Wat vindt NRC | Burgerinitiatieven moeten beter worden gefaciliteerd

Commentaar

Het was een flinke tocht langs de instituties, maar het is gelukt. Na een jarenlange strijd is het Actiecomité Behoud MFC De Hardenberg erin geslaagd om het lokale zwembad te behouden. Dat publieke zwembad in het Groningse dorp Finsterwolde stond op het punt om gesloten te worden, maar dankzij een vasthoudende burgerbeweging vanuit de bewoners, is de voorziening behouden. Het succes van dit actiecomité staat symbool voor een grotere trend in Nederland.

Op meer plekken valt de laatste tijd op hoe burgers, nu veel franje uit publieke voorzieningen verdwijnt, zichzelf organiseren buiten overheden en marktpartijen om. Er zijn talloze energiecollectieven, zoals mensen die samen een windmolen kopen. De burgercoöperatie Land van Ons koopt gezamenlijk stukken landbouwgrond op om die om te zetten in natuurlijker landschap om zo de biodiversiteit te vergoten. De coöperaties Herenboeren en Lenteland helpen mensen sámen te werken aan natuurvriendelijke landbouw, bijvoorbeeld door burgers zelf deels eigenaar, ondernemer, producent en consument van hun eigen boerderij te maken. Er zijn coöperatieve ‘broodfondsen’ als alternatieve arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor zzp’ers, zorgclubs die buiten instituties om hulp bieden aan oudere bewoners.

Burgercollectieven en collectieve-actiecomités, samen ook wel de commons-beweging genoemd: ze zijn onmisbaar in tijden van verregaande privatisering en een overheid die op cruciale dossiers vastloopt.

Waar zowel markt als overheid faalt, ontstaat deze ruimte. Privatisering levert vaak efficiëntiewinst op, maar óók vermindering van de maatschappelijke betrokkenheid. Burgerbewegingen zoals commons kunnen die betrokkenheid van burgers bij besluitvorming, en bij de grote maatschappelijke vragen van nu over bijvoorbeeld verduurzaming of vergrijzing, versterken.

Maar een kanttekening is op zijn plaats: publieke voorzieningen mogen niet afhangen van groepen burgers die daarvoor toevallig de tijd, connecties en middelen hebben. Bij experimenten met zogeheten burgerberaden valt bijvoorbeeld op dat daarbij veelal mensen aanhaken die toch al de weg naar instituties goed weten te vinden. Niet alleen de belangen van bovengemiddeld mondige burgers verdienen aandacht.

Om het zelforganiserend vermogen van de samenleving te verbreden en benutten, zouden overheden burgercollectieven beter moeten faciliteren, suggereert onderzoek van onder meer Erasmus University. Daaruit blijkt dat lokale en provinciale overheden burgercollectieven te weinig inbedden in beleid, en dat daardoor kostbare burgerlijke betrokkenheid onbenut blijft. „De overheid doet een burgercollectief te vaak af als vrijblijvende vorm van participatie”, volgens hoogleraar Tine De Moor.

Het moeilijkst voor de burgercollectieven blijkt het vinden van serieuze investeerders en het delen van kennis en expertise met bestuurders. Laten dat nou coördinerende rollen zijn waarbij overheden doorgaans goed kunnen helpen.

Daarnaast is het belangrijk om meer te experimenteren met zaken als directe digitale inspraak, breder gedragen burgerberaden en zogeheten burgerbegrotingen. Dat zijn lokale begrotingen waarbij bewoners zonder verdere tussenkomst van ambtenarij of gemeenteraad beslissen waar geld aan besteed wordt.

In combinatie met dat soort innovatieve manieren om burgers breder te activeren kan de commons-beweging een waardevolle update zijn van de democratie.