N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Spitsuur Jolande en Cedric gaan in de zomer nooit weg, want Cedric heeft een strandpaviljoen op Terschelling. In oktober gaan ze op vakantie naar een ander eiland: Curaçao.
Cedric: „Ons strandpaviljoen op Terschelling, Heartbreak Hotel, is helemaal in Amerikaanse stijl, als een diner, met bankjes. Elvis Presley, rock-’n-roll.”
Jolande: „Milkshakes, hotdogs, hamburgers.”
Cedric: „Onze hamburger is wel beroemd, denk ik. We hebben verschillende soorten. Kip, lam, wild, vegan.”
Jolande: „Veel gasten komen elk jaar terug.”
Cedric: „We zitten aan de oostkant van Terschelling, een beetje afgelegen.”
Jolande: „De boot komt aan de andere kant van het eiland aan, twintig kilometer hier vandaan. En er is hier verder niks in de buurt. Het dichtstbijzijnde huis is tweeënhalve kilometer verderop.”
Cedric: „De elektrische fiets maakt verschil. We zijn nu makkelijker te bereiken.”
Jolande: „We wonen in Hoorn, een dorp van achthonderd inwoners, ook aan de oostkant van het eiland.”
Cedric: „We kennen elkaar nu zestien jaar.”
Jolande: „Ik werkte als vakantiekracht in een tapasrestaurant dat Cedric toen runde.”
Cedric: „We zijn in 2015 getrouwd in Heartbreak Hotel. Daarna was het feest, in een andere strandtent.”
Jolande: „Getrouwd in Heartbreak Hotel, dat is wel grappig ja. En onze namen maken het nog mooier.”
Cedric: „Ik heet Cedric Hartendorp.”
Jolande: „En mijn meisjesnaam is Cupido.”
Ravotten op het strand
Cedric: „Op Terschelling wonen 5.000 mensen, maar in de zomer zijn er 25.000. Dat contrast is leuk. Januari is ’t rustigst.”
Jolande: „Iedereen kent mekaar. Als je een rondje loopt, raak je altijd wel aan de praat. En het geeft een veilig gevoel.”
Cedric: „Benauwend? Wij weten niet beter. En ik heb geen last van sociale controle of zo. Ik doe van mezelf toch al niks geks.”
Jolande: „Ik heb in Groningen gestudeerd. Ik heb het daar erg leuk gehad, maar vond het ook wel druk in de stad. Zo ben ik de natuur nog meer gaan waarderen. Voor de kinderen is het ook fijn. Ze spelen op het strand. We rijden met onze Land Rover over het strand. Ze ravotten lekker onder de palen van het strandpaviljoen en in de duinen.”
Cedric: „Als ik in de grote stad geweest ben en daarna op Terschelling door de duinen naar mijn werk rijd, denk ik: wie heeft dit nou? Dan voel ik me bevoorrecht.”
Jolande: „We hebben op Terschelling geen Albert Heijn. Wel een Jumbo en een Spar.”
Cedric: „En als je iets op internet wilt bestellen, staat er vaak: met uitzondering van de Waddeneilanden.”
Jolande: „We hebben ook geen ziekenhuis.”
Cedric: „Dat zijn wel nadelen. Mijn familie woont op de vaste wal. Mijn vader woont bijvoorbeeld in Harlingen. Als we daarheen willen, moeten we dat goed plannen.”
Krabben vangen
Cedric: „Ik ben in Heartbreak Hotel begonnen als vakantiekracht op mijn zestiende. In 2009 heb ik het overgenomen. In de zomer werk ik elke dag, van tien uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds, meestal.”
Jolande: „Wij gaan in het zomerseizoen nooit op vakantie, omdat Cedric moet werken. De kinderen en ik vieren vakantie op Terschelling. Als logopediste kan ik in de zomer makkelijk vrij nemen. Dan ga ik met de kinderen op pad. Onze oudste, Abel, is nu vrij. We gaan bijna elke dag naar het strand. Heremietkreeftjes vangen in de branding. Abel houdt van hagedissen en kikkers zoeken. Het is een kleine Freek Vonk.”
Cedric: „Of naar de Waddendijk. Krabben vangen. Terschelling heeft de breedste stranden van Nederland. En we hebben eb en vloed. Zes uur hoog, zes uur laag.”
Jolande: „Het voelt voor ons als vakantie, ook al gaan we niet weg. En in oktober gaan we écht op vakantie. Op Terschelling hebben de scholen twee weken herfstvakantie, omdat veel mensen hier in de zomer door moeten werken.”
Cedric: „Dan gaan we altijd naar Curaçao. Ik ga er niet heen voor de cultuur, maar voor de temperatuur. Het is altijd lekker weer met een briesje, ook ’s avonds. En je kunt buiten zitten totdat je naar bed gaat.”
Jolande: „Het is ook een eiland.”
Cedric: „Maar wel vijf keer zo groot.”
Jolande: „Terschelling is ook nog niet zó klein. Op Vlieland en Schiermonnikoog is maar één basisschool. Wij hebben vijf basisscholen, een middelbare school, twee huisartsen. Dus dat is fijn. Ik vind het prettig dat er wel keus is.”
Zelfredzaam
Cedric: „We zijn op Terschelling wel een beetje eigengereid. We schieten niet zo snel in de stress en houden van makkelijke oplossingen. Dat moet ook wel. Bijvoorbeeld: als de apparatuur in de keuken stuk is, probeer ik die zelf te maken. Want als de monteur moet komen, zit je twee dagen te wachten. Zo zijn we zelfredzaam geworden.”
Jolande: „Alles is net even anders. Op de wal zijn logopedisten vaak gespecialiseerd. In stotteren, bijvoorbeeld. Hier niet. Daardoor werk ik heel breed. Ik heb een praktijk op Terschelling en Vlieland.”
Cedric: „Het is leuk dat we niet allebei hetzelfde werk doen. Dan heb je wat te bespreken ’s avonds. Ik kan zeggen: het was druk vandaag. En Jolande kan vertellen dat de boot naar Vlieland storing had of zo.”
Jolande: „En het is goed dat ik niet te nauw betrokken ben bij Heartbreak. Ik ben wat liever dan Cedric.”
Cedric: „Zij zou kritiek hebben op mijn managementstijl.”
Jolande: „Hij is toch wat zakelijker.”
Cedric: „Ik ben harder.”
Jolande: „Dat moet je ook wel zijn om leiding te geven. Ik vind eigenlijk wel dat hij het heel goed doet.”
Cedric: „Of we dromen hebben? Gezond blijven. Dat is niet iedereen gegeven. Verder ben ik heel tevreden. Als de kinderen blij zijn, ben ik ook blij.”
Jolande: „We zijn heel gelukkig.”