Column | Het verschil tussen Rusland en het Westen aan de hand van het lot van een beer

Michel Krielaars

De geslaagde moordaanslag op Wagner-baas Jevgeni Prigozjin deed me weer beseffen dat in Rusland andere beschavingsnormen gelden dan in het Westen. Zo zijn de autoriteiten er behoorlijk wreed waar het critici en afvalligen betreft. Een openlijke moord zoals op Prigozjin en zijn vrienden vormt daarbij overigens een uitzondering, want meestal gebeurt het stiekem. Zo werd journaliste Anna Politkovskaja in 2006 in haar portiek doodgeschoten en kreeg de overgelopen FSB-agent Alexander Litvinenko een kop thee met polonium in een Londens hotel. Dat oppositie-activisten Aleksej Navalny en Vladimir Kara-Moerza vooralsnog een ‘mildere’ behandeling krijgen, komt doordat hun aanhang hen op de voet volgt.

Hoezeer Rusland afwijkt van het Westen las ik ook in The Beginning of Spring van de herontdekte Britse schrijfster Penelope Fitzgerald (1916-2000). Het boek is een mix van een komedie en een psychologische roman, een genre waarin de Britse literatuur uitblinkt. Het speelt zich af in de door Fitzgerald briljant geschetste expatgemeenschap in het Moskou van 1913. Hoofdpersoon is Frank Reid, de stuntelige eigenaar van een drukkerij die door zijn inmiddels overleden vader is opgericht. De in Moskou geboren en getogen Reid voelt zich meer Rus dan Engelsman, maar toch laat Fitzgerald je met Rudyard Kipling weten dat ‘never the twain shall meet’.

Het verhaal is op zich simpel: Reids vrouw Nellie heeft ineens de benen genomen naar Engeland, waar ze vandaan komt. Waarom, weet niemand. Haar man blijft met hun drie jonge kinderen verbaasd achter, al gaat hij er ergens van uit dat Nellie weer terugkomt. In zijn beheerste wanhoop vindt Reid steun bij zijn boekhouder Selwyn Crane, een aanhanger van de spirituele leer van Lev Tolstoj. Op een dag stelt die Crane hem voor aan een geheimzinnige jonge vrouw, Lisa genaamd, een verkoopster in een warenhuis. Na enige aarzeling neemt Reid haar in dienst om voor zijn kinderen te zorgen. En natuurlijk wordt hij verliefd op haar. Maar zoals te verwachten is in een boek dat zich afspeelt aan de vooravond van een oorlog en een revolutie, blijkt Lisa een ander iemand te zijn dan hij denkt.

Waar het mij nu om gaat is dat Fitzgerald laat zien hoe westerlingen als Reid in Rusland worden behandeld. Zo staan ze onder permanent toezicht van de geheime politie, die in hen de boodschappers ziet van een – door de autocratie ongewenste – moderne wereld. Ook beschrijft ze waaraan een westerling moet voldoen om in Rusland succes te hebben. Allereerst dient hij schriftelijk te bevestigen dat zijn bedrijf de belangen van het Russische Rijk dient. Verder moet hij beschikken over een goede spijsvertering, een hoofd dat bestendig is tegen veel sterke drank en een instinct om in te schatten hoeveel steekpenningen, ‘giften’ genaamd, hij aan de staatsdienaren moet betalen. Het lijkt het Rusland van Poetin wel.

In het huis van de patserige koopman Koerjatin is Reid getuige van de mishandeling van een berenjong. Het dier wordt dronken gevoerd en in brand gestoken. De Koerjatins doen alsof het allemaal doodnormaal is. In die onverschilligheid over het lot van dat beertje zit hem nu het verschil. Ook voor Reid geldt vanaf dat moment het Russische gezegde dat zodra je de buitendeur opent, de ellende begint. Prigozjin, die deserteurs met een sloophamer de hersens insloeg, wist er alles van.