Herstel van Toeslagenaffaire groeit uit tot peperdure, ambtelijke moloch

Analyse

Bestuursrecht De hersteloperatie krijgt steeds meer trekken van de Toeslagenaffaire zelf. De Raad van State trekt aan de rem.

Demissionarir staatssecretaris Aukje de Vries (Toeslagen, VVD) in de Tweede Kamer tijdens een debat over de Toeslagenaffaire.
Demissionarir staatssecretaris Aukje de Vries (Toeslagen, VVD) in de Tweede Kamer tijdens een debat over de Toeslagenaffaire. ANP ROBIN UTRECHT

Bij het compenseren van de slachtoffers van de Toeslagenaffaire gaan veel bestuurlijke conventies op de schop. Of ze krijgen juist een schop.

Zo bleek ook vorige week, toen de hoogste bestuursrechter kabinet en Kamer verweet „heel bewust” onhaalbare beloften te hebben gedaan aan gedupeerden. Namelijk dat in ieder bezwaar of beroep binnen drie maanden wordt besloten – een termijn die zo vaak niet wordt gehaald dat de rechtbank in Utrecht die maar verlengde naar twaalf maanden. Vooral om het stapelen van dwangsommen in te perken, die moeten worden betaald aan de indiener als termijnen worden overschreden.

De Raad van State wees die verlenging van de beslistermijnen vorige week principieel af. De wetgever moet dat zelf oplossen, niet de rechter, zo luidde de conclusie.

Daarmee stond automatisch demissionair staatssecretaris Aukje de Vries (Financiën, VVD) in de schijnwerpers. Of ze het grootscheeps weglekken van dwangsommen maar wilde beëindigen.

‘Ongekend onrecht’

Al een poosje gaat het kabinet all-out met mensen, middelen en procedures om de toeslagenouders te compenseren. De Toeslagenaffaire ontstond ruwweg vanaf 2017 met valse fraudeverdenkingen van enige tienduizenden ouders, veelal gebaseerd op etnische vooroordelen bij de fiscus, gevolgd door een hardvochtig terugvorderingsbeleid. De parlementaire ondervragingscommissie vatte de affaire samen in de titel van haar rapport; Ongekend onrecht.

Lees ook dit artikel: Overheid betaalt ruim 9 miljoen om te langzame afhandeling Toeslagenaffaire

Inmiddels begint de hersteloperatie trekken van de Toeslagenaffaire zelf te vertonen. Met wildgroei als centraal thema – van dwangsommen, maar ook van compensatieregelingen met bijbehorende uitdijende ambtelijke organisaties. Alleen al voor dwangsommen heeft het kabinet de komende jaren zo’n 60 miljoen euro begroot; uit te keren aan burgers die te lang op een beslissing over compensatie moeten wachten.

Uit de in juni verschenen Voortgangsrapportage van de staatssecretaris blijkt dat het aantal ouders dat meent recht op compensatie te hebben, dit jaar vermoedelijk stijgt tot ruim 68.000, 5.000 meer dan vorig jaar werd verwacht. Na een eerste ambtelijke toets viel dit jaar overigens 70 procent weer af: zij bleken er geen recht op te hebben. Intussen mag niet worden uitgesloten dat zich onder hen veel ‘calculerende’ burgers bevonden – zij die heus wel weten dat ze nergens recht op hebben, maar juist mikken op een dwangsom wegens ‘niet tijdig beslissen’. Dergelijk ‘casino-procederen’ is in het bestuursrecht in opkomst, vaak aangewakkerd door professionele bezwaarbureaus.

Lees ook dit artikel: Hersteloperatie Toeslagenaffaire eind 2026 klaar? Kabinet krabbelt alweer terug

Gemiddeld genomen blijkt de helft van de aanmelders wel in aanmerking te komen voor compensatie. Daarbij gaat het tot nu toe om in totaal ongeveer 29.500 ouders. Bij de laatste Voorjaarsnota is 1,3 miljard euro extra uitgetrokken voor de hersteloperatie, de totale kosten worden nu geschat op maar liefst 7,1 miljard.

Van dat bedrag is ongeveer 5,1 miljard bestemd voor directe compensatie aan de gedupeerden, een bedrag dat op een rechtvaardige manier verdeeld moet worden. De kosten voor de uitvoering stijgen. In de eerste twee jaren van de hersteloperatie, 2021 en 2022, ging respectievelijk 18 procent en 23 procent van het herstelbudget naar het ambtelijk apparaat: personeel en huisvesting. Dat is nu gegroeid naar 30 procent, mede door inzet van externe organisaties.

Krappe arbeidsmarkt

Het aantal herstelambtenaren, aanvankelijk geschat op 1.700, zou volgend jaar op 2.350 moeten uitkomen. Bijna vier keer zoveel medewerkers als de hele Onderwijsinspectie. De bezwaar- en beroepsafdelingen moeten groeien van 300 naar 660 arbeidsplaatsen. Deze uitbreiding blijft echter achter „vanwege een krappe arbeidsmarkt”. De laatste bezwaren van ouders zouden eind 2026 afgerond moeten zijn.

Staatssecretaris De Vries schrijft de Kamer dat ze wil versnellen en verbeteren via „alternatieve routes”. Bijvoorbeeld liever mediation en (civiele) vaststellingsovereenkomsten dan bestuursrechtelijke procedures. Met zo’n civiele overeenkomst moet de ouder ‘meer regie’ krijgen, hoopt ze. Bovendien verwacht ze tijdwinst: tegen zo’n afspraak kan geen beroep worden ingesteld.

Ook belooft ze dat de overheid eerder ‘causaliteit’ zal aannemen, tussen de schade en het toeslagenincident. Nadelige financiële consequenties voor ouders van rechterlijke uitspraken, worden zoveel mogelijk beperkt. Als de staat wint en geld mag terugvorderen, wordt daarvan afgezien.

Verder spiegelt de staatssecretaris meer „aanvullende routes” voor, buiten de rechter om, ook met externe begeleiding, bedoeld om de drempel te verlagen en de snelheid te vergroten. Maar ze ziet ook een nadeel: „Het effect kan zijn dat zich meer ouders dan voorzien aanmelden, hetgeen een effect heeft op de snelheid waarmee iedereen geholpen wordt.”

Ieder aanbod lokt dus vraag uit – en daarmee méér aanmelders. Die dan weer beoordeeld moeten worden.