Opinie | Huisartsen mogen geen melkkoe worden

Zorg De huisarts is goedkoop, veilig en vertrouwd. Nu commerciële ketens deze zorg overnemen, staat het belang van de patiënt op het spel, schrijven en
Foto Amaury Miller/Bewerking NRC

Nieuwe commerciële huisartsenketens, zoals Centric Health en Co-Med, zijn telkens in opspraak vanwege slechte zorg en onderbezetting. Tegelijk zijn de Inspectie en zorgverzekeraars niet bij machte daadwerkelijk in te grijpen, zo schrijft NRC (16/8).

De Inspectie, die voor de patiënt toeziet op de veiligheid van de zorg, werd recent teruggefloten door de rechter die het bedrijfsbelang van een dergelijke onderneming voorop stelde; de grote zorgverzekeraars willen niet ingrijpen want dat zou kunnen leiden tot faillissement van deze ondernemingen, met als gevolg dat duizenden patiënten geen huisarts zouden hebben.

Een week later blijkt uit een interview in NRC met de twee directeuren van Co-Med, één van opgevoerde commerciële huisartsenketens, hoe slim dit soort ketens hun commercieel bedrijfsmodel hebben ontwikkeld. Zij fungeren als stofzuiger voor oudere huisartsen met een eigen praktijk die geen opvolger kunnen vinden, zij regelen de opvolging en gaandeweg worden zij door schaalvergroting zo groot dat zorgverzekeraars – en nota bene ook de rechter – geen harde kwaliteitseisen eisen kunnen of willen stellen, uit vrees voor omvallen: too big to fail, net als heel grote ziekenhuizen en banken.

Faillissement van een grote huisartsenketen zou immers betekenen dat zorgverzekeraars niet meer kunnen voldoen aan hun zogeheten zorgplicht: iedere verzekerde heeft het recht op een huisarts. En dát kunnen zorgverzekeraars zich niet veroorloven.

Het gevolg: de commerciële huisartsenketen heerst nu al op het zorgschaakbord, de zorgverzekeraar staat al op voorhand schaakmat.

Financieel gewin

Door deze doorgeschoten commercialisering van de huisartsenzorg komt het brede maatschappelijk belang van goede en toegankelijke zorg in Nederland toenemend in handen van ketens die primair uit zijn op financieel gewin. En tegelijkertijd zijn ze door schaalvergroting al snel zo groot dat ze onmisbaar worden. Terwijl de kwaliteit van de geleverde zorg afkalft – zoals blijkt uit de genoemde artikelen – stijgt daarentegen de bedrijfswinst en kan geen autoriteit deze ontwikkeling stoppen. “Too big to fail”: het geniale business model om zonder risico slapend rijk te worden; de rekening wordt doorgeschoven naar de maatschappij. Dit was nog niet zo lang geleden de grote les uit de bankencrisis. Dit is nu het kunstje van deze snelle leerlingen, de commerciële huisartsenketens.

De valse belofte van dertig jaar liberaal overheidsbeleid, richt veel schade aan

Met verontwaardiging de vinger wijzen naar deze commerciële ketens is daarentegen onterecht en te kortzichtig. De vercommercialisering van de huisartsenzorg – inclusief deze huisartsenketens – is niet plots uit de lucht komen vallen, maar is de vrucht van jarenlang gericht politiek beleid om de zorgsector, een wezenlijke publieke voorziening, over te hevelen naar de markt onder toezicht van de ACM (Autoriteit Consument en Markt).

Lees ook: Huisarts en patiënt in het nauw, maar dat aanpakken lukt amper

De valse belofte van dertig jaar liberaal overheidsbeleid, dat de tucht van de markt – in dit geval concurrentie tussen huisartsen – gaat leiden tot een betere zorg voor een lagere prijs, richt steeds meer schade aan. Ook al omdat de bestuurlijke gremia van ons zorgstelsel – het Nederlands Zorginstituut, de Nederlandse Zorgautoriteit, de zorgverzekeraars, de ACM en het ministerie van Volksgezondheid inmiddels allen de taal van de markt spreken. Patiënten zijn ‘zorgconsumenten’ en huisartsen zorgproducenten, in een veel te versnipperde zorg met onvoldoende regie en samenhang.

Met ongewijzigd overheidsbeleid zal deze commerciële trend de komende jaren snel aan kracht winnen: de commercie heeft de dubbele winstcijfers geproefd, de zorgsector is door de vergrijzing booming en ook private equity fondsen hebben de zorg ontdekt.

Concurrentie

Niet samenwerking tussen huisartsenpraktijken in de wijk of dorp om de patiënt zo goed mogelijk te bedienen, maar concurrentie tussen huisartsenketens wordt bij ongewijzigd beleid de nieuwe norm, in hun slag om de lucratieve zorgconsument. De huisartsenzorg zoals we die nu kennen – laagdrempelig, dichtbij, persoonsgericht en vertrouwd – zal dan helaas tot het verleden behoren. Met negatieve gevolgen voor met name de meest kwetsbare burgers en voor de kleinschalige samenwerking tussen zorgverleners rond de patiënt.

Is er hoop? Wij roepen huisartsen en burgers op hun stem te laten horen en zich hard te maken voor het behoud van de brede niet-commerciële maatschappelijke functie van de huisartsenzorg. Een nieuw kabinet kan het tij nu nog keren. Door het algemeen belang voor de inrichting van de (huisartsen)zorg centraal te stellen en waar nodig daadwerkelijk de regie te nemen. Hierbij sluiten we private initiatieven in de huisartsenzorg niet uit, mits ze de publieke zaak dienen en niet leiden tot zelfverrijking op kosten van de gemeenschap. Huisartsenzorg in Nederland is geen melkkoe.