N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
Etnisch conflict Tot voor kort trok het Ethiopische leger in Tigray nog samen op met de legereenheid van de regio Amhara. Nu zijn het gezworen vijanden. Premier Abiy Ahmed treedt weinig verzoenend op.
In Ethiopië onder premier Abiy Ahmed volgt de ene oorlog op de andere. Sinds begin deze maand woedt er een nieuw conflict, in de noordelijke regio Amhara. De uitgebroken gevechten daar volgen op de twee jaar lange oorlog in de aangrenzende regio Tigray, waarbij een half miljoen mensen omkwamen.
De nieuwe gevechten roepen de vraag op of Abiy Ahmed de onder zijn bewind sterk opgelopen etnische spanningen nog wel in de hand heeft. „Het is een moeilijke balanceerkunst om alle etnische groepen tevreden te stellen”, analyseert Mirjam van Reisen, hoogleraar internationale zaken aan Tilburg University. „Zodra je te veel naar een belangengroep neigt, is de balans zoek. Ik weet niet of Abiy Ahmed het nu nog lang uithoudt.”
In Amhara, ten zuiden van Tigray, riep Abiy Ahmed vorige week de noodtoestand uit. Aanleiding was zijn besluit in april om alle regionale strijdkrachten op te heffen en in het nationale leger op te nemen. De Amhaarse militie Fano, in de oorlog met Tigray een bondgenoot van Abiy Ahmed, weigerde hieraan gehoor te geven, ging een paar dagen geleden in de aanval en heeft zich nu in of rond talrijke grote steden gevestigd, zoals Gondar, Lalibela en Dessie. Fano is populair onder de Amharen en houdt samen met burgers de nationale strijdkrachten tegen. In de nationale hoofdstad Addis Abeba zijn duizenden Amharen gearresteerd, journalisten, politici en advocaten.
Etnische grondslag
Ethiopië, een natie van 115 miljoen inwoners, is een federale staat, waarbij deelstaten op etnische grondslag zijn geformeerd. Ieder van de elf deelstaten mag er van de in 1995 geproclameerde grondwet een eigen politiemacht op nahouden, maar in plaats van politie-eenheden vormden ze legereenheden van vaak meer dan honderdduizend man. Deze legereenheden gingen hun eigen etnische belangen verdedigen en ondermijnden zo de nationale eenheid. Abiy Ahmed intervenieerde eerst in 2018 in de deelstaat van de etnische Somaliërs, om zo’n illegale legereenheid te ontmantelen. Daarna volgde in 2020 Tigray.
Lees ook: Ethiopië belooft noodhulp toe te laten in Tigray
Voor de strijd tegen de zwaarbewapende Tigrese strijdkrachten had Abiy bondgenoten nodig. Hij nodigde het leger van buurland Eritrea daarvoor uit en liet toe dat Amhaarse troepen oud zeer beslechtten met hun Tigrese buren. Abiy Ahmed gaf volop wapens aan Fano en liet Amhaarse jongeren zich bewapenen. Zo slaagde hij erin de op dat moment bloedigste oorlog ter wereld te winnen. Eind vorig jaar werd er een vredesakkoord gesloten in de Zuid-Afrikaanse hoofdstad Pretoria.
Het nu uitgebroken conflict in Amhara is deels het gevolg van Abiy Ahmeds eigen strategie. Zijn Ethiopische leger liep zware verliezen op in Tigray en zonder de hulp van Eritrea en Amhara had hij die oorlog niet kunnen winnen. Maar nu zit hij met bondgenoten opgescheept die een heel andere agenda hebben.
Fano en de reguliere strijdkrachten van de deelstaat Amhara wilden vooral Wolkait en Raya innemen, twee vruchtbare gebieden die in 1991 bij Tigray werden gevoegd. Op grote schaal misdroegen ze zich, evenals de Eritreeërs, in deze twee gebieden, in wat mensenrechtenorganisaties „etnische zuiveringen” noemden. Volgens de Verenigde Naties raakten er 1,2 miljoen mensen ontheemd in West-Tigray. Toen deze gebieden eenmaal weer onder Amhaars bestuur vielen, trokken de Amhaarse troepen niet verder Tigray binnen. Maar ze waren wel kwetsbaar voor Tigrese wraakacties. En ze veroordeelden het vredesverdrag van Pretoria, omdat daarin hun inname van Wolkait en Raya niet werd geformaliseerd.
Bloedbaden
Al deze conflicten hebben kwaad bloed gezet, kwaad etnisch bloed. Het groeiende gevoel van identiteit onder de Amhara leidde tot de vorming van nieuwe partijen en organisaties die opkomen voor Amhara-rechten en -belangen. Ze hekelen de regering omdat ze onvoldoende zou optreden tegen bloedbaden onder Amhaarse minderheden in de deelstaten Oromia en Benishangul, waar ook rebellieën op etnische basis zijn uitgebroken.
Lees ook: Hoe Ethiopië door zijn trotse verleden wordt verscheurd
Hoewel deze etnische polarisatie al onder regimes voorafgaand aan Abiy Ahmed was begonnen, toont de premier zich vooral als iemand die conflicten aanwakkert en niet verzoenend optreedt. Hij kwam in 2018 aan de macht toen er in de toenmalige nationale regeringspartij een nieuwe premier moest worden gekozen. Abiy Ahmed (een Oromo, de grootste bevolkingsgroep) sloot een deal met de Amharen (de tweede bevolkingsgroep) tegen de Tigreeërs, wat het einde inluidde van de dominante van Tigray, dat vanaf 1991 de nationale economie en politiek had gedomineerd.
Er speelt ook een ideologische strijd. De Amharen waren eeuwenlang de heersende groep in het eeuwenoude keizerrijk en willen die centrale rol terug. Abiy Ahmed wil af van het federalisme en streeft een meer gecentraliseerd Ethiopië na. De Amharen, Abiy Ahmed en Eritrea vonden elkaar in hun afstraffingsmissie in Tigray. Daarna hielden hun gemeenschappelijke belangen op. De Amharen keren zich nu tegen Abiy Ahmed en Eritrea is Fano blijven bewapenen en trainen.
Martin Witteveen, een internationaal strafrechtjurist en ooit werkzaam bij de Ethiopische mensenrechtencommissie, zegt: „De geesten zijn nu uit de fles. De centrale overheid van Abiy Ahmed heeft niet meer het monopolie op geweld. De hardheid van álle gewapende groepen, hun grove misdaden, zijn een vrijbrief voor nog meer geweld, van kwaad tot erger.”