverbinding fragiel. Dat maakt het delen van informatie lastig. Sommige vrijwilligers moesten uit het getroffen gebied trekken om ons op te hoogte te kunnen houden. Al drie van onze vrijwilligers zijn omgekomen tijdens het reddingswerk.”
Zijn alle getroffen gebieden bereikbaar?
„Het gebied is gigantisch, het gaat niet alleen om de stad. Er zijn niet overal wegen, dus niet alle gebieden zijn goed bereikbaar, nee. Dat maakt de informatie gefragmenteerd en daardoor hoor je ook verschillende cijfers over de aantallen doden en vermisten. Maar hoe langer we wachten, hoe meer er duidelijk wordt. Wij schatten in dat er tienduizend mensen vermist zijn, maar ik hoop voor de mensen in Libië dat dat cijfer de komende dagen naar beneden kan worden bijgesteld. Voor zover ik weet is de storm zelf voorbij, ik heb daar niks meer over gehoord. Maar eerlijk gezegd heb ik daar niet specifiek naar gevraagd, ik was alleen bezig met het organiseren van hulp.”
Maakt de politieke situatie in het land het verlenen van hulp moeilijker?
„Als humanitaire organisatie willen we ons niet mengen in het politieke debat. Maar de IFRC heeft goede banden met beide regeringen. Vanuit mijn werk ben ik een optimist en hoop ik natuurlijk dat deze ramp het land zal verenigen. De mensheid kan best inspirerend zijn tijden van nood. De golf van solidariteit vanuit de regio is een positief teken [Egypte, Tunesië , Algerije, de Verenigde Arabische Emiraten en Turkije hebben hulp toegezegd, red.]. Ik hoop dat de binnenlandse politiek zich ook eensgezind opstelt.”