Bij Spanje, WK-tegenstander van Oranje, is machismo altijd een vijand geweest van de sport

Kwartfinale Spanje is in de nacht van donderdag op vrijdag (Nederlandse tijd) de tegenstander van Oranje in de kwartfinale van het WK. Een deel van de Spaanse sterren zit thuis nadat ze tevergeefs het vertrek van bondscoach Jorge Vilda eisten. „Er moeten zaken veranderen.”

De Spaanse international Laia Codina, tweede van rechts, juicht om de vierde goal van Spanje in de met 5-1 gewonnen achtste finale tegen Zwitserland.
De Spaanse international Laia Codina, tweede van rechts, juicht om de vierde goal van Spanje in de met 5-1 gewonnen achtste finale tegen Zwitserland. Foto Andrew Cornaga/AP

Jorge Vilda prees zijn spelers na de klinkende 5-1 overwinning op Zwitserland in Wellington openlijk de hemel in. De bondscoach van Spanje droeg de zege, waardoor La Roja vrijdag voor het eerst in de geschiedenis in de kwartfinales van een WK staat, aan zijn hele selectie op. „Dit is de verdienste van de spelers. We hebben 23 Gouden Ballen”, zei Vilda met een verwijzing naar de verkiezing van beste voetballer van het jaar. „Ik wil ze allemaal hierbij feliciteren.”

Wie niet beter weet, zou denken dat het wel goed zit tussen de bondscoach en zijn ploeg. Dat de rijen bij Spanje na de 4-0 nederlaag in het derde groepsduel tegen Japan en de verhuizing van het „te saaie” basiskamp in Palmerston North naar Wellington, weer helemaal gesloten zijn. Dat is vooral uiterlijke schijn. Vilda en zijn selectie hebben een pact gesloten waarin is afgesproken alleen nog maar vooruit te kijken naar één heilig doel: de wereldtitel. Spreken over het recente verleden is in Australië en Nieuw-Zeeland taboe.

Spanje zou normaal gesproken dé topfavoriet voor de titel moeten zijn. Het Zuid-Europese land beschikt over één van de beste lichtingen vrouwelijke spelers ooit. Een generatie met supersterren als Aitana Bonmatí, Alèxia Putellas, Jennifer Hermoso, Mapi León en Patri Guijarro, die zich op clubniveau heeft bewezen maar in het shirt van hun land nooit serieus om de prijzen streed. En ook dit WK leek met een gespleten selectie voor Spanje tot mislukken gedoemd.

‘Grote emotionele en fysieke aanslag’

Het is nog geen twaalf maanden geleden dat een groep van vijftien spelers na de uitschakeling op het EK tegen Engeland de schuld van het falen bij de bondscoach legde. Ze beklaagden zich bij de Spaanse bond over de trainingsmethodes, die een „te grote emotionele en fysieke aanslag op de gezondheid van de voetballers” zouden zijn. En eisten in een e-mail het vertrek van Vilda. Zover kwam het niet.

Vilda – naast bondscoach ook sportief directeur – weigerde zich te laten wegsturen, zoals met zijn voorganger Ignacio Quereda was gebeurd. Hij werd na het WK van 2015 door de vorige generatie tot een vertrek gedwongen. Quereda had zich met opmerkingen als ‘jij hebt een macho nodig’ en ‘pas je een beetje op want je bent dik’ onmogelijk gemaakt.

Lees ook: een profiel van de Spaanse sterspeler Alexia Putellas, die er alles aan doet om voetbal voor vrouwen te normaliseren

Zijn opvolger Vilda draaide de zaak compleet om nadat de groep van vijftien spelers om zijn ontslag vroeg. Volgens Vilda was iedere vergelijking met Quereda onzin. De bondscoach zag zichzelf juist als een slachtoffer en zei „diep geraakt” te zijn door de „vage valse beschuldigingen”. Vilda sprak direct zijn steun uit voor de spelers die níet aan de actie hadden meegedaan. Met steun van bondsvoorzitter Luis Rubiales nam Vilda zo een vlucht naar voren. „Een groep spelers heeft een ongeschreven wet doorbroken”, verklaarde Vilda. „Wat in de kleedkamer gebeurt, wordt opgelost in de kleedkamer.”

De Spaanse bond en de bondscoach deden er in aanloop naar WK verder vooral het zwijgen toe. ‘De bende van vijftien’ zou pas weer voor de selectie in aanmerking komen als ze zich één voor één zouden conformeren aan het beleid van de bondscoach. Dit zorgde voor tweespalt binnen de groep van dertig internationals die voor het WK in aanmerking kwam.

Tweevoudig Gouden Bal winnaar Putellas – die het EK door een blessure had gemist en zich grotendeels afzijdig had gehouden van de discussie – probeerde als mediator op te treden. Dat ging halfslachtig. Putellas sprak morele steun uit voor de groep van vijftien, maar wilde haar WK niet op het spel zetten. De bemiddelingspoging lukte maar ten dele. Twaalf van de vijftien spelers keerden op hun schreden terug. Onder wie het Barça-drietal Aitana Bonmatí, Ona Batlle en Mariona Caldentey. Drie anderen van FC Barcelona hielden vast aan het vertrek van Vilda en zo ontbreken Mapi León, Patri Guijarro en Cláudia Pina op het WK.

Voor topverdediger Mapi León wogen haar principes zwaarder dan de wil om het WK te spelen. Al zei ze tegen het Catalaanse radiostation RAC1 dat het haar veel pijn doet om het WK te moeten missen. „Het is zeker geen eenvoudig besluit geweest. Bij mijn manier van leven horen bepaalde normen en waarden. Daarom moeten er zaken veranderen. En als dat niet gebeurt, dan kan ik niet terugkeren”, aldus Mapi León, die door Vilda in Nieuw-Zeeland nooit wordt genoemd. „Ik spreek alleen over de 23 spelers die op het WK zijn. Want het zijn deze 23 die het verdienen om hier te zijn”, zo stelde de bondscoach al meerdere malen.

‘Extra gemotiveerd’

Ook voor Oranje-international Damaris Egurrola was haar slechte relatie met Vilda een belangrijke reden om in 2022 niet voor Spanje maar voor Nederland te kiezen. „Ik ken vrijwel alle Spaanse internationals. Ook spelers die er niet bij zijn. Ze vechten voor hun eigen zaak. Daar heb ik veel respect voor. Het is niet makkelijk als je zo het WK mist”, zegt Egurrola, die in de kwartfinale bij Oranje waarschijnlijk de geschorste Daniëlle van de Donk vervangt. „Ik ben daardoor wel extra gemotiveerd om tegen Spanje te spelen.”

De verkrampte pogingen van Vilda om naar buiten toe eenheid uit te stralen, passen bij de turbulente ontwikkeling van het voetbal voor vrouwen. De sport, tijdens de dictatuur van Franco (1939-1975) nog verboden, kreeg pas in 1980 de acceptatie van de nationale bond. Het Spaanse clubvoetbal ontwikkelde zich vooral de laatste jaren razendsnel, want bij het publiek is de sport inmiddels zeer populair. Vorig jaar kwamen 91.553 mensen af op een duel tussen Barcelona en Real Madrid.

FC Barcelona mag zich ook de beste club van de wereld noemen, na de winst van de Champions League dit jaar. Vilda hoopt met een kern van dat topelftal, vooral aangevuld met spelers van Real Madrid, het WK te winnen. De spelers willen vooral óndanks hun bondscoach de beste van de wereld zijn. De opstand van vorig jaar zal hoe dan ook een schaduw over een mogelijk succes werpen. Al zal Vilda daar zelf niets van willen weten.

Interview Nigel de Jong pagina 17