N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Afrika Na de staatsgreep in Niger wordt vrijwel de gehele Sahelregio geregeerd door militairen. De volkswoede richt zich steeds meer ook op het Westen. Hoe kon het zover komen?
„Nul kans.” Toen de Nigerese president Mohamed Bazoum afgelopen mei werd geïnterviewd door zakenkrant Financial Times leek hij nog vol vertrouwen. De afgelopen drie jaar grepen in het ene na het andere buurland militairen de macht. Nota bene twee dagen voor Bazoums eigen inauguratie in 2021 probeerden militairen dat nog te voorkomen. Gevraagd of dat nog eens kon gebeuren, was de president resoluut. Nee, zei hij tegen de journalisten. Die kans is nul.
Twee maanden later kijkt de wereld naar zijn ongelijk. Sinds vorige week woensdag wordt Bazoum gevangen gehouden in zijn presidentieel paleis, door de presidentiële garde die hem juist moest beschermen. Hun leider, generaal Abdourahmane Tchiani, verscheen in camouflage-uitrusting op nationale televisie. Het leger zegt hem te steunen, net als de militaire junta’s in Mali en Burkina Faso.
Bazoum had beter kunnen weten – en deed dat waarschijnlijk ook. Zo graag als hijzelf en het Westen wilden geloven dat Niger een „solide partner” was (dixit EU-buitenlandchef Josep Borrell tijdens een recent bezoek aan de hoofdstad Niamey), was ook hier het laagje schijn flinterdun. Net als bij zijn buren maskeerden democratische verworvenheden in Niger slechts een fragiele staat waar iedere druppel er een te veel kan zijn.
Het is een regel die opgaat voor heel de Sahel, de strook van west naar oost in Afrika, van Senegal aan de Atlantische Oceaan tot aan Soedan bij de Rode Zee, ingeklemd tussen de verschroeiende Saharawoestijn en de klamme, beboste kuststreken. Wie die enorme ruimte probeert te controleren, strandt in het zand. Het is onmogelijk.
Oorlogstrom
De Fransen probeerden het. In het dorpje Sabouciré, aan wat nu de Malinese kant van de grens met Senegal is, staat een monument van koning Niamodi Sissoko. Hij roert de oorlogstrom, omringd door strijders met speren en pijl en boog. In 1878 namen zijn soldaten het op tegen de eerste Franse binnendringers die vanuit het huidige Senegal waren begonnen aan hun verovering van de Sahel.
De Franse kolonisatoren wonnen de veldslag en zouden de daaropvolgende tachtig jaar hun ‘orde’ aan de regio opleggen door er het Franse bestuursmodel te kopiëren. Inclusief dezelfde administratieve namen en indelingen. Na de onafhankelijkheid in 1960 gingen de nieuwe machthebbers in dat keurslijf verder, met grondwetten gestoeld op die van de Cinquième République en een munt die tot drie jaar terug nog was gekoppeld aan de Franse reserves.
Hun gezag reikte alleen vaak niet veel verder dan iets buiten de hoofdsteden; de zwakke staatsstructuren vervlogen in de weidsheid. „Het gezag houdt op bij de wegversperring iets buiten [hoofdstad] Bamako”, schamperde in 2015 een oud-adviseur van Ibrahim Boubacar Keïta, toen president van Mali, tegen NRC.
Lees ook: ‘Nigerezen moesten altijd lachen als Niger door het Westen een democratie genoemd werd’
Dit gaf putschisten de kans de macht te grijpen. Soms met hulp van Frankrijk, als de leiders hen onwelgevallig waren. Alleen al in de vorige eeuw telde Mali twee staatsgrepen, Burkina Faso vijf en Niger drie. Inmiddels staan hun tellers op respectievelijk vijf, negen en vijf – de mislukte pogingen niet meegerekend.
Centralisme
Het centrale staatsmodel wrong ook met de verlangens van de bevolking, vertelde Moussa Mara, van 2014 tot 2015 premier in Mali, aan NRC. „Alleen onder dwang conformeren inwoners zich aan de staat. Het centralisme erkent de diversiteit van de talrijke bevolkingsgroepen niet.” Politieke elites en corrupte ambtenaren profiteerden van dat non-conformisme, net als smokkelaars die alles van drugs tot migranten door de Sahara stuurden.
Vooral vanaf de jaren negentig, toen een democratiseringsgolf over het continent trok en ook Sahellanden kennismaakten met meerpartijensystemen, nam de corruptie toe, zegt Mirjam de Bruijn, Sahel-expert bij de Universiteit Leiden, gestuwd door buitenlandse hulpprogramma’s. „De hulpindustrie schiep een cultuur van ongelijkheid met een nieuwe economische elite en een heel systeem van per diems, dagbetalingen, en dikke auto’s.”
De bevolking zelf bleef straatarm. In Niger, een van de armste landen op aarde, zijn meer dan vier miljoen mensen afhankelijk van hulp, volgens de Verenigde Naties. Het is ook het land met de hoogste bevolkingsgroei: gemiddeld krijgt een Nigerese vrouw zeven kinderen. Werk is er nauwelijks. Vrijdag kondigde het Nederlandse demissionaire kabinet aan de samenwerking met de centrale overheid in Niger op te schorten.
Wanbestuur, zelfverrijking. Het heeft burgers murw gebeukt en de deur opengezet voor islamitische fundamentalisten. Na een opstand in het noorden van Mali in 2012 grepen zij hun kans. Tien jaar later staat de Sahel in brand. Het epicentrum van islamitische terreur bevindt zich niet langer in het Midden-Oosten, maar in Mali, Burkina Faso en in iets mindere mate Niger. Tienduizenden kwamen al om en miljoenen raakten ontheemd.
Lees ook dit interview met onderzoeker Joe Gazeley: Waarom Mali steeds maar staatsgrepen heeft
De volkswoede hierover richt zich in toenemende mate ook op het Westen. En vooral op oud-kolonisator Frankrijk. Na een in het begin succesvolle militaire interventie in Mali in 2013 bleken de duizenden Franse soldaten die daarna nog jaren in het land bleven niet in staat de mannen met baarden te kunnen stoppen.
De massale westerse steun die onderwijl naar nationale legers vloeide in het kader van deze war on terror, versterkte de politieke invloed van de militairen. De burgerregimes die in de jaren negentig militaire bewinden opvolgden, hadden juist geprobeerd die invloed in te dammen om nieuwe coups te voorkomen.
Als in een dominospel grepen zij de macht. Eerst in 2020 in Mali, toen Burkina Faso en nu in Niger. Zich steeds beroepend op de onmacht van hun verkozen leiders het land te besturen en de jihadisten de baas te kunnen. „De politieke retoriek wilde u doen geloven dat alles goed gaat”, verklaarde Nigers coupleider Tchiani op tv. „Maar de harde waarheid is er een van talloze doden, ontheemden, vernedering en frustratie.”
Lees ook: Staatsgreep in Niger plaatst West-Afrikaanse leiders lijnrecht tegenover elkaar
Deskundigen trekken die lezing in twijfel. „Soms is er simpelweg een contagion effect”, citeerde The New York Times Issaka K. Souaré, onderzoeker en auteur van een boek over coups in West-Afrika: de ene coup steekt de andere aan. Ja, de dreiging in Niger is groot met jihadisten van Boko Haram die de grens met Nigeria oversteken en aan Al Qaeda en IS gelieerde groepen die vanuit Mali en Burkina Faso oprukken. Maar waar in de laatste twee landen het aantal doden door terreur verder explodeert, met name sinds de staatsgrepen, nam dat in Niger juist af.
Ordinair machtsspel
Terwijl zijn militaire collega’s Franse troepen de deur wezen en zich keerden tot Russische huurlingen of het bewapenen van burgerwachten, gooide Bazoum het in Niger over een andere boeg: een voorzichtige balans tussen militaire operaties, dialoog met jihadisten en hulp van vooral de Fransen en Amerikanen. Wie de wapens inleverde, beloofde hij een re-integratie in de maatschappij. Dat leek, zij het nog pril, effect te hebben.
Een aannemelijkere reden voor de coup lijkt dan ook een ordinair machtsspel. Bazoum zou op het punt hebben gestaan Tchiani te vervangen als hoofd van zijn presidentiële garde. Salifou Modi, de ‘nummer twee’ van de coup die de afgelopen dagen langsging bij de junta’s in de buurlanden, gaf tot voor kort leiding aan het Nigerese leger. In juni stuurde Bazoum hem als ambassadeur naar de Verenigde Arabische Emiraten.
„Het enige waar het ons om gaat is… om [goed] bestuur te bevorderen om ons te beschermen tegen een staatsgreep”, zei Bazoum in mei tegen zakenblad The Economist. Maar in de ogen van veel Nigerezen schortte het juist daar nog altijd aan. Corruptie blijft een probleem en hoewel de president populair is, is zijn partij dat allerminst. De PNDS won de verkiezingen na een staatsgreep in 2010 en trok daarna onder Bazoums voorganger alle macht naar zich toe. Bazoums verkiezing in 2021 was dan ook niet onomstreden – velen zagen de uitslag als frauduleus – maar het was óók Nigers eerste democratische machtsoverdracht.
De president weigert nu zijn ontslag in te dienen. „Ik schrijf dit als gijzelaar”, begint Bazoum vrijdag een open brief in de Amerikaanse krant The Washington Post. Daarin vraagt hij de Amerikanen om hulp. „In de onrustige Sahel is Niger het laatste bastion van respect voor de mensenrechten te midden van autoritaire bewegingen die onze buren hebben overgenomen. […] Als de coup slaagt, zal dat verwoestende gevolgen hebben voor ons land, onze regio en de hele wereld.”
Lees ook: Met coup in Niger houdt Europa bijna geen bondgenoot over in West-Afrika
Lees ook: Dodelijke aanval op dorpelingen tekent escalatie in Burkina Faso