Onderzoek: reddingsacties op de Middellandse Zee trekken geen migranten aan

Migratie Hebben reddingsacties op de Middellandse Zee een aanzuigende werking op migranten? Deze overtuiging, populair bij politici, wordt in een nieuw onderzoek onderuitgehaald.

Migranten aan boord van een klein bootje op de Middellandse Zee krijgen reddingsvesten uitgedeeld van vrijwilligers van de ngo’s SOS Mediterranee en het Rode Kruis.
Migranten aan boord van een klein bootje op de Middellandse Zee krijgen reddingsvesten uitgedeeld van vrijwilligers van de ngo’s SOS Mediterranee en het Rode Kruis.

Foto Jeremias Gonzalez/AP

Zoek- en reddingsacties op de Middellandse Zee trekken geen migranten aan. Dat blijkt uit een donderdag in Nature gepubliceerd artikel van onderzoekers van de Universiteit van Potsdam, twee instituten in Berlijn en de Harvard-universiteit. De onderzoekers ontwikkelden een statistisch model waaruit blijkt dat de reddingsoperaties een reactie zijn op de grotere toestroom van migranten, geen oorzaak ervan.

Het onderzoek spitst zich toe op de zogenoemde Centrale Middellandse Zeeroute, tussen Libië en Tunesië enerzijds en Malta en Italië anderzijds. Sinds 2014 kwamen er volgens het Missing Migrants Project van de Internationale Organisatie voor Migratie op deze route meer dan 17.000 mensen om.

Potentieel is dit onderzoek van groot belang in de discussie over reddingsacties op zee. Vooral bij politici aan de rechterflank bestaat het idee dat reddingsoperaties een ‘aanzuigende werking’ op migranten hebben, en dat reddingswerkers eigenlijk een soort hulpjes zijn van mensensmokkelaars. De smokkelaars durven het aan om mensen de zee op te sturen omdat ze erop kunnen rekenen dat zij gered zullen worden, is de gedachte. Haal het reddingswerk weg en er zal minder migratie zijn.

Deze gedachte spoorde de Italiaanse premier Giorgia Meloni ertoe aan om het werk van reddingsschepen van ngo’s ernstig te belemmeren. Honderden reddingswerkers in Europa worden zelfs vervolgd voor hun hulp aan migranten– tot nu toe zonder één veroordeling. En ook de demissionaire Nederlandse staatssecretaris Eric van den Burg (Asiel, VVD) zei, in een interview voor het recent gepubliceerde boek De vluchteling, de grenswacht en de rijke Jood van Arnon Grunberg, dat de hulpverlener die met goede bedoelingen op de Middellandse Zee mensen in gammele bootjes probeert te redden „soms onderdeel wordt van de mensensmokkelarij”.


Lees ook: Artsen zonder Grenzen: Italiaanse wet tegen reddingsschepen van ngo’s is ‘cynische pesterij’

Het donderdag gepubliceerde onderzoek, onder leiding van de Potsdamse socioloog Alejandra Rodríguez Sánchez, ontkracht dergelijke redeneringen. De onderzoekers keken naar drie verschillende periodes waarin er veel of juist weinig reddingsacties geïnitieerd werden en ontwikkelden een statistisch model om in te schatten of de migrantenaantallen wezenlijk anders zouden zijn geweest met of zonder die operaties. Er werd geen verschil waargenomen tussen het daadwerkelijke en het door het model voorspelde aantal oversteekpogingen.

Wél van invloed op het aantal migranten, aldus de onderzoekers, zijn de pushbacks die uitgevoerd worden door de Libische kustwacht. Deze mede door de Europese Unie gefinancierde organisatie duwt geregeld migrantenboten terug naar Libië, ook als ze al in Europese wateren voeren en de opvarenden dus recht hadden gehad op een asielaanvraag. Deze, illegale, pushbacks hebben een afschrikwekkende werking, maar hierdoor, zo merken de onderzoekers op, verslechtert wel de mensenrechtensituatie van migranten in Libië. Bovendien hebben ze „geen invloed op de structurele drijfveren” van migranten en kunnen ze migranten dwingen om gevaarlijkere routes te nemen.

Aanzuigende werking

De onderzoekers gaan uitgebreid in op het argument van de aanzuigende werking die zoek- en reddingsoperaties op migranten zouden hebben. Drie soorten pull factor worden er in het onderzoek onderscheiden. Ten eerste zou de aanwezigheid van reddingsboten meer oversteekpogingen aanmoedigen, ongeacht het werkelijke gevaar van het oversteken van de Middellandse Zee. Ten tweede zouden zoek- en reddingsoperaties onder leiding van de overheid en particulieren onbedoeld de mensensmokkelaars helpen, door de kosten van hun bedrijfsvoering te verlagen. En ten slotte zouden zoek- en reddingsoperaties het onbedoelde gevolg hebben dat de reis veel gevaarlijker wordt voor migranten.

Het probleem met deze theorieën is dat er amper empirisch bewijs voor bestaat, schrijven de onderzoekers. Het empirische bewijs dat er wel is om de aanzuigende werking te bewijzen, is „zowel schaars als methodologisch gecompromitteerd”. Volgens de onderzoekers houden eerdere onderzoekers te weinig rekening met redenen die migranten hebben om naar Europa te willen trekken. In hun voorspellende model gaan Rodríguez Sánchez c.s. uit van verschillende factoren waarvan bekend is dat ze migratie beïnvloeden, zoals conflicten, grondstofprijzen, werkloosheidscijfers of indicatoren voor het zoeken naar werk, wisselkoersen, milieurampen en de luchtverkeersstromen tussen landen in Afrika en Europa.


Lees ook: ‘Wij komen uit Europa’, zegt de bemanning van de reddingsboot. Onder de migranten breekt er luid gejoel uit

Periodes met veel reddingsacties vallen veelal samen met hoge aantallen migranten. Het lijkt voor sommigen daarom „in eerste instantie contra-intuïtief”, schrijven de onderzoekers, maar uit de statistische analyses blijkt dat zoek- en reddingsoperaties geen invloed hebben op de bereidheid om de oversteek in deze vorm te maken. Noch hebben ze een vermeerderend effect op het aantal potentiële of toekomstige migranten.

Ook vallen periodes met veel reddingsacties samen met een relatief laag sterftecijfer. De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat het reddingswerk de oversteek in elk geval niet gevaarlijker maakt.

Al met al verklaren reddingsacties niet waarom mensen besluiten of gedwongen worden te verhuizen, aldus de onderzoekers. „Ons onderzoek strookt met eerder beschrijvend onderzoek […], dat suggereert dat irreguliere migratie veel beter kan worden verklaard door verslechterende economische omstandigheden, aantasting van het milieu, conflicten of geweld, en politieke vervolging.”

Geen legale migratiewegen

Het onderzoek van Rodríguez Sánchez en haar medeonderzoekers „vormt een bevestiging van wat we al wisten uit eerder onderzoek, namelijk dat het frame van de pull factor niet klopt”, zegt hoogleraar politieke geografie en geopolitiek Henk van Houtum van de Radboud Universiteit Nijmegen in een reactie. Ook volgens Van Houtum bepalen vooral de politieke omstandigheden in de landen van waaruit men vlucht of mensen de overtocht wagen. „Omdat er geen legale migratiewegen zijn, is de reis ongelooflijk gevaarlijk, dat weten migranten heus wel. Dus ze nemen de boot niet lichtvaardig. Het is het laatste middel op zoek naar veiligheid en een stabiel heenkomen.”


Lees ook: Wie migranten helpt, wordt tot crimineel gemaakt

Politici weten dat de doden niet door reddingswerkers, maar door het Europese grensbeleid veroorzaakt worden, stelt de Nijmeegse hoogleraar. „Je kunt niet anders dan constateren dat er willens en wetens een vals frame wordt gebezigd voor binnenlands electoraal gewin. De schuld van het zelf gecreëerde asielprobleem wordt geschoven op anderen, zoals smokkelaars en migranten, en zelfs sinds enige jaren op levensreddende organisaties, die er zijn omdat de EU mensen laat sterven.”