Bondscoach Andries Jonker: ‘Alle 23 spelers zijn me even lief. Het gaat namelijk maar om één ding: wij’

Bondscoach Andries Jonker en Lieke Martens vieren de 1-0-overwinning van Nederland op Portugal, op 23 juli.


Foto Ritchie B. Tongo/EPA

Interview

Andries Jonker | Bondscoach Naar namen en reputaties kijkt hij niet. Nee, spelers beoordeelt bondscoach Andries Jonker alleen op prestaties. „Als een gevestigde speler steeds een stukkie afsnijdt, zeg ik daar wat van.”

Iedere keer als Andries Jonker (60) de eetzaal van Oranje binnenstapt, moet hij even goed kijken waar iedereen zit. Want dat is elke keer weer anders. De bondscoach van het Nederlands elftal noemt het als voorbeeld om te illustreren hoe goed de sfeer binnen de selectie van Nederland is op het WK in Australië en Nieuw-Zeeland. „De ervaren kern gaat niet steeds bij elkaar zitten, maar neemt de jongeren op sleeptouw. Vanaf dag één rouleert dat allemaal op natuurlijke wijze”, legt Jonker uit aan een tafeltje in het vaste onderkomen van Oranje in Tauranga, een paar dagen voordat Oranje zondag een achtste finale tegen Zuid-Afrika speelt. Lachend: „Dat is heel anders dan bij de mannen. Als je bij een club als Sparta op dag één naast iemand komt te zitten, dan is dat tien jaar later nog steeds het geval.”


Jonker stelt tevreden vast dat de selectie van 23 internationals een dynamiek heeft waar hij zelf weinig aan hoeft te doen. Het is volgens hem tekenend dat oudere, ervaren reserves als Renate Jansen (32) en Merel van Dongen (30) uit eigen beweging klaarstaan om jonge, onervaren talenten bij te staan. Jansen en Van Dongen zijn volgens Jonker „geen spelers die steeds in beeld zijn bij het grote publiek, maar ze lopen wel al jaren mee. Ze stellen zich dienstbaar op voor anderen die wel spelen. Ze helpen en steunen waar nodig is. Dat is heel erg belangrijk. Ook dat gaat vanzelf.”

Bellen met drie internationals

Toch heeft Jonker wel degelijk zelf de basis gelegd onder dit Oranje, nadat de KNVB hem vorig jaar benaderde om de ontslagen Engelsman Mark Parsons op te volgen. Jonker belde met drie internationals om de stemming over zijn kandidatuur te peilen, vertelt hij: Vivianne Miedema, Sherida Spitse en Lieke Martens. „Ik kende niemand die zoveel goals heeft gemaakt als Viv, ik kende niemand die zoveel interlands heeft gespeeld als Sherida en Lieke was de enige met een Gouden Bal”, legt Jonker uit. „Ik heb gevraagd wat er in hun ogen allemaal op het EK aan de hand was geweest.”

De drie wilden niet te veel terugkijken, zegt Jonker, maar het werd hem duidelijk dat de spelers toe waren aan helderheid. En Jonker schept die duidelijkheid door aan aantal dingen van zijn spelers te eisen: „Zoals dat je altijd je uiterste best doet bij je club én bij het Nederlands elftal. Niet alleen tijdens trainingen en wedstrijden, maar dat je ook aan tafel op Eerste Kerstdag denky aan het belang van Oranje.”

Vooraf was hij duidelijk over zijn stijl van communicatie. „Ik heb tijdens mijn presentatie als bondscoach bewust de hoop uitgesproken dat ze om zouden kunnen gaan met mijn duidelijkheid. Want ik ben als trainer gewend om spijkerhard te zijn. Want als je wilt winnen, dan moet je daar alles voor doen.”

Kritiek is om iemand beter te maken. En niet om iemand af te breken

Vrijwel meteen wees Jonker drie aanvoerders aan: Spitse, Miedema en Van de Donk. „Spitse als een soldaat die vooropgaat in de strijd, Miedema als iemand die overal over nadenkt en Van de Donk als de verbinder van de groep.” Miedema, die vanwege een zware knieblessure niet mee kon naar het WK, is als aanvoerder inmiddels vervangen door Jackie Groenen.

Keer op keer zegt Jonker dat hij niet naar namen of reputaties kijkt en zijn spelers slechts beoordeelt op hun prestaties. Hij schroomt niet de grote namen aan te pakken als dat nodig is. Jonker: „Als een speler van de gevestigde orde steeds een stukkie afsnijdt en niet om de pylonnen heen loopt, dan zeg ik daar wat van. En iedereen moet gewoon vol sprinten. En als Martens vijf keer een bal verkeerd schiet, pak ik haar aan. Want er is geen verschil tussen Lieke [Martens] en Wieke [Kaptein].” De 17-jarige Kaptein debuteerde dinsdag tegen Vietnam. Jonker: „Alle 23 spelers zijn me even lief. Het gaat namelijk maar om één ding: wij. Daarbij is alle kritiek positief bedoeld. Om iemand beter te maken. En niet om iemand af te breken.” Volgens Jonker is de onderlinge omgang cruciaal voor het groepsproces, want spelers kunnen in zijn ogen alleen op hun top presteren als ze goed in hun vel zitten.

Forse deuk in het Oranje-imago

Het belangrijkste dat Jonker aan het huidige Oranje heeft toegevoegd is de manier van spelen. Want de ‘Oranje Leeuwinnen’ die in 2017 Europees kampioen werden onder bondscoach Sarina Wiegman, en met massale steun twee jaar later de WK-finale haalden, vielen vorig jaar onder Parsons ver terug. Het imago van Oranje liep een forse deuk op.

Jonker broedde op een manier van spelen die bij de ploeg paste. „Deze spelers zijn het beste als ze op de aanval gaan.”

Hij bedacht een nieuw systeem waarbinnen sterspeler Martens en het grote talent Brugts allebei tot hun recht zouden komen. Beiden waren tot voor kort linksbuiten en directe concurrenten van elkaar. „Ik zag al snel dat Brugts veel in haar mars had en eigenlijk helemaal geen statische linkerspits was.”


Lees ook: Lang vliegen en een slecht veld: hoe kon Oranje op het WK zo’n onhandige uitvalsbasis kiezen?

Dus zette Jonker haar neer als wingback, een aanvallend ingestelde vleugelverdediger. „Zodat ze met haar dynamische spel de hele linkerkant kon bestrijken. Dat mislukte faliekant in een interland tegen Noorwegen. Ze stond bol van de spanning. Maar toen we het opnieuw probeerden tegen Costa Rica ging het wel goed. Daarmee was een belangrijk stuk van de puzzel gelegd.”

Zo speelt Nederland op dit WK het beproefde 3-5-2-systeem met twee voormalige vleugelaanvallers als wingbacks en Martens in een vrije rol links voorin.

En hoewel Miedema het WK thuis in Londen voor de televisie volgt vanwege haar knieblessure, maakt ook de vedette nog steeds onderdeel uit van het team. Jonker: „Ik bel haar na iedere wedstrijd even. Het doet haar veel pijn dat ze er niet bij is. Maar ze is uitermate betrokken en denkt altijd met ons mee. Dat zegt óók heel veel over dit Oranje.”