N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Spitsuur Rowanne Huisman (32) is dierverzorger bij Ecomare op Texel. Het eilandleven kent zijn beperkingen. „Maar als ik de honden uitlaat op het strand, heb ik altijd een vakantiegevoel.”
‘Zolang ik me kan herinneren, wilde ik al dolfijnentrainer worden. Toen ik een jaar of zes was, ging ik een keer met mijn ouders naar het Dolfinarium. Daar zag ik hoe je als trainer een onvoorwaardelijke band kunt hebben met een dier; een roofdier zelfs. Wow, dat was een groot gevoel. Als ik nu in het Dolfinarium ben, kan me dat nog steeds raken: zo’n indruk heeft dat op me gemaakt.
„Die drive om dolfijnentrainer te worden heeft me richting gegeven in mijn studie. Ik begon op het vmbo en klom via het mbo op tot de hbo-opleiding Animal Management in Leeuwarden. Ik heb er vijf jaar over gedaan. Vooral de theorie was lastig voor mij, maar omdat ik zo’n duidelijk doel voor ogen had, is het me gelukt.
„In 2018 ben ik begonnen als dierverzorger bij Ecomare, een natuurmuseum en zeehondenopvang op Texel. Daar hebben ze geen dolfijnen, al waren er wel twee bruinvissen toen ik er kwam werken, Dennis en Michael. Bruinvissen zijn kleine tandwalvissen die erg slim zijn, net als dolfijnen. Helaas moesten ze in 2020 terug naar het Dolfinarium, waar ze vandaan kwamen. Ik mis ze nog steeds enorm.
„Gelukkig is het werk bij Ecomare superleuk en gevarieerd. Als dierverzorger doe je hier alles: de vogelopvang, de zeehonden en de aquaria. We gaan op pad als een zeehond verstrikt is geraakt in een net op zee, beoordelen meldingen van zeehonden op het strand, wassen zeevogels die met olie zijn besmeurd. En dan heeft Ecomare ook nog een flinke educatieve functie. Drie keer per dag geven we een presentatie aan het publiek waarbij we de zeehonden en de vissen in de aquaria voeren. Op een drukke zomerdag staan er zomaar vierhonderd man rond het bassin. Ik kan daar nog steeds superzenuwachtig voor zijn, maar het geeft wel een kick als het lukt.
„Het werk is fysiek en mentaal best zwaar. Je moet bijvoorbeeld een zeehond kunnen fixeren: dan zit je over de zeehond heen en houd je ’m in z’n nek vast, bijvoorbeeld om medicijnen toe te dienen. Ook sjouwen we iedere dag met pakketten vis van 25 kilo per stuk.
„Verder moet je voor dit werk altijd ‘aan’ staan. Het is niet voor niets dat Ecomare zijn dierverzorgers verplicht om op Texel te wonen. Je moet oproepdiensten draaien en krijgt wel eens vogels mee naar huis om ook ’s avonds en ’s nachts te voeden. Mijn werk is mijn passie, maar je moet ervoor waken dat je er niet in blijft hangen. Want dierverzorging stopt nooit.”
Ver van huis
„Ik kom oorspronkelijk uit Klundert, Noord-Brabant. Dus ik ben ver van huis. Eén keer in de maand probeer ik naar mijn ouders te gaan – ik ben echt een familiemens – al kost dat wel meteen 100 euro voor de boot en benzine. Sowieso is Texel best een duur eiland om te leven. Dus ik kan niet heel ruim rondkomen met mijn salaris.
„Ik woon in een tiny house in een nieuwbouwwijk in Den Burg. Daar heb ik geluk mee gehad; woonruimte vinden op Texel is best een uitdaging te noemen. In de eerste drie maanden ben ik wel zes keer verhuisd: van tijdelijk adres naar tijdelijk adres. Dus ik ben superblij dat ik nu mijn eigen plekje heb. Wel heeft het huis maar één slaapkamer, dus als mijn ouders komen logeren, slapen zij daar en lig ik op de bank. Maar dat doe ik met liefde.
„Door het toerisme is Texel in de zomer heel anders dan in de winter. In de zomer verdrievoudigt het qua mensen: echt bizar. Ik merk het vooral omdat toeristen in een rustige vakantiemodus zitten, terwijl ik soms gewoon haast heb om op mijn werk te komen of even snel boodschappen wil doen. Dan denk ik wel eens: hup, opschieten nou.
„In de winter kan het hier dan weer spookachtig zijn. Op Ecomare is het rustig, net als op straat en in de winkels – als ze überhaupt open zijn. Aan het eind van de winter denk je: nou, het seizoen mag wel weer beginnen. En aan het eind van de drukke zomer verlang je weer naar de rust van de winter – dat houdt elkaar wel mooi in balans.”
Sociale aansluiting
„Of ik Texel mijn thuis zou noemen? Dat vind ik lastig. Ik doe hier veel aan sport en vind mijn werk fantastisch, maar als je hier niet vandaan komt, is het soms lastig échte sociale aansluiting te vinden. Ik zou het leuk vinden mijn leven en passies te kunnen delen met een vriend, maar een leuke jongen op Texel heb ik nog niet gevonden.
„Het helpt dat ik van maandag tot donderdag mee-eet bij mijn buren: een superleuk gezin waar ik het goed mee kan vinden. Ook ga ik wekelijks langs bij Joke, de vrouw van wie ik een tijdje een kamer heb gehuurd toen ik net op Texel woonde. Haar noem ik altijd mijn ‘eilandmoeder’. En dan heb ik nog mijn bordercollies: Yuna en Hep. Ze zeggen wel eens dat mensen lijken op hun honden; dat is bij mij zeker zo. Wij moeten wat te doen hebben, anders worden we gek, haha!
„Ik ga binnenkort op Texel het schapen drijven met de honden weer oppakken. Dat heb ik ooit tijdens een stage geleerd, maar het is daarna wat naar de achtergrond verdwenen. Toen ik mijn twee bordercollies kreeg, kon ik op zoek naar een stukje grond voor de schapen. Dat lijkt nu gelukt. Het idee is de schapen de gemeenschappelijke tuin bij mijn huis te laten begrazen: goed voor het gras, de schapen en het scheelt ook nog eens maaien.
„Ik ben op een dag wel zo’n drie uur bezig met verzorgen, uitlaten en trainen van Yuna en Hep. Ik doe hondenbootcamp met ze, behendigheidstraining, en ze gaan zelfs mee op mijn sup – een soort surfboard. Dat kan op een meertje in de buurt. Ook ben ik zo met ze op het strand, in het bos of in de duinen. Dat is een voordeel van wonen op Texel: je hebt altijd een vakantiegevoel.”