Hij voelt zich Oekraïner, maar moet wel vertrekken

Reacties Derdelanders zijn „geschokt” dat ze geen opvang meer krijgen. „Hoe kan Nederland dit onderscheid maken?”

Derdelanders demonstreerden vorige week bij het gebouw van de IND in Den Haag tegen de stopzetting van hun opvang.
Derdelanders demonstreerden vorige week bij het gebouw van de IND in Den Haag tegen de stopzetting van hun opvang. Foto Arie Kievit/ANP

Greshka! Niets zo proteïnerijk als greskha – een schotel met boekweit.” En er is wel meer dat Isaac Awodola (38) mist aan Oekraïne, het land waar hij zes jaar heeft gewoond. De mensen, de natuur, de cultuur. Er zijn meer overeenkomsten met zijn geboorteland Nigeria dan hij van tevoren had gedacht. „Het familieleven, de muziek, de cadeaus die je elkaar geeft.” Maar in Nigeria is het leven vanwege corruptie moeilijk en in Oekraïne voelde hij zich thuis. Hij heeft er gewerkt als IT-specialist en spreekt de taal vloeiend. Awodola voelt zich Oekraïner.

Maar hij is het niet. En toen hij moest vluchten voor de oorlog kwam hij met een aparte status terecht in de gemeentelijke vluchtelingenopvang, op een boot in Haarlem. Niet als Oekraïner maar als ‘derdelander’: iemand die in Oekraïne een tijdelijke verblijfsvergunning had toen de oorlog uitbrak. Als gevolg daarvan heeft hij in Nederland een tijdelijke status gekregen en samen met zo’n 2.200 anderen moet hij per 4 september de opvang verlaten. Vanaf dan verblijft hij hier illegaal en kan hij alleen met een reguliere asielprocedure pogen in Nederland te blijven.

‘Illegaal’ – Awodola kan het woord amper over zijn lippen krijgen. „Hoe kan Nederland dit onderscheid maken? Alleen vanwege nationaliteit? Wij vluchtelingen hebben allemaal hetzelfde meegemaakt, zijn slachtoffer van dezelfde oorlog. Dit is geen menselijke waardigheid.”

Lees ook: Kabinet houdt vast aan vertrek derdelanders

Petitie

Om stopzetting van de opvang te voorkomen hebben enkele honderden derdelanders uit Oekraïne zich verenigd. Ze zijn een petitie gestart die ruim 1.200 keer is ondertekend, hebben driemaal gedemonstreerd en voeren met steun van onder meer VluchtelingenWerk gerechtelijke procedures om beëindiging te voorkomen. Een zaak tegen de stopzetting werd eerder deze maand bij de Rotterdamse rechtbank verloren, maar woensdag was er wel succes.

Volgens de rechtbank Den Haag genieten de derdelanders Europese bescherming en heeft de overheid geen bevoegdheid om die te beëindigen. Het kabinet wil de stopzetting per 4 september desondanks voortzetten – en wil niet wachten op een nog te verwachten uitspraak in hoger beroep van de Raad van State in een van de zaken.

Ik had nooit verwacht dat dit land, waar ik dacht veilig te zijn, de Europese regels zou schenden

Karim Samaa derdelander

De uitspraak woensdag door de rechtbank Den Haag „geeft weer wat hoop”, zegt Karim Samaa (23), een geboren Marokkaan die sinds 2017 in Oekraïne woonde en nu in een opvang in Alphen aan den Rijn verblijft. Hij is dankbaar voor alle steun en hulp die hij tot nu toe van Nederland heeft gekregen, maar hij had nooit verwacht dat „dit land, waar ik dacht veilig te zijn, de Europese regels zou schenden”.

Op zijn opvangadres verblijven onder de 250 vluchtelingen twaalf derdelanders en allemaal zijn ze „geschokt” over de gang van zaken. Ze weten niet waar ze volgende week heen moeten. „Sommigen gaan terug naar Oekraïne. Maar daar is niets voor hen. Anderen willen voorlopig blijven.” Ook Samaa heeft nog geen idee waar hij vanaf volgende week zal moeten verblijven. Hij heeft nog geen officiële brief van de gemeente ontvangen dat hij weg moet, dus voorlopig wacht hij nog even af.

Net als veel andere derdelanders in Oekraïne heeft Karim Samaa een opleiding gevolgd – tot tandarts. De studies in Oekraïne zijn vaak kwalitatief goed en relatief goedkoop, vandaar dat veel huidige derdelanders zich aanvankelijk in Oekraïne hadden gevestigd. Onder de groep die nu in Nederland verblijft, zijn volgens hem veel jonge studenten uit Nigeria, India, Marokko, Algerije, Turkmenistan. Ambitieuze, leergierige jongeren die graag werken en amper een beroep zullen doen op sociale voorzieningen. „Maar nu worden ze gecriminaliseerd, gedwongen als illegaal te leven op straat.”