N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Zo eet ik Hoe eten mensen en wat zegt dat over hun leven? Deze week: Lucinda Douglas kookt voor mensen die ze niet goed kent.
De ‘Zomertafels’ van Lucinda Douglas (52) zijn onderhand misschien wel een begrip in haar buurt in Apeldoorn. Iedere zomer organiseert Douglas in haar „rijtjeswoningtuin” een reeks diners. Ze nodigt mensen uit die ze niet goed kent en van wie ze het verhaal wil leren kennen: haar demente buurman, een caissière van de supermarkt, iemand die ze op zondag ziet in de kerk maar nog nooit écht heeft gesproken. De groepen stelt ze zorgvuldig samen: mensen die ogenschijnlijk goed bij elkaar passen zet ze juist niet bij elkaar. „Als je bij een etentje iedereen al goed kent, beleef je niks.” Haar drie kinderen (16, 25 en 29) nodigt ze ook altijd uit. „Ik wil ze laten zien dat iedereen een interessant verhaal heeft, als je maar bereid bent goed te luisteren.”
Voor vanavond had ze de tuin ingericht met vier verschillende plekken om elkaar te ontmoeten en te eten. Maar door de regen verplaatste ze alles naar binnen. Twee dagen stond ze in de keuken om draadjesvlees, een risotto en een curry met rijst te maken. Een „typisch Zuid-Afrikaanse curry, scherp en vol, een topper”. De kipworstjes kocht ze bij de Turkse winkel, die maken ze daar zelf. Ze bakte verschillende soorten broden en maakte sauzen. Hoogtepunt van het diner is de toetjestafel met een tiramisu, een peppermint pie en bananencake met karamel. „Allemaal foute dingen, maar zó lekker.”
De gasten kregen vooraf een uitnodiging met het menu en de begin- en eindtijd: 17.00 tot 20.00 uur. Na afloop wil ze rustig opruimen, alle gesprekken verwerken en napraten met haar man. Ze stuurt iedereen die er was een berichtje om te bedanken. En te zeggen hoe bijzonder ze zijn. „Zo wil ik elk diner afsluiten.” Sommige mensen moeten even wennen aan het idee dat er een eindtijd is, zegt ze. Dan legt ze uit dat het niet ongastvrij bedoeld is. „Door het te begrenzen heeft een avond juist meer waarde, vind ik. De sfeer van een besloten feest waar je alles moet halen uit de tijd dat je er bent.”
In Kaapstad, waar ze tot haar 23ste woonde, groeide ze op met veel bezoek. Geen open huis. Je moest wel uitgenodigd zijn, van onaangekondigd hield haar moeder niet. „Ik ook niet. Mensen denken dat je van zoete inval houdt als je gekleurd bent. Nou, wij niet, hoor!” Elke zondag kookte haar moeder een uitgebreide lunch. Na een paar uur vond haar vader het altijd mooi geweest, hoe leuk de mensen ook waren. Hij ging dan in de woonkamer zitten met de deur dicht en de tv aan, sport kijken. „Dan was de boodschap duidelijk en vertrok iedereen heel rap.”
Lucinda is de zesde dochter in de familie Douglas. Op een dag kwam de pastoor bij hen thuis en vertelde over een 22-jarige vrouw. Haar man was omgekomen bij een auto-ongeluk en zij was drie maanden zwanger. Ze werkte als verpleegster en kon het niet betalen om het kind te houden. „Mijn vader wilde per se een naamdrager en adopteerde de jongen. Zijn moeder Christine was altijd welkom bij ons, zij werd een soort grote zus voor mij.” Achteraf is dit dé manier om het leven te leiden, denkt ze nu. Haar ouders deden niet zo strak en moeilijk, en verwelkomden samen wat op hun pad kwam.