Op de basisschool haalde Gemma Venhuizen een tien voor haar spreekbeurt over vliegenmeppers, waarvoor ze een hele verzameling van de kleurrijke en dodelijke apparaten aanschafte. In deze aflevering vertelt ze waarom de meeste vliegenmeppers niet goed werken, en hoe dit welbekende object ooit als statussymbool fungeerde.
Het is zo’n snelle, soepele wegdraaiactie kort voor rust waaraan te zien is dat Frenkie de Jong langzaam weer toegroeit naar zijn topvorm. De middenvelder staat halverwege de helft van Hongarije met spits Barnabas Varga in zijn rug. De Jong doet alsof hij voor een veilige pass terug kiest, maar versnelt dan opeens.
Met een paar korte tikjes neemt hij de bal aan zijn rechtervoet mee in de draai. Varga kan weinig uitrichten, De Jong schermt de bal slim af, in een voor hem zo kenmerkende beweging. De Jong is weg, doorbreekt de eerste verdedigingslinie en passt op Ryan Gravenberch.
Hij wordt, zei hij eerder in de week, „steeds vrijer” in zijn hoofd na een enkelblessure die hem maandenlang aan de kant hield. Bij zo’n moment wordt dat tastbaar: de door De Jong opgezette aanval leidt tot een strafschop die wordt benut door Cody Gakpo, de 2-0.
433 dagen na zijn laatste optreden in Oranje, september vorig jaar tegen Ierland, maakte Frenkie de Jong (27) zaterdag tegen Hongarije zijn rentree (4-0 zege). Feilloos speelde hij zeker niet. Wel waren er weer vlagen van zijn klasse te zien.
Hij presenteerde zich vrijwel direct weer als de dominante regisseur, met 74 balcontacten in 68 speelminuten. Wijzen, praten, de bal vragen, dribbelen, acties maken, ruimtes creëren. Alsof hij niet is weggeweest, houdt hij na anderhalve minuut zeker zo’n tien seconden de bal aan zijn voet. Snelle kapbewegingen, de tegenstander lokken, zoeken naar de opening. Zoals hij na veertig minuten de bal oppikt bij zijn eigen keeper en zomaar met een rush de as van het veld oversteekt.
Zijn naam wordt het hardst geroepen door het publiek, als de opstellingen klinken in de Johan Cruijff Arena. Na het voor hem pijnlijke gemis van het EK afgelopen zomer, vanwege zijn gekwetste enkel, is het een aangenaam weerzien. Vroeg op de avond loopt hij als een van de weinigen zonder ‘oortjes’ uit de spelersbus. Een voetbaltas losjes over zijn rechterschouder, handen in zijn blauwe trainingsjack gestoken. Bij de veldinspectie beweegt hij zijn heupen een beetje, kijkt wat rond in het stadion dat hij zo goed kent, maakt een praatje met zijn maatje Matthijs de Ligt.
Alles even losgooien
Er waren momenten dat hij vreesde voor blijvende schade aan zijn rechterenkel, zei hij woensdag in Zeist. „Wordt de enkel weer zoals die is geweest? Dat heeft wel regelmatig door mijn hoofd gespeeld, alle scenario’s eigenlijk wel.” Begin oktober maakte hij na ruim vijf maanden zijn rentree bij FC Barcelona – enkele weken later was hij met een invalbeurt al belangrijk in een 4-0 zege op Real Madrid. De laatste paar duels was hij basisspeler en ook aanvoerder bij zijn club.
Hij is veel bezig met zijn enkel, laat zich rond duels en trainingen consequent behandelen. Als hij zaterdag het veld op komt voor de warming-up, ruim een half uur voor de aftrap, doet hij net iets langer oefeningen voor zichzelf. Alles even losgooien – knieën, enkels, armen. Daar waar de rest bijna direct in de weer is met een bal.
Na zes minuten grijpt hij even naar zijn rechterenkel als Willi Orbán wild op hem inkomt – en geel krijgt. Even voelt hij aan zijn voet, wat duidt op pijn, maar hij gaat weer verder. In de onderlinge duels lijkt hij zich niet in te houden, hij wint de paar tackles die hij aangaat, daar waar hij eerder bij FC Barcelona soms nog wat voorzichtig oogde.
Met name verdedigend lijkt hij in bepaalde situaties nog kracht en intensiteit te missen. Dan zit hij er net niet dicht genoeg op om een tegenstander het moeilijk te maken. Na een sprint in de tweede helft staat hij even uit te puffen. Met spelmaker De Jong krijgt Oranje moeizaam druk op Hongarije, dat enkele grote kansen mist.
Na afloop is De Jong nog opvallend terughoudend over de progressie met zijn enkel. „Ik heb er nasleep van. Dat zal tijd nodig hebben”, zegt hij bij de NOS. In dat interviewtje van twee minuten, gebruikt hij drie keer het woord hopelijk: hopelijk wordt hij fitter, hopelijk gaat de pijn weg, hopelijk vindt hij zijn ritme weer.
Al is er, op basis van het duel tegen Hongarije, genoeg om op door te bouwen. Aanvallend oogde de samenwerking met de andere twee middenvelders – Ryan Gravenberch naast hem en Tijjani Reijnders voor hem – vloeiend. Die twee hebben veel loopvermogen en dynamiek. Met meerdere middenvelders in topvorm, onder wie ook Teun Koopmeiners, sprak Koeman in aanloop van een „luxeprobleem”.
Veel diepgang
Waar eerder kritiek was dat De Jong vaak alleen in de breedte passt, onderscheidt hij zich zaterdag met veel passing in de diepte. Hij creëert met een voorzet een kansje voor rechtsback Denzel Dumfries, bedient linksbuiten Gakpo meerdere keren met fijne steekpasses, evenals rechtsbuiten Donyell Malen.
Dat De Jong voor veel diepgang zorgt, blijkt uit de statistieken van databureau Opta: 31 van zijn in totaal 64 passes eindigen in de zogeheten final third, het aanvallendste deel van het speelveld. Hoewel dit risicovollere passes zijn, komen er met 26 van de 31 relatief veel aan. Op dit onderdeel scoort De Jong zaterdag het hoogst van alle spelers.
Hoewel Oranje defensief veel weggeeft, wint het ruim door doelpunten van Wout Weghorst (strafschop), Gakpo (strafschop), Denzel Dumfries en invaller Teun Koopmeiners. Nederland plaatst zich zo voor de kwartfinale van de Nations League, maart volgend jaar. De Jong krijgt in de 68ste minuut applaus en een handje van Koeman als hij wordt gewisseld voor Koopmeiners. „Ik ben blij om terug te zijn”, zegt hij even later voor de camera.
Het Nederlands elftal heeft zich verzekerd van een plek bij de laatste acht landen van de Nations League. De ploeg van bondscoach Ronald Koeman rekende in de Johan Cruijff ArenA af met directe concurrent Hongarije (4-0) en kan daardoor de tweede plaats achter het al geplaatste Duitsland niet meer ontgaan. De kwartfinales van de Nations League zijn in maart.
Met de zege revancheerde Oranje zich ten dele van de vorige interlandperiode, met een gelijkspel bij Hongarije (1-1) en een kansloze nederlaag (ook al werd het maar 1-0) bij Duitsland. Ook na het thuisduel met Hongarije valt er nog genoeg te verbeteren. Nederland gaf, met name in het eerste deel van de wedstrijd, veel ruimte en kansen weg.
Koeman begroette Frenkie de Jong na een afwezigheid van ruim een jaar terug in zijn basiselftal. Samen met Ryan Gravenberch en Tijjani Reijnders vormde de speler van FC Barcelona het middenveld. De bondscoach voerde daarnaast twee opmerkelijke wijzigingen door. Niet Brian Brobbey of Joshua Zirkzee startte in de spits, maar Wout Weghorst. Jan Paul van Hecke kreeg om zijn opbouwende kwaliteiten naast aanvoerder Virgil van Dijk de voorkeur boven Stefan de Vrij in het centrum van de verdediging.
Uitgerekend Van Hecke stond in de derde minuut met balverlies bijna aan de basis van een vroege achterstand. András Schäfer kopte maar net over. Een aantal minuten later onderbrak de scheidsrechter het duel, omdat de Hongaarse assistent-trainer Ádám Szalai onwel werd. Na verlening van eerste hulp bleek hij even later „stabiel en bij bewustzijn” en ging Szalai voor verder onderzoek naar het ziekenhuis.
Twee strafschoppen
Oranje opende direct na de hervatting de score uit een strafschop van Weghorst, na hands van Tamás Nikitscher (1-0). Kort voor rust kreeg Nederland opnieuw een penalty, nu voor een lichte overtreding op Donyell Malen. Cody Gakpo nam de strafschop dit keer en schoot hard raak: 2-0.
Na rust kwam Hongarije er nog een paar keer uit, maar verder was het vooral de ploeg van Koeman die op jacht ging naar meer doelpunten. Denzel Dumfries schoot met een diagonaal schot in de 64e minuut fraai raak (3-0). Koeman wisselde De Jong halverwege de tweede helft voor Teun Koopmeiners, die daarmee ook na lange afwezigheid zijn rentree maakte bij Oranje. Koopmeiners scoorde al snel (4-0). Ook PSV’er Noa Lang keerde als invaller weer terug als international.
In de Verenigde Staten is de nieuwe variant van mpox opgedoken. Dat meldt de Amerikaanse gezondheidsdienst CDC zaterdag. Het gaat om de zogenoemde clade 1b-variant van mpox, die al maanden rondgaat in Congo, Burundi, Kenia, Rwanda en Oeganda. De VS zijn het zesde land buiten Afrika waar de nieuwe variant van mpox, eerder bekend als apenpokkenvirus, is vastgesteld.
Het gaat om een persoon in Californië die onlangs vanuit Oost-Afrika naar de VS was gereisd en milde klachten had. Hij of zij werd direct na terugkeer in de VS behandeld en zit sindsdien thuis in quarantaine. Volgens de gezondheidsdienst blijft het risico van het virus „voor het publiek laag”.
Van mpox bestaan twee varianten. Groep 1 komt oorspronkelijk uit Congo, groep 2 uit West-Afrika. Van deze laatste variant worden mensen over het algemeen minder ziek.
Deze zomer riep de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de internationale noodtoestand uit vanwege het nieuwe mpox-type, dat met name de bevolking van Congo hard treft. Zeker duizend inwoners zijn inmiddels al aan het virus gestorven. Er zijn daar tot nu toe dertigduizend besmettingen geregistreerd. De WHO vroeg andere landen vaccins te doneren. Voor de campagne zijn naar verwachting zo’n tien miljoen vaccins nodig.
Vaccinatie
Begin oktober kwam de vaccinatiecampagne in Congo op gang. Volgens sommige gezondheidsfunctionarissen stabiliseert het aantal mpox-gevallen in het Afrikaanse land, een mogelijk teken dat de epidemie aan het afnemen is.
Volgens de WHO werden in Congo de afgelopen weken wekelijks ongeveer 200 tot 300 besmettingen gemeld. In juli waren dat er nog bijna 400 per week. Maar volgens de WHO wordt slechts 40 tot 50 procent van de vermoedelijke infecties officieel vastgesteld en blijft het virus zich verspreiden in delen van het land.
De Afrikaanse gezondheidsdienst schat dat Congo minstens 3 miljoen mpox-vaccins nodig heeft om het virus te stoppen, en dat er nog eens 7 miljoen nodig zijn voor de rest van Afrika. Tot nu toe hebben de WHO en andere landen 900.000 vaccins toegewezen aan negen Afrikaanse landen die getroffen zijn door het virus. Ze verwachten dat er tegen het einde van dit jaar 6 miljoen vaccins beschikbaar zullen zijn.
Debat
In de Tweede Kamer ontstond eerder dit jaar debat over het al dan niet leveren van mpox-vaccins. Minister Fleur Agema (Zorg, PVV) wilde dat Nederland zelf een „veilige voorraad” van 100.000 vaccins had voor als Nederland met een mpox-uitbraak te maken krijgt.
De Kamer wilde, net als het RIVM en de eigen ambtenaren van het ministerie van VWS, dat Agema 13.200 van de 100.000 vaccins aan Afrika zou geven. Acht Kamerfracties – inclusief coalitiepartij NSC – dienden een motie in om 13.200 vaccins per direct in te zetten in de getroffen gebieden in Afrika”. De motie werd door een meerderheid van de Kamer aangenomen.
Lees ook
De moeizame bestrijding van de mpox-uitbraak in Afrika roept bij hulpverleners herinneringen op aan de coronapandemie