Opinie | Stop de verwaarlozing van ons gedrukt erfgoed

Cultuurgeschiedenis Bibliotheken hebben te weinig geld om bijzondere historische werken aan te schaffen, ziet . Het cultureel erfgoed in gedrukte vorm wordt daarmee verwaarloosd.
De oudste bewaard gebleven krant van Nederland, ‘Courante uyt Italien, Duytslandt, &c.’ uit 1618. Dit exemplaar is in bezit van de Koninklijke Bibliotheek van Zweden, in 2010 was het tijdelijk te zien in de KB in Den Haag.
De oudste bewaard gebleven krant van Nederland, ‘Courante uyt Italien, Duytslandt, &c.’ uit 1618. Dit exemplaar is in bezit van de Koninklijke Bibliotheek van Zweden, in 2010 was het tijdelijk te zien in de KB in Den Haag. Foto Robert Vos / ANP

Betalen musea te veel voor kunstwerken? Terecht legt Arjen Ribbens (CS, 3/8) de vinger op de zere plek in de museale aankooppraktijk voor beeldende kunst: veel kunstwerken die al langere tijd op de markt zijn, worden aangeschaft voor een hoger bedrag dan waarvoor ze eerder werden aangeboden. Een factor hierbij is de tijd die conservatoren nodig hebben voor onderzoek en het bijeenbrengen van de middelen.

Het merkwaardige is dat deze problematiek, wanneer het gaat om beeldende kunst, bij herhaling aandacht krijgt, terwijl een gelijksoortige sector buiten beeld blijft: het cultureel erfgoed in gedrukte vorm. Je kunt erover twisten wat onze cultuur meer heeft bepaald: de Nederlandse schilderijen die tot de Europese top behoren, of de in Nederland verschenen gedrukte boeken die toonaangevend waren bij de verbreiding van ideeën. De zorg voor dit laatste cultuurgoed blijft echter ver achter bij die voor de beeldende kunst. Hoe zit dat?

Het gedrukt erfgoed wordt beheerd door de Koninklijke Bibliotheek, de universiteitsbibliotheken en provinciale en stedelijke bibliotheken. Vanaf 1970 werd de uitvoering van deze taak professioneel uitgebouwd. Er kwamen conservatoren voor de ‘bijzondere collecties’, en veel bibliotheken stelden een aanschafbudget beschikbaar. Maar met de opkomst van internet en de verdere digitalisering kwam hier de klad in.

Rousseau en Voltaire

Vooral de universiteiten, waar de meerderheid van het gedrukt erfgoed opgeslagen staat, hebben nu andere prioriteiten dan erfgoedbeheer. Alles draait om het onderwijs en onderzoek. Vanwege de massale toeloop van studenten, gepaard gaand met Haagse bezuinigingen, staan die primaire taken onder druk. Gedrukt erfgoed is van belang als bron voor onderzoek, maar het wordt de vraag of de universiteiten dat zelf kunnen blijven beheren – en of dat wel nodig is. Je kunt immers prima kunstgeschiedenis studeren zonder dat de Rembrandts in de collegezaal hangen.

Gedrukt erfgoed illustreert hoe Nederland geworden is zoals we het land nu kennen

In de praktijk komt het gedrukt erfgoed er bekaaid vanaf. Het aantal conservatoren en de hoogte van de budgetten lopen terug. Net als in de kunstmarkt worden belangrijke items te laat opgemerkt en dan voor een hogere prijs gekocht – of niet gekocht. Vanuit mijn beroepsachtergrond volg ik dit al jaren. Unieke edities wisselen van eigenaar zonder dat publieke instellingen ertussen kunnen komen. Uiteindelijk besloot ik om zelf zoveel mogelijk van dat verweesd erfgoed onder mijn hoede te nemen, om dat vervolgens over te dragen aan een bewaarbibliotheek.

De zo verworven boeken illustreren hoe Nederland geworden is zoals we het land nu kennen. Enkele voorbeelden. Willem Jansz. Blaeu, bekend als uitgever van atlassen, liet in het geheim katholieke liturgische werken uitgeven, zo blijkt uit een aankoop. Het protestantse establishment zag dat met lede ogen aan. Blaeu’s verdediging: het is toch goed voor de economie? Sommige dichtwerken van ‘vader’ Cats werden vaker herdrukt dan men dacht. Nog steeds worden er Cats-unica verhandeld waar de instellingen aan voorbijgaan. Franse filosofen zoals Rousseau en Voltaire lieten controversiële geschriften in het ‘tolerante’ Holland drukken. Veel van die Franstalige edities ontbreken echter in onze bibliotheken.

Nauwelijks wettelijke beperkingen

De prijs van antiquarische boeken is niet het grootste probleem. Een particulier kan zich immers de aanschaf daarvan permitteren. Bibliotheken zonder middelen voor erfgoed staan uiteraard algauw aan de kant. Doet zich de gelegenheid voor om een majeure aankoop te doen, dan kunnen de instellingen zelden een vuist maken. Zo ging de omvangrijke Bach-bibliotheek van de musicus Ton Koopman vrijwel zonder reuring het land uit. Maar net als bij musea klemt het juist wanneer het gaat om menskracht. Er zijn bij de bibliotheken te weinig mensen met voldoende tijd en zeggingskracht om de inspanning te leveren die het gedrukt erfgoed verdient.

Lees ook: KB koopt bedankbrief van Spaanse koning voor familie Balthasar Gerards

Daarnaast zijn er bij de bibliotheken andere knelpunten: restauratiekosten, magazijnruimte, dienstverlening, en – dat valt het meest op – museale faciliteiten. Nederland is gezegend met een reeks musea voor beeldende kunst. Voor gedrukt erfgoed is er welgeteld één instelling die je kunt zien als een algemeen museum: het Huis van het Boek in Den Haag, teruggaand op de verzamelingen van de baron Van Westreenen. Dit kleine museum is echter niet toegerust om de schatten die in de bibliotheekmagazijnen staan te verstoffen voor het voetlicht te kunnen brengen.

Terzijde merk ik op dat de wetgeving inzake erfgoedbehoud is toegespitst op de beeldende kunst. Kostbare kunstvoorwerpen kunnen niet zomaar aan een koper in het buitenland verkocht worden. De wettelijke beperkingen zijn echter zelden van toepassing op gedrukt erfgoed, dat lang niet zoveel hoeft te kosten als beeldende kunst.

Natuurlijk gebeuren er dingen waar we trots op kunnen zijn. Zo beschikken de Bijzondere Collecties van de UB Amsterdam, in het Allard Pierson, over relatief riante expositiefaciliteiten. Mede dankzij particulier mecenaat worden in de KB en elders ook wel aankopen gedaan. Een recent voorbeeld is de aanschaf door de UB Leiden van een grote, zeer gedetailleerde kaart van Suriname uit 1830. Deze kaart is bijna twee eeuwen oud, maar bevat toch informatie die verhelderend is voor de toestand in het huidige Suriname. Alles bijeengenomen baart de huidige situatie echter zorg. Het beleid ten aanzien van gedrukt erfgoed, maar evenzogoed van cultureel belangrijke handschriften en kaarten, moet maar eens grondig onder de loep worden genomen.