Europees voorstel: Slachtoffers krijgen meer rechten en worden minder afhankelijk van het OM

Strafrecht De Europese Commissie stelt voor dat slachtoffers in het strafproces afdwingbare rechten krijgen, zoals in hoger beroep gaan. „Slachtoffers worden te vaak weggeschoven.”

Illustratie Maud de Vries
Illustratie Maud de Vries

Slachtoffers die hun zitting missen omdat de strafrechter niet weet dat ze aanwezig zijn en de bode dus vergat ze binnen te roepen. Slachtoffers die door de rechter onterecht in hun spreekrecht worden ingeperkt en daarna fout door de officier worden voorgelicht. Slachtoffers die achteraf vaststellen dat de officier fouten maakte bij de tenlastelegging en daarna niet tegen de vrijspraak in hoger beroep wil.

Rondom de rechten van slachtoffers in het strafproces kraakt en piept het in de praktijk met grote regelmaat. Half juli stak een publicitaire storm op onder ambulancebroeders, gericht tegen het Openbaar Ministerie. Dat verloor een vervolging wegens bedreiging met zware mishandeling van een ambulancemedewerker met een stuk hout en stelde dat er „geen kans op succes was in hoger beroep”.Waarna de ambulancemedewerkers collectief en openlijk het vertrouwen in het OM verloren en een advocaat in de arm namen. Die schreef dat nog ten minste drie andere delicten in aanmerking hadden kunnen komen om de verdachte voor de rechter te brengen. En dat een kort geding om alsnog hoger beroep af te dwingen in de pen zat. Een dag later ging het OM overstag en kondigde een nieuwe dagvaarding aan, met een ander delict.


Lees ook dit artikel: Openbaar Ministerie zet zaak rond belemmeren ambulancemedewerkers toch voort

Afhankelijk

De mondigheid van het slachtoffer neemt al jaren toe. En de politieke steun voor slachtoffers ook. Onlangs nam de Kamer nog een wetsvoorstel aan dat verdachten van bepaalde delicten verplicht tot aanwezigheid bij het spreekrecht, en nabestaanden het recht geeft bij tbs-verlengingszittingen het woord te voeren.

Een kort geding om de civiele rechter hoger beroep te laten bevelen, is ook geen uitzondering meer. Onlangs, begin juli, verloor het OM daartegen een hoger beroep. Het OM werd toen door het gerechtshof Den Haag stevig toegesproken. Of de staat zich maar wil realiseren dat slachtoffers in het strafproces „geheel afhankelijk zijn” van het OM, dat immers over alle informatie beschikt en alle beslissingen mag nemen. Op zitting hoort de officier zich dan ook als belangenbehartiger van het slachtoffer te gedragen. Tegenspreken dus, als de rechter ten onrechte het spreekrecht van het slachtoffer inperkt, zoals destijds gebeurde. Ook mag de officier niet „zonder vooroverleg” en „anders dan het slachtoffer had mogen verwachten” de zaak op de zitting laten vallen en vrijspraak vragen.

Of de officier maar wil snappen dat hij of zij een „bijzondere verantwoordelijkheid” heeft om slachtoffers in het strafproces te beschermen.


Lees ook dit artikel: ‘De nabestaande hoort niet op de stoel van de officier’

Slachtoffers moeten op termijn „effective remedies” krijgen in een strafproces, stelt de Europese Commissie voor

Aardverschuiving

Komende jaren wordt daar nog een fors tandje bij gezet, tenminste: als het aan Brussel ligt. De Europese Commissie publiceerde vorige maand een nieuwe, verscherpte Slachtofferrichtlijn. Die bevat elementen die Rosa Jansen, bestuursvoorzitter van Slachtofferhulp Nederland, als een ‘aardverschuiving’ kwalificeert. Van lidstaten wordt gevraagd om slachtoffers in strafprocessen ook zélf beslissingen, die hen rechtstreeks aangaan, te laten aanvechten. Denk daarbij aan eigenhandig hoger beroep of cassatie instellen. Daarmee is het slachtoffer niet langer afhankelijk van het OM.

Slachtoffers moeten op termijn „effective remedies” krijgen in een strafproces, zegt de richtlijn. Ofwel juridisch effectief beschermde belangen. Bijvoorbeeld dat de rechter verplicht rekening houdt met data waarop slachtoffers niet aanwezig kunnen zijn. Of verplichte controle van de juistheid van het adres waar de uitnodiging naar is verstuurd voor de zitting. Met echte sancties als die rechten worden geschonden: een zitting die niet doorgaat, een dwangsom, verplicht uitstel etcetera.

Eeuwig verschil

Jansen hoopt dat er dan een einde komt aan dat eeuwige verschil in rechtspositie tussen slachtoffer en verdachte. „Als Taghi bij wijze van spreken met z’n ogen knippert, wordt z’n zitting uitgesteld en gaat er voor drie ton aan gemaakte kosten de prullenbak in. Maar als er iets met spreekrecht is of een verhindering in een gewone zaak, dan wordt die echt niet aangehouden. Altijd onder het motto dat de zaak geen uitstel duldt. Er is de héle tijd dat verschil. Daar moeten we niet aan wennen. Dat moet allemaal afdwingbaar en corrigeerbaar worden.”

Als je de samenleving stabiel wilt houden, is het goed om slachtoffers erbij te betrekken

Rosa Jansen bestuursvoorzitter Slachtofferhulp Nederland

Dit is ook nodig, zegt Jansen, omdat „wij merken dat dit over het algemeen de gewone, gemiddelde burger overkomt. Als je die de héle tijd zó behandelt dan krijg je uiteindelijk wel onvrede in dit land. Het slachtoffer is de énige die daar zit en er niet om gevraagd heeft. Aan reclassering besteden we het veelvoudige van wat we aan slachtoffers uitgeven, er gaan zo tonnen naar tbs, naar megaprocessen – dan is toch de vraag: wat is dan ons stukje? De rest zit in zo’n zaal omdat ze wat gedaan hebben of professional zijn. Ik ben daar wel fel in. Slachtoffers worden te vaak weggeschoven. Als je de samenleving stabiel wil houden, is het goed om slachtoffers erbij te betrekken.”

Belastend

In de pijplijn zit nog een belangrijke verandering: over de schadevergoeding moet voortaan altijd binnen het strafproces worden beslist. Nu verwijzen strafrechters in twee derde van de strafzaken de schadekwestie door naar de civiele rechter, meestal omdat die als te ingewikkeld of ‘te belastend’ voor het strafproces wordt gezien. En schadekwesties in het strafrecht mogen tot nu toe alleen zeden- of geweldsmisdrijven betreffen. Maar voortaan moet alle schade van alle strafzaken binnen het strafproces worden vastgesteld, stelt de Europese Commissie voor.

Verder moet de Nederlandse praktijk dat de staat de schadevergoeding voorschiet en daarna zelf op de dader verhaalt in heel Europa gelden. Oud-strafrechter Rosa Jansen is ook daar blij mee. Dergelijke schadevergoedingen blijven volgens haar in Nederland overigens meestal binnen de perken, met een gemiddelde hoogte van 5.000 euro. Dat de staat dit écht voorschiet, blijkt ook uit de cijfers: het Centraal Justitieel Incasso Bureau heeft na tien jaar zo’n 80 procent van de schadevergoedingen van de daders teruggevorderd.

Dat strafrechters straks niet meer onder die schadebeslissingen uit kunnen, daar is Jansen „helemaal blij mee”. In de praktijk, zegt ze, hebben strafrechters nu nog te vaak geen zin in schadekwesties. Maar iedere rechter is opgeleid in ten minste twee rechtsgebieden, zegt ze. „dus je kúnt dat helemaal niet meer ingewikkeld vinden”. En anders vraag je bij ingewikkelder schadeverhaalskwesties een belastingrechter of een civilist als lid van een meervoudige strafkamer? Die hakken dagelijks met dat bijltje.

Slachtofferberoep

Ziet Jansen voor zich dat een slachtoffer in de toekomst ook zonder de officier in hoger beroep kan gaan? „Voor mij hoeft het slachtoffer niet het proces van de officier van justitie over te nemen, maar het slachtoffer moet daar wel zijn rechten kunnen halen.” Als ze wetgever zou zijn, dan liet ze in zo’n geval de officier wel altijd „meegaan” met zo’n slachtofferberoep.

Commissievoorstellen voor Europese richtlijnen dienen eerst goedgekeurd te worden door de Raad van de Europese Unie én het Europees Parlement. Daarna is de nationale wetgever aan de beurt. Dus voordat al deze nieuwe rechten voor slachtoffers uitgeoefend kunnen worden, kan nog wel een paar jaar duren. Jansen: „En precies daarom is het zo belangrijk om de professionals daarin nú al mee te krijgen. Dan kan de minister zich over een paar jaar beperken tot het codificeren van wat de rechtspraak al lang is gaan doen. De rechter en officier kunnen hier morgen mee beginnen.”

Zo paste Jansen zelf het spreekrecht al toe voordat dat in de wet was opgenomen. „Zo ingewikkeld is het niet. Bij de preciezen in de rechtszaal kan nooit iets, bij de rekkelijken kan alles. Het zou ons toch sieren als we dit al via de jurisprudentie invoeren? We zijn al best een eind!”


Lees ook dit artikel uit 2022: ‘OM houdt met strafbeschikkingen te weinig rekening met slachtoffers’