N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Basisscholen in carnavalsregio’s moeten een extra week krijgen om de doorstroomtoets, de opvolger van de Cito-toets, af te nemen bij kinderen in groep 8. Dat vindt een meerderheid van de Tweede Kamer. Parlementariërs van D66, CDA, SP, PVV, GroenLinks en BBB stelden demissionair onderwijsminister Mariëlle Paul (VVD) maandag Kamervragen over de doorstroomtoets, die in 2024 tussen 5 en 15 februari wordt afgenomen en daardoor overlapt met carnaval. Het jaarlijkse feest valt komend jaar officieel op 11, 12 en 13 februari.
De Cito-toets vond de afgelopen jaren telkens plaats tussen 15 april en 15 mei, en overlapte daardoor nooit met carnaval. Het van oorsprong katholieke feest valt uiterlijk begin maart. In 2022 werd de Wet doorstroomtoetsen aangenomen, die ervoor zorgt dat groep 8-kinderen de toets komend jaar voor het eerst in februari maken. Het idee: leerlingen die van hun basisschool een te laag schooladvies krijgen, kunnen door de toets goed te maken alsnog naar het „voor hen best passende niveau”. In plaats van voor de toets, melden leerlingen zich vanaf komend jaar aan nadat ze de toets hebben gemaakt.
Het besluit om de toets naar februari te verplaatsen leidde tot verbolgen reacties op basisscholen in Noord-Brabant en Limburg. De vrijdag voorafgaand aan carnaval staat bij basisscholen namelijk traditiegetrouw in het teken van het feest. De week erna zijn kinderen bovendien vrij. Limburgse gemeenten schreven onlangs in een brief dat de vervroeging getuigt van „vrij weinig kennis van de betekenis van carnaval en hoe het wordt georganiseerd”, aldus De Limburger. Ook de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) en de PO-Raad, de koepel van basisscholen, pleiten voor de extra week. Zij stellen voor om scholen de kans te geven om in de week van 29 januari de toetsen af te nemen.
‘Echt ontzettend spannend’
D66-Kamerlid Kiki Hagen, eerder lerares, is het met de scholen en organisaties eens. Zij noemt de doorstroomtoets „echt ontzettend spannend” en vindt het daarom een slecht idee om de toets samen te laten vallen met een „ander groot en spannend evenement als carnaval”. Ze riep minister Paul daarom op om de toets te verschuiven voor leerlingen in carnavalsregio’s.
Een Kamermeerderheid schaarst zich achter het pleidooi van Hagen. Meerdere parlementariërs stelden daarom de Kamervragen aan Paul, waarvan de belangrijkste ging over de bereidheid tot een extra week speling voor de basisscholen. Geeft Paul geen verhoor aan het verzoek, dan willen ze haar ter verantwoording roepen in een debat.
De parlementariërs vroegen ook waarom Paul „ondanks herhaaldelijk verzoek van scholen, verenigingen en gemeenteraadsleden toch volhardt in een termijn van een wet die wringt met de werkvloer”. Ook vroegen ze of ze bereid is om het moment van de toets te evalueren „zodat in de toekomst (zoals in 2026 en 2027) de samenkomst met dergelijke belangrijke culturele evenementen voorkomen kan worden”.