Vakantiebestemming of woonplaats? Gemeenten worstelen met permanente bewoners op recreatieparken


Reportage

Woningnood Omdat criminelen zich er kunnen verschuilen verbood het kabinet wonen in vakantieparken. Door de woningnood versoepelde het de regels weer. Dat leidt tot willekeur, klagen bewoners. „Ik krijg huilende mensen aan de lijn die hier al twintig jaar wonen en geen kant op kunnen.”

Het nomadenleven heeft Roelof Speelman veel geluk gebracht. Binnenkort gaat hij weer voor twee maanden naar Spanje.
Het nomadenleven heeft Roelof Speelman veel geluk gebracht. Binnenkort gaat hij weer voor twee maanden naar Spanje.

Foto’s Sake Elzinga

Het zomerrecreatieseizoen is allang voorbij, de toeristen zijn naar huis, maar toch blijft het druk op de tientallen vakantieparken op de Utrechtse Heuvelrug. Veel mensen blijven in hun huisje wonen, tot ergernis van de gemeente, die daar hard tegen optreedt.

Jarenlang is permanente bewoning op vakantieparken gedoogd, tot het kabinet daar in 2019 een streep door zette. De parken moesten weer naar hun recreatieoorsprong, omdat permanente bewoning de natuur zou schaden en mensen er buiten het zicht van de autoriteiten kunnen blijven. Dat betekent dat bewoners na een aantal maanden moesten vertrekken.

Vanwege de coronapandemie en het huizentekort is daar in de jaren die volgden weinig van terechtgekomen. Nu laat het kabinet het aan de lokale politiek om te bepalen tegen welke parken ze optreden.

De gemeente Utrechtse Heuvelrug is duidelijk: het bosrijke gebied moet aantrekkelijk zijn voor recreanten en toeristen en de parken zijn dus niet langer bedoeld om in te wonen. Volgens de gemeente zorgt permanente bewoning voor „aantasting van de natuur”, voldoen de parken niet aan de brandveiligheidseisen (voor woningen gelden andere eisen dan voor recreatieparken) en kunnen criminelen zich er door gebrek aan toezicht makkelijk verstoppen. Daarom voerde de gemeente vorig jaar op twintig parken een slagboomregistratie in om te volgen wie er arriveren en vertrekken om zo te controleren op permanente bewoning.

Een van de parken is De Ossenberg in Overberg. In de houten postvakjes van het park liggen grote stapels ongeopende enveloppen, ook van instanties als justitie en incassobureaus. Brieven die volgens een bewoner – die niet met haar naam in de krant wil, naam is bij de redactie bekend – soms maandenlang onaangeraakt blijven liggen. Ze typeert het park als ‘scheidingsdorp’ – veel mensen strijken hier neer nadat hun huwelijk is geëindigd, omdat ze achter in de rij moeten aansluiten voor een sociale huurwoning of niet de financiële middelen hebben voor een koopwoning, maar wel een vakantiehuisje kunnen kopen of huren. Ze delen het park met ouderen, die er genieten van de rust en natuur, en arbeidsmigranten.

Ad Graafland zorgt ervoor dat hij elk jaar minstens vier maanden in Nederland is om zijn AOW veilig te stellen.


Maar op de parken zitten ook de eerdergenoemde types op wie de overheid moeilijk vat krijgt: in september waarschuwde burgemeester Frits Naafs van de Utrechtse Heuvelrug voor criminele activiteiten. Volgens de burgemeester houdt de politie ieder jaar verschillende verdachten aan op de parken, maar weet het gros zich onder de recreanten en bewoners schuil te houden. Uit politiecijfers bleek eerder dat op de parken een kwart meer criminele verdachten wonen dan het landelijk gemiddelde. In de provincie Utrecht ging het zelfs om 80 procent meer verdachten.

De Ossenberg is in handen van vakantievastgoedmagnaat Janus Bergervoet, die de afgelopen jaren een imperium opbouwde door verloederde campings te renoveren tot moderne vakantieverblijven. Zijn bedrijf TopParken ligt onder vuur vanwege mogelijke schending van bestemmingsplannen, belastingontduiking en illegale tewerkstelling, schreef NRC eerder. Rabobank stopte de financiering en de fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) doet onderzoek naar witwassen via de parken.


Lees ook: Rijk worden door campings op te lappen – en steeds de grenzen van de wet op te zoeken

Controles omzeilen

Volgens een woordvoerder van minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting, CDA) staan veel bewoners van vakantieparken niet ingeschreven in de gemeente waar ze wonen, om controles te omzeilen. Verschillende bewoners bevestigen dat tegen NRC en stellen dat ze op papier ingeschreven staan op het adres van vrienden of familie, waar ze hun post ontvangen. Als dank voor de administratieve truc betalen ze een laag ‘huurbedrag’ aan hen. Sommigen werken al jaren zo, maar zijn nog nooit gecontroleerd. En als dat wel gebeurt, betalen ze de boete zonder problemen.

Gemeenten en het Rijk willen meer zicht krijgen op wat er gebeurt op de parken. Onder meer door de slagboomcontrole. Daarnaast kunnen bewoners een brief verwachten met het verzoek binnen anderhalf jaar vervangende woonruimte te vinden. Veel vakantieparkbewoners voelen zich in het nauw gedreven en vrezen op straat te belanden.

In Nederland verblijven volgens een schatting uit 2019 zo’n 55.000 mensen onafgebroken op vakantieparken. Een actueler getal heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken niet, al zijn er aanwijzingen dat het aantal is toegenomen: de recreatiemarkt is door woningnood en de coronapandemie in trek, mogelijk omdat mensen op zoek gingen naar meer rust en ruimte. Volgens het Kadaster werden in 2020 en 2021 in totaal 14.000 vakantiehuisjes aangeschaft, veel meer dan voorgaande jaren – en zo’n 10 procent van de totale voorraad vakantiewoningen. Gemiddeld kostte een vakantiehuis vorig jaar 182.000 euro, ruim twee ton minder dan een reguliere woning. Daardoor vormen de huisjes een toegankelijk alternatief voor mensen die op de reguliere woningmarkt niet aan bod komen.

Nederland telt zo’n 140.000 vakantiehuizen, verdeeld over 5.100 locaties. Bij een klein deel daarvan gedogen gemeenten permanente bewoning, aldus het ministerie van Binnenlandse Zaken. Op veel andere plekken moeten de mensen vertrekken, zoals in de Utrechtse Heuvelrug, Overijssel en Drenthe. In de Heuvelrug variëren boetes van 2.000 euro per week tot 20.000 euro voor de bewoners.

Midden in de nacht handhaven

Ondertussen blijft het kabinet worstelen met het vakantieparkbeleid. In 2018 reserveerde toenmalig minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken, D66) 2 miljoen euro voor gemeenten om permanente bewoning te stoppen op de parken. In de afgelopen jaren gingen gemeenten steekproefsgewijs en onaangekondigd handhaven op illegale bewoning, soms midden in de nacht.

Maar onder druk van de Kamer versoepelde het kabinet de voorwaarden in de zomer van 2020 voor het wonen in een park om zo het hoofd te bieden aan de woningnood.

Volgens Martin Smith (62) leidt het huidige beleid – gemeenten die zelfstandig besluiten of permanente bewoning mogelijk is – tot willekeur. Hij woont al dertien jaar op Park Primo in het Drentse Coevorden en is er de bestuursvoorzitter van de Vereniging voor Eigenaars van het park. „De gemeente Westerveld ‘legaliseert’ een park hier op enkele kilometers vandaan, terwijl ons eigen gemeentebestuur de eerste bewoners al een brief heeft gestuurd dat ze moeten vertrekken”, zei hij afgelopen najaar. Als de bewoners voor 3 december niet vertrokken zouden zijn, zei hij, dreigde een last op dwangsom van 15.000 euro. „Ik krijg huilende mensen aan de lijn die hier al twintig jaar wonen en nu geen kant op kunnen.” Tot op heden is er nog geen last op dwangsom uitgedeeld. De bewoners hebben van de gemeente nog even de tijd gekregen.

In het Coevordense park ligt de gemiddelde leeftijd volgens Smith boven de zestig. „Er wonen hier ook tachtigplussers, die leven van hun AOW’tje. Waar moeten zij naartoe? Een huis kopen lukt niet. Met dit beleid duwt de gemeente die ouderen de sociale en economische afgrond in.”

Permanente bewoning van vakantieparken tast de natuur aan

Ook op andere plekken in het land vinden gemeenten dat de parken terug moeten naar waar ze voor bedoeld zijn. Veel oudere bewoners zijn bang tussen het wal en schip te belanden: jarenlang is het wonen in een vakantiehuisje gedoogd, maar op het moment dat de huizenmarkt oververhit is en veel gemeenten ook geen plek hebben om vluchtelingen te huisvesten, moeten zij vertrekken en zorgen ze voor nog meer concurrentie voor socialehuurwoningen.

Volgens een woordvoerder van de gemeente Coevoerden krijgen bewoners de tijd om nieuwe woonruimte te zoeken, anders dreigt de dwangsom. De gemeente wil via maatschappelijk werk hulp bieden aan bewoners. „Het is niet onze bedoeling mensen op straat te zetten. Maar we willen wel zien dat ze actief bezig om andere woonruimte te vinden”, legt de woordvoerder uit.

De gemeente Utrechtse Heuvelrug stelt dat bewoners met financiële, medische of sociale problemen kunnen aankloppen voor hulp en alternatieve woonruimte. Er zijn daarvoor zogenoemde Sociale Dorpsteams opgezet. „Die kunnen, net als de gemeente, geen woning bieden, maar wel ondersteuning en begeleiding”, aldus burgemeester Naafs, die benadrukt dat ook de eigenaren van de parken een verantwoordelijkheid hebben „bij de aanpak van de problematiek”.