N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Exit De brouwer verkoopt zijn Russische activiteiten aan Arnest Group, een grote fabrikant van blikjes en spuitbussen. Aan de verkoop wordt geen geld verdiend.
Maanden later dan gepland verlaat bierbrouwer Heineken alsnog Rusland. De producent kondigde in maart vorig jaar al aan zich te willen terugtrekken uit het land, nadat het Russische leger kort daarvoor Oekraïne was binnengevallen. Hoewel Heineken al sinds dit voorjaar een koper had voor de Russische divisie liet de formele overdracht nog altijd op zich wachten door „allerlei bureaucratische stappen” bij de lokale autoriteiten.
Bij presentatie van de halfjaarcijfers, eind juli, uitte topman Dolf van den Brink nog zijn frustratie over het ongrijpbare goedkeuringsproces. De verkoop van Heineken Rusland was volgens hem „onze prioriteit nummer één, twee én drie”. Ook voor het moederbedrijf zelf was het gissen of Rusland de verkoop zou goedkeuren. „We zouden niets liever willen dan dat het morgen gewoon gedaan is”, aldus Van den Brink destijds.
In de weken daarna is er alsnog schot gekomen in de overdracht. Pas deze donderdagmiddag volgde de afronding, zo maakte Heineken bekend, toen een vertegenwoordiger van de brouwer de verkoopovereenkomst tekende bij een notaris in Moskou. Heineken benadrukt dat er aan de transactie niets is verdiend: de zeven brouwerijen van Heineken in Rusland zijn verkocht voor een symbolische euro.
Nu de verkoop rond is, kan Heineken ook onthullen wie het Russische bedrijfsonderdeel voortzet. De koper is Arnest Group, een lokale maker van verpakkingsproducten uit Nevinnomyssk, niet ver van de Georgische grens. Arnest is naar eigen zeggen de grootste fabrikant van spuitbussen, voor bijvoorbeeld luchtverfrisser, deodorant of haarspray, in de voormalige Sovjet-regio. Het concern heeft 2.000 werknemers in dienst, en zette in 2020 omgerekend zo’n 340 miljoen euro om.
Gevaar van nationalisatie
Hoewel spuitbussen op het eerste gezicht weinig van doen hebben met bier, zit er wel enige logica achter de verkoop. Een jaar geleden nam Arnest namelijk al de Russische fabrieken over van de Amerikaanse Ball Corporation, ’s werelds grootste maker van blikjes voor bier en frisdrank. Na de transactie met Heineken heeft het bedrijf straks ook de middelen om die verpakkingen zelf te vullen.
De productie van bier interesseerde Arnest al langer, zo lijkt het. Zo was het bedrijf de belangrijkste kandidaat om de Russische brouwerijen van het Deense Carlsberg over te nemen, schreef zakenkrant Financial Times deze zomer. Zover kwam het niet: in juli werd de maker Baltika, het meest gedronken biermerk in Rusland, verrast toen de Russische autoriteiten midden in het verkoopproces ingrepen en de fabrieken onder controle stelden van de staat. Hetzelfde overkwam de Franse zuivelreus Danone.
Ook bij Heineken groeide vanaf dat moment de angst voor een plotselinge nationalisatie. Om die reden wilde het bedrijf tot dusver nauwelijks iets loslaten over zijn pogingen de Russische activiteiten af te stoten: elk detail kon het verkoopproces beschadigen of de goedkeuring door de Russische autoriteiten beïnvloeden, zei Van den Brink vorige maand. Dat gevaar is nu voorbij.
Volgens de topman stelde de buitenwereld een vertrek uit Rusland vaak te simpel voor. Maar zelfs Heineken, dat zich op een taai proces voorbereidde, was uiteindelijk „toch nog te optimistisch”, met zijn aanvankelijke streefdatum van eind 2022. „Mensen zeggen: lever de sleutel gewoon in en ga weg. Maar dat kan niet.”
Cruciaal bij een vertrek uit Rusland was voor de Nederlandse brouwer dat de 1.800 lokale werknemers, die soms al twintig jaar voor het bedrijf werken, werk zouden hebben en veilig waren. Heineken vreesde dat, als het zomaar zou weggaan, de Russische divisie zou omvallen en lokale werknemers daarna vervolgd zouden worden voor het ten gronde richten van een bedrijf.
Voorwaarde voor de verkoop was dat een nieuwe eigenaar baangaranties zou geven. Arnest heeft nu toegezegd dat de werknemers van de zeven overgenomen fabrieken in elk geval de komende drie jaar verzekerd zijn van werk. Daarmee kan Heineken „op een verantwoorde wijze uit Rusland vertrekken”, zegt Van den Brink vrijdag in een toelichting.
Merken voortzetten
Onderdeel van de afspraken is dat de koper tijdens die drie jaar nog enkele merken van Heineken kan voeren, al krijgt het daar geen marketingsteun of andere hulp meer bij van de Nederlandse brouwer. Het gaat om Gösser, Edelweiss en Krusovice. Die toezegging was volgens het bedrijf nodig omdat anders het voortbestaan van de Russische divisie alsnog in het geding zou komen.
De verkoop van het Heineken-merk zelf was vorig jaar al gestaakt en de productie en verkoop van andere merken, zoals Amstel, wordt de komende maanden afgebouwd. Heineken doet op zijn beurt afstand van alle inkomsten die het gewoonlijk zou ontvangen bij het gebruik van merkrechten. In de verkoopovereenkomst is volgens Heineken geen optie opgenomen om de brouwerijen terug te kopen zodra het sentiment rond ondernemen in Rusland verbetert.
Het afstoten van de Russische activiteiten leidt voor Heineken tot een eenmalig verlies van 300 miljoen euro. Twee derde van die afschrijving heeft de brouwer de afgelopen kwartalen al verwerkt in de resultaten. Daarnaast staat nog een „historische bedrijfsschuld” open van ongeveer 100 miljoen euro: verliezen bij de Russische divisie die vanuit het moederbedrijf de laatste tien jaar zijn aangevuld. Arnest heeft toegezegd die in termijnen terug te betalen.