Windmolens blijven populair, maar het lukt producenten niet om winst te maken

Productieproblemen Een aantal grote windmolenproducenten leed het afgelopen kwartaal verlies. Aan de vraag naar windmolens ligt het niet.

Een windturbine van het windpark Borssele, voor de kust van Zeeland.
Een windturbine van het windpark Borssele, voor de kust van Zeeland. Foto David van Dam

Net als zijn naaste concurrenten heeft ook de Deense windmolenfabrikant Vestas een verliesgevend kwartaal achter de rug. De marktleider maakte woensdag een omzetgroei van 4 procent bekend tot 3,4 miljard euro, maar ook een verlies (voor rente en belastingen) van 70 miljoen. De windmolenindustrie moet nog „volwassen worden om efficiëntie, kwaliteit en toenemende schaalgrootte te verzekeren”, stelde bestuursvoorzitter Henrik Andersen tijdens een toelichting op de kwartaalcijfers.

Onlangs maakten ook concurrenten als Siemens Energy en de windtak van General Electric (GE) rode cijfers bekend. De fabrikanten zien zonder uitzondering de omzet en de orderportefeuille toenemen, maar door hoge materiaalkosten en productieproblemen lukt het niet om weer winstgevend te worden. De productieproblemen, door verstoringen in de toeleveringsketen, houden volgens Vestas ook in de tweede helft van het jaar aan. De verwachting van het bedrijf, waar 29.000 mensen werken, is wel dat de verstoringen minder groot worden, maar het bedrijf blijft achterlopen met zijn leveranties.

Aan de vraag in de markt ligt het niet. Vestas zag de orderomvang voor nieuwe windmolens in de periode van april tot en met juni met 8 procent toenemen. Daarmee komt de orderportefeuille uit op 20 miljard euro. Samen met de afgesloten onderhoudscontracten gaat het zelfs om een bedrag van 52 miljard euro.

Te hoog innovatietempo

De problemen voor de windmolenbranche zijn niet nieuw. Vorig jaar belandden de grootste producenten (Vestas, Siemens Gamesa, GE en Nordex) bij elkaar opgeteld voor 4,7 miljard euro in het rood. Een belangrijke verklaring voor de productieproblemen is het hoge innovatietempo. Elke twee tot drie jaar komen de bedrijven met een grotere turbine, die weer meer stroom kan leveren. „Er moet iets veranderen, we moeten langzamer worden”, zei technologiebaas Anders Nielsen van Vestas eerder tegen de Duitse zakenkrant Handelsblatt. „Dus niet direct weer met de grootste turbine willen komen.”

Deze week maakte Siemens Energy bekend dit jaar zelfs een verlies te verwachten van 4,5 miljard euro. Dat is vooral het gevolg van de technische problemen en de kostenstijgingen waarmee de Spaanse winddochter Gamesa worstelt. De nieuwste windmolens kampen met „rimpels” op de wieken, legde bestuursvoorzitter Jochen Eickholt van Siemens Gamesa aan de Financial Times uit. „Een rotorblad heeft meer dan 150 lagen glasvezel. We hebben daarin rimpels gevonden die kunnen leiden tot onregelmatigheden.” Ook Eickholt erkende dat het tempo bij de producenten te hoog ligt. „We hebben turbines, die nog niet afdoende getest waren, te snel verkocht.”

De energietak van General Electric zag zijn omzet in het tweede kwartaal zelfs met een kwart stijgen, tot 3,8 miljard dollar (3,5 miljard euro). Winst leveren de toegenomen verkopen niet op, al loopt het verlies wel terug. GE Renewable Energy leed een verlies van 359 miljoen dollar, tegen 419 miljoen een jaar eerder.

GE komt de eer toe dat het met de Haliade-X momenteel de grootste windmolen in petto heeft. Een prototype van deze 260 meter hoge molen draait al een tijdje in de Rotterdamse haven. Eén rotatie van de 107 meter lange wieken levert twee dagen stroom voor een gemiddeld huishouden op.