Het Dolfinarium blijft gevangen in een spagaat tussen shows en dierenwelzijn

Profiel

Zeezoogdierenpark De waardering voor dolfinaria en hun shows is sinds de jaren negentig tanende. Het Dolfinarium in Harderwijk combineert nu dierenshows met „educatieve presentaties”. Bezoekers kijken vooral naar de dieren.

Voorstelling in Oceanica in het Dolfinarium Harderwijk.
Voorstelling in Oceanica in het Dolfinarium Harderwijk. Foto Bram Petraeus

Op de grote schermen achter het bassin projecteert het Dolfinarium afbrokkelende koraalriffen. Een voice-over legt tijdens de „educatieve presentatie” uit hoe het steeds slechter gaat met de natuur door toedoen van de mens. De gezinnen op de tribunes turen vooral naar het kabbelende water, waarin dolfijnen rondjes zwemmen. „Ook in de natuur maken dolfijnen mooie sprongen”, zegt de stem.

Drie van de dieren maken tempo langs de randen van het felblauw verlichte bad. Eenmaal op snelheid springen ze synchroon uit het water. Kinderen klampen stoeltjes vast: Woahhh! Een dolfijn maakt een achterwaartse salto, een andere zwaait met een flipper. Telkens is het publiek in Harderwijk onder de indruk. Het audiobehang vertelt verder over de problemen die de plastic soep in de oceaan veroorzaakt.

De onwennige combinatie van plastic soep en salto’s komt voort uit kritiek op het Dolfinarium, die de organisatie steeds meer parten speelt. De ANWB, de HEMA en enkele supermarktketens stopten al eerder hun samenwerking met het zeezoogdierenpark. Begin deze maand volgde een nieuwe tegenvaller: de NS besloot per eind september geen zogeheten combideals meer aan te bieden, nadat actiegroep Bite Back haar zorgen over het dierenwelzijn onder de aandacht had gebracht.

Heeft het Dolfinarium nog toekomst? Het park lijkt klem te zitten tussen de veranderende publieke opinie en bezoekers die vooral betalen voor spectaculair springende dolfijnen. De directeur, die vragen per mail beantwoordde, probeert de focus van het park naar ‘edutainment’ te verleggen. Tegelijk is hij ervan overtuigd dat dolfijnen de „komende vijftig jaar een centrale positie” in het park houden.

Drukte bij het Dolfinarium in 1966.
Foto Anefo

Flipper

Dankzij de film Flipper (1963) en daaropvolgende televisieserie werden dolfijnen populair. Het Dolfinarium werd in 1965 opgericht door Frits den Herder, eigenaar van een rederij en een speeltuin. Hij verzamelde zeezoogdieren en wilde met het park „kennis en respect” over de dieren bijbrengen.

Het Dolfinarium trok in het eerste jaar 400.000 bezoekers, in het tweede jaar verdubbelde dat en naderde het de Efteling, waar destijds meer dan een miljoen gasten per jaar kwamen. In Polygoonjournaals was te zien hoe dolfijnen met hun neuzen ballen aantikken.

In de loop van de jaren negentig veranderde de kijk op dierentuinen. Er kwam toenemende kritiek op het opsluiten van dieren. „Waar de nadruk bij dierentuinen daarvoor primair lag op het verdienen van geld, verschoof die naar een maatschappelijk ideële organisatie”, zegt dierentuinexpert en hbo-docent aan de toerismeopleiding van Breda University, Goof Lukken.

Het Dolfinarium, waar bezoekcijfers terugliepen, bewoog mee met die ontwikkeling. Het bouwde eind jaren negentig voor 25 miljoen gulden een lagune die destijds als revolutionair gold. Het was een gesloten ecosysteem met zeewater. Om het verblijf bouwde het Dolfinarium een verhaal over hoe mens en dier moeten samenleven, geïnspireerd door de Kwakwaka’wakw-bevolkingsgroep in Canada.

Het innovatieve bouwwerk was een wens van toenmalig Dolfinarium-directeur en eigenaar Ruud de Clercq, die een verblijf wilde bouwen dat de natuurlijke leefomgeving van de zoogdieren benaderde. De lagune bleek een publiekstrekker: rond de jaren nul trok het Dolfinarium weer meer dan een miljoen bezoekers per jaar.

In 2001 verkocht De Clercq, die ook directeur van de Efteling was, het park aan het Franse Grévin et Compagnie dat later opging in Compagnie des Alpes, een bedrijf dat skiliften verhuurde en op zoek was naar een zomerse aanvulling op hun winterse portefeuille. Volgens een recente reconstructie van De Gelderlander ging het vanaf toen de verkeerde kant op. Oud-medewerkers zeggen tegen die krant dat de Fransen de shows belangrijker vonden dan dierenwelzijn. Ze zagen investeringen in speeltuinen, restaurantjes, winkels en een 3D-scherm voor bij de dolfijnenshow. Maar niet in het vernieuwen van de verouderde bassins.

De veranderende publieke opinie maakte investeringsbeslissingen lastig, zegt Paul van Rijswijk, die de podcast ZooInside host. „Het bouwen van nieuwe faciliteiten is enorm duur, met het risico dat het houden van dolfijnen binnen een paar jaar verboden wordt.”

De bezoekcijfers liepen weer terug. In 2015 verkochten de Fransen het dierenpark voor 18 miljoen euro aan het Spaanse Aspro Parks, eigenaar van meerdere dolfinaria, aquariums, waterparken, zwembaden en spa’s in Europa. Om een beeld te krijgen van het bedrag vergelijkt nieuwssite Looopings.nl dat met andere investeringen in pretparken: het is ongeveer evenveel als één achtbaan in de Efteling. Begin jaren tien leed het park jaarlijks miljoenenverliezen en in 2017 was het technisch failliet. Een investering van 2,5 miljoen euro van Aspro Parks hield het Dolfinarium in leven, maar een deel van de medewerkers moest vertrekken.

Waterglijbanen bieden volgens de directeur van het Dolfinarium een nieuwe vorm van vermaak.
Foto Bram Petraeus

Tweesporenbeleid

Het bedrijf kiest sindsdien voor Harderwijk een tweesporenbeleid, ziet toerisme-onderzoeker Lukken. „Aan de ene kant willen ze bekijken hoelang dolfinaria in de huidige vorm houdbaar zijn in de maatschappij, aan de andere kant zetten ze in op entertainment, met bijvoorbeeld de bouw van een waterpark waar dolfijnen niets mee te maken hebben.”

In 2018 ontwikkelde het Dolfinarium zo’n waterpark met waterglijbanen in de open lucht. Ook kunnen bezoekers naar een zeemeerminshow over de plastic soep. In de voorstelling spelen dieren geen rol. Die moet volgens directeur Alex Tiebot worden gezien als een „nieuwe vorm van vermaak”, ter vervanging van het entertainment in de dierenshows.

Het gebrek aan investeringen verbetering van het dierenwelzijn maakt actiegroepen als Bite Back ongerust. Dierenrechtenactivist Raymond Olivers, betrokken bij Bite Back, flyert al tien jaar iedere maand bij de ingang van het Dolfinarium. Hij vindt dat je dieren niet mag opsluiten in kleine bassins, zeker geen intelligente dieren die in het wild heel actief zijn, en mist aandacht daarvoor van het Dolfinarium. „Ze zwemmen tussen de vijftig en tachtig kilometer per dag. Ze hebben onwijs veel ruimte nodig”, zegt hij in een telefoongesprek.

Bite Back praat met partners van het Dolfinarium. Ze verzoekt hen om de samenwerking met het park te beëindigen. Bij de NS had de actiegroep onlangs succes. Bite Back heeft momentum, voelen de activisten. „Bezoekersaantallen gaan achteruit, bewustwording groeit. Het is de juiste tijd om de druk op te voeren”, zegt Olivers.

Een show met walrussen in het Dolfinarium.
Foto Bram Petraeus

Opgejaagd

In 2020 kreeg het park van het ministerie te horen dat het roer om moest. Toenmalig minister Carola Schouten (Landbouw, CU) was kritisch na een onderzoek van de Visitatiecommissie Dierentuinen. Die beoordeelde het niveau van dierverzorging en diertraining als hoog, maar was kritisch over de shows, de verblijven en de interactie van het publiek met de dieren, waaronder de fotomomenten. Het licht bij de shows was te fel voor de dieren, die bovendien onnatuurlijk gedrag moesten vertonen. Dat moest veranderen, vond Schouten. Het Dolfinarium beloofde beterschap.

Lees ook dit artikel: Potvissen jagen met jongevrouwenkraakstem

Rechtszaak over dozijn zeedieren

Het schuurde ook met andere Nederlandse dierentuinen. Het Dolfinarium stapte in 2019 uit de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen en uit de European Association of Zoos and Aquaria. Onderdeel van het lidmaatschap is visitaties bij andere dierentuinen, onderzoek doen naar en investeren in dierenwelzijn. Dat gebeurde naar het idee van de andere dierentuinen te weinig en zorgde voor spanning tussen de parken. Destijds schreef directeur Tiebot in de Stentor die stap toe aan de verbredende koers naar amusement, bijvoorbeeld met het waterpark. Nu zegt hij tegen NRC dat het opzeggen van de lidmaatschappen een manier was om financieel gezond te worden. Maar meer dan 15.000 euro per jaar per lidmaatschap heeft het Dolfinarium daar niet mee bespaard. Overigens is het dolfinarium wél lid van brancheorganisatie European Association for Aquatic Mammals.

Het Dolfinarium kreeg ook te maken met een rechtszaak over een mogelijke verhuizing van acht dolfijnen, twee walrussen en twee zeeleeuwen naar het waterpretpark Hainan Ocean Paradise in China. Het beoogde resultaat: meer ruimte voor de achterblijvende dieren in het park. Dierenwelzijnsorganisaties waren echter bang dat de dolfijnen in China een minder goed leven wachtte. De rechter oordeelde dat één dolfijn sowieso niet naar het buitenland mocht. Voor de overige dieren moest de situatie in China nader worden onderzocht.

Karen Soeters, die namens dierenwelzijnsorganisaties Sea Shepherd en House of Animals de rechtszaak aanspande, zegt dat daarover nog altijd geen informatie is aangeleverd. Directeur Tiebot wil niet ingaan op de mogelijke verhuizing, zolang er nog procedures lopen.

Lees ook dit artikel: Verhuizing dolfijnen van het Dolfinarium naar China gaat voorlopig niet door

Universiteiten

Het Dolfinarium wil met het park een nieuwe generatie natuurbeschermers inspireren, schrijft Tiebot in zijn e-mail aan NRC. Daarvoor blijft het ontwikkelen, zegt hij. „In 2015 hebben we een belangrijke verschuiving gemaakt van puur entertainment naar edutainment, waarbij de focus ligt op dierenwelzijn en educatie.” Geen shows meer met onnatuurlijk gedrag, volgens de directeur. Het bedrijf ontwikkelde lesprogramma’s voor basisscholen en ook op sociale media wordt gerept over de plastic soep. En het park werkt samen met universiteiten zoals de Universiteit Utrecht, schrijft de directeur.

En de aanwijzingen van dierverzorgers die zeehonden laten springen in ruil voor eten of op commando brullende zeeleeuwen? „Als een kind een stellerzeeleeuw op verzoek van onze verzorger ziet brullen, ontstaat nieuwsgierigheid. Die leidt tot verdieping, en daaruit ontstaat een beter begrip voor de natuur.” Dolfijnen in gevangenschap horen daarbij, is de overtuiging van Tiebot. „Onze dieren bereiken een hoge leeftijd”, schrijft hij. „Onze lagune is een van de grootste dolfijnenverblijven in Europa, en ik geloof dat we daarmee nog vele jaren vooruit kunnen.”

Sinds 2017 publiceert het Dolfinarium geen bezoekcijfers meer en sinds 2018 ook geen jaarrekeningen. Dus hoe het nu met het park gaat, is lastig vast te stellen. Tiebot zegt dat het Dolfinarium sinds enkele jaren weer winst maakt.

Die winst wordt maar mondjesmaat geïnvesteerd in het park, vindt bezoeker Ferry Tang (72) die met kleinzoon Xavi (11) op bezoek is. Hij ziet afbladderende verf in speeltuintjes en houten dolfijnen die bijna van de muur af vallen. Hij bezocht het Dolfinarium vroeger ook met zijn kinderen en vindt het nu verouderd. „Het voelt als vergane glorie.”

Lees ook dit artikel: Dolfijnen werken innig samen met vissers in Braziliaanse baai