N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Taliban Acht Afghanen hebben hun overbrengingsverzoeken niet op tijd naar het juiste e-mailadres verstuurd, en dus hoeft Nederland zich volgens de rechtbank niet voor hun veiligheid in te spannen.
Wrakstukken op de locatie van voormalig Kamp Holland, in de provinciehoofdstad van Uruzgan. Foto Valerie Kuypers/ANP
Acht Afghanen die tussen 2006 en 2010 de Nederlandse missie in de Afghaanse provincie Uruzgan ondersteunden, hoeven niet te worden overgebracht naar Nederland. De ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie hadden het recht om hun overbrengingsverzoeken af te wijzen, oordeelde de rechtbank in Den Haag woensdag. De Afghanen hebben hun verzoeken niet voor de deadline naar het juiste e-mailadres verstuurd, en dus is het ministerie gerechtvaardigd te stellen dat ze daar niet van af wist.
Van de acht Afghanen werkten er zes als bewaker tijdens een Nederlandse militaire missie in Uruzgan en één iemand als chauffeur. De laatste is een weduwe van een bewaker. Alle acht zijn hun leven in het Afghanistan na de machtsovername van de Taliban in augustus 2021 niet zeker. Sindsdien worden ex-bewakers vermoord, omdat de Taliban ze als collaborateurs zien. Een oud-bewaker vertelde eerder deze maand in NRC dat al vijftien collega’s van hem om die reden door de Taliban zijn gedood.
Na de val van Kabul opende het ministerie van Buitenlandse Zaken een speciale mailbox voor Afghanen om evacuatie naar Nederland te verzoeken. Die stroomde vol met tienduizenden mails. Het kabinet heeft besloten dat alleen oud-medewerkers die voor 11 oktober 2021 per mail een overbrengingsverzoek naar het juiste e-mailadres stuurden, recht hebben op evacuatie — ongeacht de grootte van het gevaar. Volgens de meest actuele cijfers leven er nu nog 96 bewakers in Afghanistan die de Nederlandse inspanningen ondersteunden.
Coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB hebben de hele nacht overlegd op het ministerie van Financiën over de Voorjaarsnota. Tot een akkoord zijn de partijen vooralsnog niet gekomen. Premier Dick Schoof arriveerde dinsdagavond na 23.00 uur op het ministerie van Financiën, en was de rest van de nacht aanwezig bij de onderhandelingen.
De onderhandelingen begonnen dinsdagochtend om 9:30 uur en gingen de hele dag en nacht door, op een pauze voor de stemmingen in de Tweede Kamer na.
Onderhandelen
Nicolien van Vroonhoven van NSC en BBB’er Henk Vermeer zeiden maandagavond nog dat afgelopen dinsdag de laatste onderhandeldag moest worden. Dinsdag in de loop van de dag bleek dat dit moeilijk zou worden, omdat de partijen het zelfs nog niet eens waren over de vraag hoeveel geld er te verdelen is. Minister Eelco Heinen en de VVD zijn van de strenge leer, de andere partijen zien meer ruimte.
Lees ook
Lees het artikel Ook in de laatste uren voor de deadline van de Voorjaarsnota is de coalitie het oneens over hoeveel geld er is
Of over die vraag dinsdagnacht duidelijkheid is gekomen, is onduidelijk. De enige signalen die uit de coalitiepartijen kwamen, waren signalen dat een deal nog niet dichtbij was. Om 6.00 uur ontbeten de onderhandelaars, wat erop lijkt te duiden dat ze voorlopig niet klaar denken te zijn. Het is de vraag of ze deze woensdag nog gaan pauzeren, of doorgaan met onderhandelen totdat ze er samen uit zijn.
Uitgaven
De Voorjaarsnota waar de partijen over spreken, is een bijstelling van de lopende begroting en een belangrijke vooruitblik voor de uitgaven in de begrotingen voor 2026. De afgelopen maanden schoof het kabinet zowat alle problemen door naar de Voorjaarsnota. Dán zou het kabinet met oplossingen komen. Daarbovenop kwamen de partijen ook met wensenlijsten – wat het politieke gewicht van het financiële besluitvormingsmoment in de lente deed toenemen.
Lees ook
Lees het artikel De coalitie heeft zichzelf vijf dagen gegeven. Lukt het om vrijdag de voorjaarsnota af te ronden?
Minister Eelco Heinen (Financiën, VVD) wil de plannen donderdag af hebben. Vanwege Goede Vrijdag is de ministerraad deze week een dag eerder, op donderdag. Dan wil minister Heinen de Voorjaarsnota voorleggen aan de andere ministers. Met die deadline is deze woensdag de laatste onderhandelingsdag.
Het aantal daklozen in Nederland stijgt elk jaar met duizenden mensen. Audioredacteur Iddo Havinga onderzocht in Utrecht hoe dat kan. En wat hij daar op straat zag zegt iets over Nederland.
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
‘Zoals de leeuw door de natuur is uitgerust met klauwen en een scherp gebit, de olifant met slagtanden en de inktvis met inkt die het water troebel maakt, zo is de vrouw om zich te beschermen en te verdedigen uitgerust met huichelarij, en is alle kracht die de man in zijn lichaam en verstand heeft gekregen de vrouw geschonken in de vorm van huichelarij.” Deze woorden schreef Arthur Schopenhauer in 1851, in zekere zin de Andrew Tate onder de filosofen van die tijd. Inmiddels zijn er wel wat kwalificaties bijgekomen als het gaat om de beoordeling van de vrouw, maar het negatieve vrouwbeeld waarbij de vrouw de schuld krijgt van alles wat de man te kort komt, bestaat nog steeds, waarbij het weinig uitmaakt dat de filosoof is vervangen door een ‘influencer’. Over de rol van vrouwen en mannen kan een ‘culture war’ gevoerd worden, beter nog is er een serie over te maken die aanleiding geeft tot gesprek. Dat laatste is het geval met de Britse hit-serie op Netflix Adolescence.
Adoloscence gaat over de 13-jarige Jamie die ervan verdacht wordt een meisje te hebben vermoord. Hij was door haar voor ‘incel’ (onvrijwilig celibatair) uitgemaakt en komt onder de invloed van de ‘manosphere’ (hevig masculiene online omgeving). Adolescence behandelt veel onderwerpen die inzicht geven in omgangsvormen op alle niveaus. Welke rol spelen ouders en onderwijzers, hoe groot is de invloed van smartphones en social media, en vooral: hoeveel moeite kost het om de ander echt te begrijpen? Het zijn vragen die ertoe doen, waar antwoorden worden gezocht in een mobieltjesverbod op school tot en met een verbieden van smartphones bij kinderen onder de 15 jaar in de hoop dat zij de dialoog aangaan in plaats van in smileys te communiceren. Wie Adoloscence bekijkt, zal zich afvragen of dat genoeg is, in een klimaat waarin masculiniteit luidruchtiger en kwader is dan decennia lang het geval was.
Ook de Britse premier onderkent de kwalijke rol van sociale media, die pestgedrag 24/7 mogelijk maken en giftige beelden over masculiniteit presenteren. Het is wat hem betreft zelfs „een groot probleem. En als we dat willen oplossen, moeten we het erover hebben. Daarom wil ik dat deze serie op alle scholen te zien is”, verklaarde hij begin deze maand. Netflix stond open voor zijn oproep en maakt de serie daarom gratis beschikbaar voor alle middelbare scholen in het Verenigd Koninkrijk. AIVD-directeur Erik Akerboom en Kamerlid Barbara Kathmann (GroenLinks-PvdA) volgden het voorbeeld van de Britse premier en inmiddels staan ook in Nederland de signalen op groen de serie op scholen te tonen.
Het voordeel van het tonen op scholen is dat het gesprek gevoerd kan worden over sociale media, pestgedrag en masculiniteit. Evengoed kan er gepleit voor worden dat ouders juist de serie met hun kinderen bekijken omdat geheimen tussen ouder en kind weliswaar van alle tijden zijn, maar de grip op wát er speelt tegelijkertijd veel moeilijker is geworden. Ouders weten beter dan ooit waar hun kinderen zijn – immers: geen reis zonder polarsteps, geen tiener zonder ‘waar is mijn Iphone’-app – maar weten is iets anders dan begrijpen. Het weten van het waar leidt af van de vragen waar het in wezen om gaat: hoe gaat het met je en wat denk je?
De serie toont wat de gevolgen van een laag zelfbeeld zijn, hoe bubbels iemand voeden in het vasthouden aan ideeën, en hoe dat doorwerkt naar een toekomst die draait op zelfbeeld in plaats van beschaving. En die begint met de vraag, zoals de psycholoog aan Jamie stelt: „Zullen we het over jou hebben?”