N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Witwassen Justitie liet al weten dat onderzoek naar Jumbo-topman Frits van Eerd niet gericht is op het bedrijf. Onafhankelijk onderzoek laat nu zien dat de supermarktketen „geen strafbare feiten” heeft gepleegd rond sportsponsoring.
Een winkel van Jumbo in Amstelveen op Tweede Kerstdag
Foto Remko de Waal / ANP
Supermarktketen Jumbo heeft geen strafbare feiten gepleegd bij het sponsoren van teams en individuele coureurs in de motor- en autosport. Die conclusie komt voort uit onafhankelijk onderzoek waartoe de supermarktketen zelf opdracht gaf, zo maakte Jumbo dinsdag bekend bij publicatie van de jaarcijfers.
Sponsoring van de motorsport is een van de onderwerpen waarop de strafzaak rond voormalig Jumbo-topman Frits van Eerd zich toespitst. Via sponsorcontracten zouden volgens justitie grote hoeveelheden geld en goederen zijn witgewassen. Datzelfde zou zijn gebeurd via handel in onroerend goed, auto’s en via „onverklaarbare contante stortingen”. Hoofdverdachte in het proces is voormalig motorcrosser Theo Eggens uit Drenthe, een goede bekende van Van Eerd.
Nadat het Openbaar Ministerie en de fiscale opsporingsdienst FIOD medio september invallen hadden gedaan bij Van Eerd en Jumbo, liet justitie al weten dat het onderzoek niet was gericht op het bedrijf. Toch besloot de top van de supermarktketen adviesbureau KPMG te vragen extra onderzoek te doen naar de sponsorafspraken. Daaruit zijn „geen strafbare feiten of onregelmatigheden” gebleken, aldus Jumbo.
10 miljard
De gebeurtenissen rond Van Eerd, bij wie bijna een half miljoen euro in contanten en twintig kostbare Rolex-horloges in beslag werden genomen, hadden „veel impact” op Jumbo, schrijven directie en commissarissen in een gezamenlijke toelichting. Datzelfde geldt voor het overlijden van Karel van Eerd, de vader van Frits, halverwege december. Van Eerd senior was de man die Jumbo vormgaf en liet groeien van een regionale supermarktketen tot de nummer twee van het land.
In een „uitzonderlijk en bewogen jaar” kende Jumbo ook hoogtepunten. Zo doorbrak het familiebedrijf (100.000 werknemers) voor het eerst de grens van 10 miljard euro omzet. Die ambitie sprak toenmalig topman Frits van Eerd vier jaar geleden al uit voor 2021. Dat jaar bleef Jumbo echter net voor dat doel steken, omdat de omzet van de supermarktsector in de tweede helft van 2021 stagneerde. Dat kwam mede doordat het land na anderhalf jaar pandemie heropende en consumenten weer vaker uit eten gingen.
Een jaar later is het doel alsnog bereikt: de omzet steeg in 2022 met 3,7 procent naar 10,3 miljard euro. Daarmee groeide Jumbo íéts harder dan de Nederlandse supermarktsector als geheel. De omzet van restaurantformule La Place is met 107 miljoen euro ruimschoots verdubbeld. Daarmee zijn de inkomsten van het dochterbedrijf weer bijna op het niveau van voor de coronapandemie.
Het passeren van die symbolische omzetgrens is „bijzonder”, zegt Ton van Veen, die als gedelegeerd commissaris tijdelijk Jumbo aanstuurt, in een schriftelijke toelichting. Tegelijkertijd reflecteert het cijfer ook de prijsstijgingen waarmee consumenten het afgelopen jaar te maken kregen. Die zijn volgens Van Veen „zorgwekkend”, omdat een groeiende groep daardoor moeite heeft rond te komen.
Jumbo doet er daarom „alles aan om prijsstijgingen te bedwingen en boodschappen doen voor iedereen toegankelijk te houden”, aldus Van Veen. Volgens hem hebben alle partijen in de ‘voedselketen’ een verantwoordelijkheid om boodschappen betaalbaar te houden. „Om die reden nemen we ook zelf genoegen met een lagere marge op essentiële artikelen.”
Hoe hoog de winst van Jumbo vorig jaar was, meldt het bedrijf niet. Die cijfers communiceert het concern doorgaans pas bij het verschijnen van het jaarverslag, ergens de komende maanden.
Het aantal vermisten na de overstromingen in Texas, specifiek in het zwaarst getroffen gebied Kerr County, is gedaald naar drie. Dat meldden lokale autoriteiten uit het district op zaterdag. Eerder werd nog over 101 vermisten gesproken, van wie 97 in Kerr County.
Veel mensen die eerder als vermist waren opgegeven na de overstromingen begin juli, zijn veilig teruggevonden en van de lijst verwijderd. Van enkele andere vermisten zijn de lichamen gevonden. Bij de overstromingen op 4 juli zijn er in heel Texas 135 mensen omgekomen. Kerr County, in de buurt van San Antonio, telde 116 slachtoffers.
De Guadalupe-rivier trad op 4 juli in Kerr County binnen een paar minuten buiten haar oevers. Het is ook de plek waar Camp Mystic lag, het zomerkamp waar tientallen meisjes en hun begeleiders verbleven. Velen kwamen om het leven. Een aantal dagen na de overstroming werd nog naar vijf van het kamp gezocht. Onduidelijk is of de vermisten terecht zijn.
Lees ook
Zo’n extreme stijging van het water in de Guadalupe zagen ze in Texas niet aankomen
In Vietnam zijn zeker 34 mensen om het leven gekomen nadat een toeristenboot kapseisde. Dat meldt persbureau AP. De boot belandde tijdens een rondvaart door de drukbezochte baai van Ha Long in stormachtig weer en sloeg vervolgens om.
Aan boord waren 53 mensen, onder wie vijf medewerkers. Onder hen waren naar verluidt twintig kinderen. Reddingswerkers hebben elf slachtoffers kunnen redden. Tientallen levenloze lichamen zijn inmiddels uit het water geborgen. Acht opvarenden worden uren na het ongeval nog vermist.
Over de nationaliteit van de slachtoffers is officieel nog niets bekendgemaakt. De meeste toeristen waren volgens de Vietnamese krant VNExpress afkomstig uit Hanoi, de hoofdstad van Aziatische land.
Na het ongeluk werd een reddingsactie op touw gezet. Daarbij werden volgens VNExpress zo’n driehonderd reddingswerkers ingezet en dertig boten van onder meer de marine, kustwacht en politie. Een jongen van veertien kon volgens de krant vier uur overleven dankzij een luchtbel in de stuurhut van het schip.
De baai van Ha Long, met haar duizenden kalkstenen eilanden die boven het water uitsteken, staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Het is een van de populairste toeristische bestemmingen van het land. Het ongeval vond volgens VNExpress waarschijnlijk plaats in de buurt van de Dau Go-grot, een van de grootste grotten in de baai.
Thymen Arensman had het zaterdagochtend voor de start van de veertiende etappe nog tegen zijn teamgenoten gezegd: als ik meer dan vier minuten voorsprong heb op de slotklim naar Luchon-Superbagnères, een skioord in de Pyreneeën, dan kan ik de etappe winnen.
Zaterdagmiddag bleek dat iets meer dan drie minuten genoeg was. Alleen kwam Arensman over de finish op de met dikke wolken omhulde bergtop. De koeienbellen klingelden, maar waar de koeien stonden, kon je door de dichte mist niet zien.
De achtervolgers van Arensman waren ook nergens te bekennen; hij had nog ruim een minuut voorsprong over, na een solo van 37 kilometer. Op de voorlaatste klim op de flanken van de Peyresourde was hij er vandoor gegaan. „Vanaf toen ging ik all out, constant tegen de kramp aan”, zei Arensman na afloop, de winnaarsmedaille om zijn nek. Hij had onderweg veel Nederlandse vlaggen gezien. „Dat geeft je toch 10 tot 20 watt aan vermogen meer. Misschien was dat net het verschil.”
De Nederlander (25) in dienst van het Britse INEOS Grenadiers is bezig aan een spectaculair debuut in de Tour de France. In de tiende etappe in het Centraal Massief reed hij ook al de hele dag vooraan, maar moest hij de zege aan Simon Yates laten. „Ik had vandaag net zulke goede benen”, zei Arensman. „Die heb ik goed gebruikt.”
Thymen Arensman tijdens de veertiende etappe. Foto Sarah Meyssonnier/Reuters
Ellendig zware rit
De eerste die Arensman na de finish een feliciterende hand toestak, terwijl de Nederlander nog op de grond zat bij te komen van zijn prestatie, was Tadej Pogacar. Arensman was de enige die in de Pyreneeën de Sloveen wist te verslaan. Pogacar werd eerste, eerste en tweede; achter hem zijn de verschillen inmiddels opgelopen tot proporties die je normaliter aan het einde van de derde week van een grote ronde ziet. Niet al in week twee.
Het begon op de Hautacam, de slotklim van donderdag, waar Pogacar met dank aan zijn ploeggenoten van UAE Team Emirates-XRG omhoog gelanceerd werd en meteen een overtuigende voorsprong nam van ruim drie minuten.
Vrijdag in de klimtijdrit werd de marge groter. Het maakte niet uit dat Pogacars fiets zwaarder was dan die van zijn concurrenten, of dat hij zonder opzetstuurtje niet in een aerodynamische positie kon zitten. Pogacar trapte op de klim naar Peyragudes gewoon harder, reed sneller, en pakte zo tientallen secondes erbij.
Op zaterdag, in een ellendig zware rit die de renners achtereenvolgens over de Tourmalet, Col d’Aspin, Peyresourde en naar Luchon-Superbagnères leidde, leek de wil om te domineren bij Pogacar wat gezakt. Maar toen zijn voornaamste rivaal Jonas Vingegaard probeerde weg te komen op de laatste beklimming van de dag, kon Pogacar eenvoudig mee. In de laatste meters sprintte hij weg en pakte zo nog maar eens vier seconden. Het gat met Vingegaard op plek twee is nu 4 minuten en 13 seconden.
De verdere consequenties van Pogacars superioriteit: de nummer vijf van het klassement, de Fransman Kevin Vauquelin, staat op ruim tien minuten. Die marge kun je verdubbelen voor de nummer tien, Carlos Rodriguez uit Spanje. En Arensman, die dus als enige tijd wist te pakken op Pogacar, staat zestiende op bijna drie kwartier.
Van der Poel mikt op groen
Achter Pogacar moeten de rest van het peloton en hun teams op zoek naar andere doelen om voor te rijden. In de strijd om de bolletjestrui voor de beste klimmer, nu om de schouders van Lenny Martinez, komen er nog veel kansen om punten te scoren, met nog drie flinke bergetappes en talloze beklimmingen te gaan.
Voor de sprinters lijkt er nog maar een vlakke etappe aan te komen, de zeventiende naar Valence. In de tussenliggende ritten zijn er echter ook (weliswaar minder) punten te verdienen voor de sprinttrui, in tussensprints en aan de finish. Mathieu van der Poel liet in de rit van zaterdag zien wel interesse te hebben in het groene tricot. Achter leider Jonathan Milan kwam hij als tweede over de streep bij de tussensprint. Het verschil tussen de twee renners is nu 61 punten in het voordeel van de Italiaan – Pogacar staat er nog tussen op de tweede plaats.
Veel van de klassementsrenners in de top10 zullen eveneens genoeg motivatie hebben. Voor jonge coureurs als Florian Lipowitz (staat derde, is 24 jaar), Oscar Onley (vierde, 22 jaar), Tobias Halland Johanessen (achtste, 25 jaar) en Vauquelin (vijfde, 24 jaar) is dit hun eerste, serieuze kans om bij de beste tien te eindigen.
Bij de teams van medefavorieten Jonas Vingegaard en Remco Evenepoel, vóór aanvang van de Tour althans, was dit weekend wel iets van berusting te proeven. „Jonas weet dat hij het in de klimtijdrit super goed heeft gedaan, maar er is er eentje beter. Dan ga je dat accepteren”, zei ploegleider Grischa Niermann van Visma-Lease a Bike. „We staan nog altijd tweede en we kunnen nog veel meer andere dingen winnen. Dat gaan we niet zomaar weggooien.”
De Nederlandse ploeg wil etappes winnen – „dat wilden we voor de Tour ook al”, zei Niermann – en staat eerste in het ploegenklassement. „Dat is nu misschien nog wel belangrijker geworden.” En wat ook niet vergeten moet worden, zei de ploegleider van Vingegaard, „is dat heel veel ploegen heel graag met ons zouden willen ruilen om de eennabeste renner van deze Tour te hebben”.
Toch is het lastig om gemotiveerd te blijven als het grote doel uit zicht verdwijnt, gaven ze toe bij de bus van Soudal-Quickstep, de ploeg van Evenepoel. „Je probeert elke dag met een schone lei te beginnen, maar dat is niet eenvoudig”, zei ploegleider Tom Steels zaterdagochtend. Evenepoel stond op dat moment nog derde. „Je moet jezelf telkens herpakken. Maar we blijven strijden voor een goed klassement”, zei Steels. Later op zaterdag zou Evenepoel tijdens de beklimming van de Tourmalet afstappen.
Al goed in Vuelta en Giro
Uitgerekend de man die Pogacar wel wist te kloppen, is juist naar de Tour gekomen zonder ambities voor de gele trui. Arensman geldt nu al een aantal jaar als Nederlands’ beste klassementsrenner, en werd al eens vijfde in de Vuelta d’Espana en zesde in de Giro d’Italia. Hij won ook in 2022 een Vueltarit.
Maar voor zijn Tourdebuut – zijn tiende deelname aan een grote ronde – had Arensman, een goede klimmer en tijdrijder, een vrije rol gekregen van zijn team. De eerste week was hij met name bezig met bidons halen en zijn ploeggenoten uit de wind houden. „Ik wilde vooral ervaren hoe de grootste wedstrijd van de wereld was. Dat ik meteen een etappe kan winnen, is wel heel speciaal”, zei Arensman na afloop, nog steeds verbaasd over wat hij zojuist had gedaan.
„Dit is hoe je een ontsnapping kunt laten slagen, chapeau en petje af naar Thymen”, zei Pogacar na afloop over de man die hem voorbleef. De Sloveen toonde zich niet verrassend zeer tevreden over het trio Pyreneeënritten en de voorsprong die hij heeft opgebouwd in het algemeen klassement.
Arensman had het in de mist van Luchon-Superbagnères intussen alweer over de dag van morgen, als er een overgangsrit naar Carcassonne op het programma staat. „Dat is een mooie kans voor ons team.” Hij verwachtte dan zelf niet mee vooraan te zitten. „Ik ben best wel naar de kloten nu. Eerst maar eens wat champagne vanavond.” Is er dan nog meer mogelijk, zoals de bergtrui, nu de Nederlander in topvorm verkeert? „Dat is geen prioriteit”, hielp Arensman dat idee meteen uit de wereld. „Maar ik hoop nog een etappe.”
<dmt-util-bar article="4900731" data-paywall-belowarticle headline="De enige die Pogacar in de Pyreneeën kon verslaan, was Thymen Arensman. ‘Ik ging all out, constant tegen kramp aan’” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2025/07/19/de-enige-die-pogacar-in-de-pyreneeen-kon-verslaan-was-thymen-arensman-ik-ging-all-out-constant-tegen-kramp-aan-a4900731″>