‘We hebben een aantal kleine pittbulls in ons team’, zegt directeur Nigel de Jong in Nieuw-Zeeland

Nigel de Jong voor een training van het Nederlands elftal in Nieuw-Zeeland.

Foto Carl Recine/Reuters

Interview

WK voetbal Hij voelt zich nog voetballer, maar Nigel de Jong ís directeur van de KNVB. Tijdens het WK brengt hij zijn ervaring over op de spelers van Oranje. „Bij de mannen is de druk zoveel groter.”

Het is het eerste grote toernooi in zijn nieuwe functie. Nigel de Jong (38), voormalig middenvelder van het Nederlands elftal en verschillende topclubs, loopt tijdens het WK in Australië en Nieuw-Zeeland rond als directeur topvoetbal van de KNVB.

Hij volgt de ploeg van bondscoach Andries Jonker van dichtbij, beweegt zich vaak tussen de spelers op het trainingsveld. De Jong geniet van de saamhorigheid die Oranje uitstraalt, vertelt hij tijdens een gesprek met de pers in de residentie van de Nederlandse ambassadeur in Wellington. „Voor mij is het heel mooi om actief deel te nemen aan dit collectieve proces”, zegt De Jong. „Als je ziet hoe ze samenspelen. Hoe ze nadenken over hun WK-doelen, dan kan ik als technisch directeur alleen maar tevreden zijn.”

In de nacht van donderdag op vrijdag (03.00 uur Nederlandse tijd) neemt Nederland het in de WK-kwartfinale op tegen Spanje. Daarover, en over dit toernooi, wil De Jong wel vertellen, maar niet over de functie die hij sinds ruim een half jaar bekleedt bij de KNVB. Het moet nu over de Nederlandse vrouwen gaan, vindt hij.

Geen vrouwenafdeling

Voor zijn gevoel is hij vooral nog voetballer, vertelt de 81-voudig international. Met die blik kijkt hij ook naar dit toernooi. Al vindt hij dat je een WK voor vrouwen niet moet vergelijken met dat van de mannen. „Bij de mannen is de druk zoveel groter. Alles rondom een team is hermetisch afgesloten. Dat kan ook niet anders. Bij de vrouwen is alles veel meer open. De beleving is heel anders. Toch willen zowel de mannen als de vrouwen het allerhoogste bereiken. En gelukkig kan dat nu ook.”

Lees ook: nanny care voor speelsters, een aflevering uit WK-rubriek De Doelpost van Danielle Pinedo

De voormalige ‘pitbull van Oranje’ – hij werd mede bekend door een karatetrap die hij zijn Spaanse tegenstander Xabi Alonso gaf in de WK-finale van 2010 – geeft toe dat hij zich tijdens zijn carrière nooit bezig heeft gehouden met voetbal voor vrouwen.

Hoofdzakelijk omdat de clubs waarvoor hij speelde simpelweg geen vrouwenafdeling hadden. De Jong werd net als heel veel andere Nederlanders gegrepen door de sport toen het Nederlands elftal in 2017 in eigen land Europees kampioen werd. „Vandaag de dag is het heel normaal dat meisjes dromen over een WK. Ik heb ook nichtjes die voetballen. De huidige internationals zijn hun voorbeelden. Het is zaak dat er steeds weer stappen worden gezet. En dat zie ik ook weer op dit WK gebeuren.”

De Jong kijkt niet alleen vanaf de zijlijn toe dit toernooi. Hij voert dagelijks gesprekken met bondscoach Jonker. „Het is hier vooral mijn rol om de bondscoach te ondersteunen daar waar dat nodig is. Dus spar ik met hem over voetbal. Ik kijk naar de belangrijke aspecten. Hoe spelers bewegen. Welke combinaties ze maken. In welk systeem er wordt gespeeld. En met welk doel er aan een training of een wedstrijd wordt begonnen. Dat bespreken we allemaal vooraf en evalueren we erna.”

Dat er ruimte is voor verbetering, is nu al wel duidelijk, zegt De Jong. Bijvoorbeeld als het gaat over de trainingsvelden. In Tauranga moesten de spelers van Oranje op een cricketveld trainen waarop een „knetterharde” plaat in het midden lag, tot groot ongenoegen van Jonker en de spelers, die het gevaarlijk vonden. De Jong: „Dat had ik als speler in principe niet gedaan, nee.”

Aan jezelf denken

Met de internationals probeert De Jong ook zijn eigen ervaringen te delen. Soms gaat het dan over de voorbereiding op een belangrijke wedstrijd. Of hoe hij het zelf vond om zeven tot acht weken van huis te zijn en voortdurend op elkaars lip te zitten. De Jong: „Dan leg ik uit dat je als speler op de juiste momenten aan jezelf moet denken. Je eigen vrijheid moet bewaken. Zonder dat je het collectief in gevaar brengt. Dat doet deze groep heel goed.”

De voormalige speler van onder meer Ajax, Hamburger SV, Manchester City en AC Milan is blij verrast met de manier waarop de internationals zich binnen en buiten het veld manifesteren.

„Ze zijn niet alleen bezig met het WK, maar denken ook na over hun legacy. Dat is heel mooi om te zien, want ze weten dat hun carrière een keer ophoudt. Daar zijn ze al bewust mee bezig. Ze zien zelf dat de sport steeds professioneler wordt”, stelt De Jong.

Hij moet glimlachen als hem wordt gevraagd in wie hij zichzelf als speler het meest herkent. „We hebben echt wel een aantal krijgers in ons team. Kleine pittbulls, noem ik ze. Spelers die een klets kunnen uitdelen. Maar als voetballer moet je niet alleen maar happen en bijten. Je moet wel alles doen om te winnen. Het is te hopen dat het de vrouwen tegen Spanje lukt.”