N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Nomen est omen Karel de Grote en Iwan de Verschrikkelijke kent iedereen wel, maar er zijn nog veel meer heersers met opvallende bijnamen. Bart Funnekotter stelt ze aan u voor. Deze week: bedroog de vrouw van deze hertog hem met de paus?
Een misvormd lichaam, een rampzalig huwelijk én een gênante dood: het leven was Godfried III van Neder-Lotharingen niet gunstig gezind. En dat terwijl de contemporaine kroniekschrijver Lampert von Hersfeld hem introduceerde als een veelbelovende jongeman – „maar wel met een bochel”. Dit was in het jaar 1069, toen Godfried zijn vader Godfried met de Baard opvolgde als hertog van een gebied dat ongeveer samenviel met de huidige Benelux. Het is de eerste bron waarin sprake is van de vergroeide rug waaraan Godfried zijn bijnaam ‘de Bultenaar’ te danken had.
Zijn gemankeerde fysiek weerhield hem er niet van zich in het strijdgewoel te storten. Als bondgenoot van de bisschop van Utrecht vocht hij tegen graaf Dirk V van Holland en diens stiefvader Robrecht de Fries – met succes, want Dirk werd uit zijn graafschap verjaagd. Hierna veroverde Godfried ook nog een deel van Friesland.
Op liefdesgebied liepen de zaken minder voorspoedig. Zijn vader had in 1054 een huwelijk voor hem gearrangeerd met Mathilde van Canossa, de dochter van zijn tweede vrouw. De trouwerij vond pas veertien jaar later plaats, in het jaar dat Godfried hertog werd. In 1071 werd een dochter geboren, maar zij overleed twee jaar later.
Hierna liep het huwelijk van de hertog en zijn Mathilde met een daverende knal op de klippen. De hertogin reisde terug naar haar geboorteland Italië, waar ze het bed deelde met de ene na de andere man. Volgens een auteur indertijd luidde haar bijnaam Gräfin Os Vulvae (Latijn voor ‘mond van de baarmoeder’: Gravin Vagina dus – een verwijzing naar het bijbelboek Spreuken waarin een opsomming staat van zaken die onverzadigbaar zijn, waaronder de seksuele lust van een vrouw.)
Uit deze hoek kwam het verhaal dat Mathilde zelfs het bed deelde met paus Gregorius VII
Het is de vraag of we deze kwaadsprekerij over Mathilde moeten geloven, want die kwam uit de mond van haar politieke vijanden. In de elfde eeuw woedde er een conflict over de vraag wie het recht had geestelijken te benoemen: de paus of de Rooms-Duitse keizer. Mathilde koos de kant van de paus, Godfried en tal van vorsten de kant van de keizer. Uit deze hoek kwam het verhaal dat Mathilde zelfs het bed deelde met paus Gregorius VII.
Alsof dit voor Godfried allemaal nog niet vervelend genoeg was, laaide in Holland de strijd weer op. Willem V wilde de macht in zijn graafschap terug. Daartoe besloot hij de hertog van Neder-Lotharingen in 1076 uit de weg te ruimen.
Deze moord maakte veel indruk; historicus Kees Nieuwenhuijsen kwam in maar liefst 24 middeleeuwse bronnen berichtgeving erover tegen. Als plaats delict wordt soms Antwerpen, maar het vaakst Vlaardingen genoemd. Een sicarius (sluipmoordenaar) wachtte Godfried op toen die zich „wegens een natuurlijke behoefte” had teruggetrokken op het gemak. Daar stak de dader, ene Gijsbert, hem in zijn achterste.
Gijsbert was geen beroepsmoordenaar, maar knecht, soldaat of kok. Hij deed zijn werk niet foutloos. Het slachtoffer van de Vlaardingse toiletmoord leefde nog een week, vermoedelijk met koorts en helse pijnen, voordat hij overleed.