Olieconcerns trekken de portemonnee voor aandeelhouders, maar duurzaamheid lijkt het slachtoffer

Analyse

Energiesector Olieconcerns strijden om de gunst van beleggers. De winst daalt, maar het dividend stijgt en de bedrijven kopen voor miljarden eigen aandelen in. De focus blijft op fossiel.

Actievoerders van milieuorganisatie Greenpeace bezetten een boorplatform van BP in Schotland (2019). Groene ambities die het olieconcern daarna bekendmaakte, zijn intussen teruggedraaid.
Actievoerders van milieuorganisatie Greenpeace bezetten een boorplatform van BP in Schotland (2019). Groene ambities die het olieconcern daarna bekendmaakte, zijn intussen teruggedraaid.

Foto Kristian Buus/In Pictures

Olieconcerns als Shell, ExxonMobil en TotalEnergies besteden meer geld aan het verwennen van hun aandeelhouders dan zij aan nettowinst overhouden. Ze strijden niet alleen om de klant, ook het verleiden van beleggers is nu topprioriteit in de directiekamers.

Dat blijkt wel uit de winstdeling die aandeelhouders van oliebedrijven na afloop van het tweede kwartaal op hun rekening mogen bijschrijven. BP was dinsdag de laatste van de westerse olieconcerns die hun resultaten bekendmaakten. De winst van het Britse concern daalde met 80 procent tot 1,8 miljard dollar (1,62 miljard euro), maar BP verhoogde het dividend met 10 procent. Dat past in de huidige trend in de oliesector: de winst daalt stevig, maar het dividend stijgt.

Zo ging de winst van Shell van april tot en met juni met 55 procent omlaag, tot 5,1 miljard dollar. En het dividend? Dat steeg met 15 procent tot 33 dollarcent per aandeel. Het Franse TotalEnergies zag zijn winst met een kwart dalen, het dividend komt ruim 7 procent hoger uit.

Gaat het na die winstval dan slecht met de olie- en gasconcerns? Welnee. Het winstcijfer in deze sector is extreem gevoelig voor de prijzen van de delfstoffen en dus zijn de fluctuaties groot. Door de Russische inval in Oekraïne en de daaropvolgende energiecrisis was het afgelopen jaar uitzonderlijk. Darren Woods, bestuursvoorzitter van ExxonMobil, lichtte dat vorige week toe bij nieuwszender CNBC.„De gasprijzen waren in 2022 driemaal zo hoog als gemiddeld, de marges op de raffinage [productie van olieproducten als benzine en kerosine] waren zeven maal hoger en voor olie werd gemiddeld 40 procent meer betaald.”

De Amerikaan had zijn huiswerk goed gedaan en noemde het resultaat over het tweede kwartaal 2023 „een verdubbeling van de winst die we in 2018 haalden, toen de marktomstandigheden vergelijkbaar waren”.

Daarvan mogen de aandeelhouders profiteren. Het voorbije kwartaal leverde Exxon 7,9 miljard dollar winst op. Aan dividend betaalt het Texaanse concern 3,7 miljard dollar uit, terwijl het in drie maanden voor 4,3 miljard eigen aandelen kocht. Die inkoop maakt de rest meer waard; omdat het aantal uitstaande aandelen daalt, stijgt de winst per aandeel.

Douceurtje

Ook bij Shell voelt de belegger zich welkom. Bij een kwartaalwinst van 5,1 miljard dollar keerde het bedrijf 2 miljard aan dividend uit en kocht voor 3,6 miljard eigen aandelen in. De dividendverhoging van 15 procent kwam niet als een verrassing: tijdens een beleggersdag in New York had bestuursvoorzitter Wael Sawan het douceurtje al bekendgemaakt. Eerder maakte de dit jaar aangetreden bestuursvoorzitter duidelijk dat Shell volgens hem is ondergewaardeerd ten opzichte van de Amerikaanse concurrenten. Afgezet tegen hun verdiensten zijn Chevron en Exxon over langere tijd bezien de helft meer waard dan hun Europese concurrenten. Die achterstand inlopen is voor Sawan topprioriteit. Onderwaardering maakt een bedrijf kwetsbaar voor overnames, en ook kan krediet duurder worden.

Sommige beleggers stemmen met de voeten, maar tegelijkertijd neemt steun voor milieuresoluties af

Dividend verhogen en eigen aandelen inkopen zijn niet de enige instrumenten in de koffer. Op de beleggersdag in New York maakte Shell bekend verder in te zetten op lagere kosten, de olieproductie op niveau te houden en bij alle investeringen extra scherp naar de winstverwachting te kijken.


Lees ookShell-topman Sawan hoopt met pakket maatregelen gemor onder beleggers te sussen

Dat laatste leidt volgens critici tot minder aandacht voor verduurzaming, omdat de fossiele activiteiten op dit moment veel meer geld opleveren. Die nieuwe focus leidde zelfs tot berichten in de media dat Shell zijn divisie Renewables (groene stroom, biobrandstoffen) van de hand zou willen doen. „Dat hebben we nooit gezegd, maar het is geen geheim dat we partners voor samenwerking zoeken”, zei Sawan vorige week.

BP kwam in februari terug van zijn belofte om in 2030 40 procent minder olie en gas te produceren dan in 2019. Dat doel ligt nu op 25 procent. Volgens bestuursvoorzitter Bernard Looney wil het Britse bedrijf zo een nieuwe crisis in de energielevering voorkomen. „Naast goed maatschappelijk verantwoord ondernemen weerspiegelt de beslissing van BP ook duidelijk de sterk verbeterde winstgevendheid van fossiele brandstoffen”, merkte de Financial Times minzaam op.

Uitstoot verlagen

Van dit soort discussies hebben bedrijven als Exxon en Chevron veel minder last. Zij steken hun geld niet of nauwelijks in groene energie, maar richten zich liever op low carbon. Dat betekent: de productie op peil houden en de CO2-uitstoot geleidelijk verlagen. Exxon kocht vorige maand voor bijna 5 miljard dollar Denbury Resources, waarmee het zijn omvang in carbon management verdubbelde. Exxon haalt met Denbury een leidingennet binnen waarmee het broeikasgassen kan transporteren en opslaan.

Juichen beleggers de nadruk op winstgevendheid toe, ook al gaat dat ten koste van verduurzaming? Die vraag is extra relevant omdat geen van de grote oliebedrijven plannen heeft om de uitstoot van productie en producten tot 2030 in absolute termen terug te brengen. Vermindering is volgens onafhankelijke experts noodzakelijk om nog aan de afspraken van ‘Parijs’ (maximaal 1,5 graden opwarming) te voldoen.

Sommige beleggers hebben inmiddels met de voeten gestemd. Het grote pensioenfonds ABP heeft zich sinds dit voorjaar volledig teruggetrokken uit Shell, BP en Total Energies. PGGM (Pensioenfonds Zorg en Welzijn) zei dit voorjaar dat de Shell-aandelen komend jaar in de verkoop gaan als het bedrijf zijn strategie niet verandert.

Daar staan veel beleggers tegenover die minder kritisch blijken. Angst voor een nieuwe energiecrisis kan daarin een rol spelen, net zo goed als de aantrekkelijke resultaten die de fossiele industrie nog steeds boekt.

De steun neemt af voor de resoluties die de activistische belegger Follow This jaarlijks bij verschillende aandeelhoudersvergadering in stemming brengt. In moties worden de oliebedrijven opgeroepen om te voldoen aan ‘Parijs’. Bij Shell daalde de steun van 30 procent in 2021 naar 20 procent dit jaar. Bij BP liep die terug van 21 naar 17 procent.

Uit onderzoek van Follow This bleek vorige maand dat van de grote Britse beleggers in 2023 alleen nog HSBC voor alle resoluties van Follow This had gestemd. Partijen als Legal & General, Abrdn en LGIM trokken hun steun in, deels of bij alle oliebedrijven.