N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Dodelijke schietpartij Jacco van der K. schoot in Leersum zijn buurman dood. De rechter oordeelde deze week dat er sprake was van noodweer. Al jaren zorgde de overleden man – met geweld en intimiderend gedrag – voor veel overlast. De instanties bleven vooral overleggen.
‘Hij bonkte op het raam. Ik lag op de bank te slapen. Ik loop naar boven, ik haal dat wapen uit de kluis. En doe de patronen erin. Ik wist: hij stond bekend als vuurwapengevaarlijk. Dus ik doe de voordeur open. Ik zeg: wat is er aan de hand?”
Aan het woord is Jacco van der K., die zijn buurman neerschoot.
„Hij zwaaien met die brief, van de woningcorporatie. Ik zeg: ik moet mijn leesbril pakken. Hij stapt zo naar binnen en zegt: ik steek jullie kapot. Toen trok ik gelijk het wapen. Ik schoot vier keer en toen viel hij zo naar buiten. Toen heb ik gelijk 112 gebeld. Ik dacht: misschien kan er nog een ziekenwagen komen.”
Op het kantoor van zijn advocaat Niels van Schaik zucht Jacco van der K. eventjes. Hijis licht kalend, grote armen, werkhanden. Hij heeft net in een minuut tijd uitgelegd, in staccato zinnen en met Utrechtse tongval, hoe hij op 25 februari 2020 zijn 56-jarige buurman Abdellah met vier kogels doodschoot. Het vuurwapen had hij legaal in bezit, omdat hij al jaren lid is van een schietvereniging. De rechter oordeelde deze week dat het doodschieten van de buurman niet strafbaar is, omdat een geslaagd beroep is gedaan op noodweer. Van der K. heeft zich verdedigd omdat hij in de hal van zijn woning werd aangevallen met een mes. Hij heeft altijd volgehouden dat hij zijn kinderen wilde verdedigen, die waren ook in het huis. Inmiddels is het Openbaar Ministerie in hoger beroep gegaan.
De rechter stipt in het vonnis aan dat uit getuigenverklaringen en politieregistraties de indruk ontstaat dat het slachtoffer zich „intimiderend, bedreigend, onvoorspelbaar en agressief” heeft gedragen richting anderen.
‘Opeenstapeling verkeerde inschattingen’
Jacco van der K. wil graag aan NRC vertellen wat voorafging aan die fatale dag in februari. Volgens hem was al jarenlang bekend bij de gemeente, woningcorporatie en politie dat Abdellah agressief was, te veel dronk en voor grote overlast zorgde. De achternaam van Abdellah is bekend bij NRC en wordt niet genoemd omwille van de privacy van diens nabestaanden. Uit dossierstukken komt een beeld naar voren van een straat die jaren zuchtte onder het problematische gedrag van één buurtbewoner.
Volgens Niels van Schaik, advocaat van Jacco van der K., hebben de instanties gefaald. „Het is niet dat ze niet hebben kunnen zien dat er grote problemen waren. Het is een opeenstapeling geweest van verkeerde inschattingen.” Van Schaik vindt dat in deze zaak „niemand zijn verantwoordelijkheid heeft genomen”.
Dat gebeurt vaker. Mensen die ernstige mentale problemen hebben, maar niet zelf om hulp vragen, vormen een groot probleem in het zorgsysteem, zei Niels Mulder – voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie – eerder dit jaar in NRC. Psychiaters zijn al langer voorstander van meer bemoeizorg: hulp zonder dat patiënten daar zelf om vragen. Abdellah stond niet onder behandeling van de geestelijke gezondheidszorg.
En, bij een kwart van de 20.000 gemelde burenruzies in 2022 was sprake van mensen met een complexe, psychosociale problematiek, zo blijkt uit cijfers van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid in mei. Het gaat om een groep mensen die moeite heeft mee te komen in een maatschappij waarin zelfredzaamheid steeds belangrijker is geworden.
Lees ook dit artikel: K. was te gevaarlijk voor opname, dus lieten ze hem gaan
Messen
In 2010 verhuist Jacco van der K. met zijn vrouw naar Leersum, een dorp in de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Ze gaan wonen in de Vredeoordlaan, in een huurhuis met een ruime voortuin en een oprit.
Al tijdens de eerste overnachting in het dorp, in 2010, breekt volgens Van der K. een grote vechtpartij uit voor het huis van buurman Abdellah, die twee deuren verderop woont. Het is het begin van een parade aan overlast.
Het leven heeft Abdellah niet gespaard. Zijn dochter werd in 2019 vermoord. Abdellah drinkt al jaren te veel, zo blijkt uit meldingen en getuigenverklaringen. Wijkagenten gaan nooit na 11.00 uur bij hem op bezoek, omdat er dan geen gesprek meer met hem te voeren is.
Ja, je collega’s moeten hier… Dan ga ik hem anders neersteken, kan me niet schelen
Abdellah overlastgever en slachtoffer, tegen de politie
De lijst met geregistreerde incidenten is lang. In 2013 wordt Abdellah aangehouden voor het in bezit hebben van een vuurwapen. De brandweer moet in 2014 en 2015 vier keer uitrukken, omdat hij zelf brand zou hebben gesticht. Een keer is het zo heftig dat zijn huis tijdelijk onbewoonbaar wordt. Ook bij andere incidenten is de politie betrokken, bijvoorbeeld omdat Abdellah zegt dat hij vals wordt beschuldigd van brandstichting en dat het „uit de hand gaat lopen”. Ook woningcorporatie Vestia komt meerdere keren langs.
In 2017 belt Abdellah de politie en verkondigt dat hij „de boel” gaat opblazen, omdat hij het niet meer ziet zitten. Als de politie langskomt, zegt hij dat bij een vechtpartij zijn tanden uit zijn mond zijn geslagen. Een paar maanden later belt hij opnieuw: hij heeft ruzie. De wederom uitgerukte agenten laat hij een broodmes zien, waarmee hij de jongens met wie hij ruzie heeft, kapot zou gaan steken.
Ook worden dat jaar, na een melding van Van der K., twee mensen bij zijn huis opgepakt. Die hebben een hamer en een stanleymes bij zich. Later is er ruzie bij Abdellah thuis. Hij bonst op de ramen van buren om hulp te halen. Hij heeft een mes in zijn broekriem en zegt tegen de politie dat hij „ze dan maar neer moet steken”.
Persoonsgerichte aanpak
Wijkagenten stellen Abdellah in 2018 voor dat ze hem voor een persoonsgerichte aanpak aanmelden. Daarbij werken politie, gemeenten, OM en hulpverlening nauw samen om te voorkomen dat mensen die ernstige overlast veroorzaken dat blijven doen. Abdellah ziet dat wel zitten. Maar in overleg tussen de instanties wordt besloten dat een speciale aanpak niet nodig zou zijn, onder meer omdat het sociale dorpsteam – een organisatie die voor de gemeente zorgtaken uitvoert – goed contact met hem zou hebben.
Als een medewerker van dat dorpsteam een maand later op huisbezoek gaat, blijkt dat Abdellah is afgesloten van energie en elektra.
In 2019 uit Jacco van der K. op het politiebureau in Doorn zijn zorgen over het gedrag van zijn buurman. Hij vertelt dat veel buurtbewoners uit angst de politie niet durven te bellen. De politie zegt niets te kunnen doen: ze hebben meldingen nodig. In november dat jaar doet Van der K. aangifte van vernieling van zijn bus door een kennis van Abdellah. In gesprek met een wijkagent en een andere buurtbewoner, zegt Van der K. dat er iets moet gebeuren: het is elke week raak. Maar de problemen blijven bestaan.
Wel meldt de wijkagent de situatie bij de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Ook wordt de kwestie-Abdellah besproken met verhuurder Vestia. Is een persoonsgerichte aanpak nu wel een optie? Voorlopig niet, omdat de huisarts Abdellah heeft doorverwezen naar een behandeling voor mensen met een psychiatrische aandoening. Intussen blijven de problemen zich opstapelen.
Begin 2020 doet de vrouw van Jacco van der K. aangifte tegen de buurman. Hij zou boos zijn, omdat ze over hem hebben gepraat met instanties. „Ik schiet je man”, zou hij hebben gezegd. En: „Ik schiet jullie kapot.” Van der K. doet ook een online melding van intimidatie bij verhuurder Vestia. De casus wordt besproken door de reclassering, Vestia, de politie en gemeente. De persoonsgerichte aanpak wordt niet ingezet, onder meer omdat „geen contact” tot stand komt met Abdellah.
Omdat hij een wapenvergunning heeft, gaan agenten langs bij Van der K. De politie wil weten of hij niet een wapen gaat gebruiken in de burenruzie. Van der K. vraagt opnieuw aandacht voor de overlast. Daarnaast verzekert hij de agenten dat hij zijn wapen niet zal gebruiken. Hij mag zijn wapen houden.
Drankmisbruik
Jacco van der K. is niet de enige die last heeft, blijkt uit gesprekken die de politie later voert. Meerdere bewoners vertellen over jarenlang intimiderend gedrag en overlast, te wijten aan drankmisbruik. Een bewoner vertelt dat Abdellah aan zijn toen achtjarige dochter de zilveren kolf van een vuurwapen heeft laten zien na een bijdehante opmerking. Een andere buurtbewoner zegt dat Abdellah hem heeft bedreigd met een vuurwapen, in de Albert Heijn. De krantenbezorgster is zo bang voor hem dat ze in het donker de krant niet meer durfde te bezorgen.
Een buurtbewoonster zegt hem meerdere keren met een vuurwapen te hebben zien schieten op een schietschijf in de tuin. Ook zou hij een steen door hun ruit hebben gegooid en haar bedreigd hebben. Er volgde geen veroordeling, volgens de buurtbewoonster deed de politie weinig met haar meldingen. Die kritiek delen meerdere bewoners: de betrokken instanties zouden onvoldoende hebben gedaan.
In februari escaleert het volledig. Abdellah is boos op zijn buurman. Hij wil dat de politie hem belt. Ook Van der K. mailt de wijkagenten. Hij wil langskomen om het over Abdellah te hebben.
Bij een kwart van de twintigduizend gemelde burenruzies in 2022 was sprake van mensen met een complexe, psychosociale problematiek
De medewerkster van Vestia twijfelt over de klacht die Van der K. indiende. Ze schrijft aan de wijkagent dat het voor dossieropbouw het beste is een brief naar Abdellah te sturen, maar ze wil niet dat door haar brief de situatie op de spits wordt gedreven. De wijkagent ziet dat probleem niet, zo schrijft hij: ze kan het „prima zo doen”. De brief gaat op de post.
In die brief van Vestia staat dat de corporatie een aantal klachten heeft ontvangen over de overlast die Abdellah zou veroorzaken. „De klachten gaan over intimidatie, bedreigingen en geweld.” De woningcorporatie wil beide kanten van het verhaal horen. De brief valt totaal verkeerd bij Abdellah.
Abdellah krijgt het bericht van Vestia op de ochtend van de laatste dag van zijn leven. Hij zegt tegen zijn zoon dat Jacco er mogelijk wat mee te maken heeft. Hij belt de politie: „Kan je politieauto sturen, anders ga ik naar hem toe”, zegt hij om kwart over twaalf.
„Wat is er aan de hand?”, vraagt de agent.
„Probleem, die buurman is een klootzak”, zegt Abdellah. En, iets later: „Ja, je collega’s moeten hier… Dan ga ik hem anders neersteken, kan me niet schelen.”
De agent: „Dat moet u niet doen.”
Abdellah: „Nee, dat bedoel ik, meneer.”
De wijkagent wordt ingeschakeld: kan hij hier wat mee? De agent weet meteen dat het over de burenruzie gaat, zo rapporteert hij later. Hij belt Abdellah en zegt dat hij geen gekke dingen moet gaan doen. Een interventie vindt de wijkagent niet nodig, hij wil de volgende dag langskomen voor een kopje koffie. De agent schrijft later in een proces-verbaal dat hij Abdellah al twintig jaar kent en dat dit soort meldingen zich vaker hebben voorgedaan.
Nog geen halfuur later gaat Abdellah naar buiten, waarschijnlijk op zoek naar zijn buurman. Als zijn zoon onder de douche staat, hoort deze een knal.
Jacco van der K. belt 112 en zegt dat hij zijn buurman heeft neergeschoten. „Ik ben aangevallen”, roept hij door de telefoon. „Die persoon komt binnen met een mes. Ik heb m’n eigen moeten verdedigen, klaar.” En: „Ik heb op hem geschoten. Klaar. Hij viel me aan.”
De hulpdiensten komen bij het huis. Ze kunnen Abdellah niet meer redden. Jacco van der K. vertelt de politie dat hij niet anders kon. Hij schoot omdat hij zijn kinderen wilde beschermen.
Spijt?
De politie stelt in een reactie dat ze de uitspraak gaat bestuderen en bekijkt of daar lering uit valt te trekken. Tot die tijd kan ze niet inhoudelijk reageren. Woningcorporatie Stedelink, een van de corporaties waar Vestia in is opgegaan, zegt in verband met de privacy van huurders niet te kunnen reageren. De gemeente Utrechtse Heuvelrug en de sociale dorpsteams zeggen vanwege privacyoverwegingen niet in te kunnen gaan op individuele gevallen.
De advocaat die de kinderen van Abdellah bijstaat, Hetty Dijkstra, zegt dat er veel verhalen over hem rondgingen, maar dat dit niet betekent dat alles daadwerkelijk is gebeurd. Ze wijst erop dat Abdellah bijvoorbeeld nooit is veroordeeld voor vuurwapenbezit of brandstichting.
Jacco van der K. draait de film van die februaridag vaak terug. Hij weet wat de gevolgen zijn geweest van zijn beslissing om zijn wapen te pakken. Er is een man overleden, maar ook zijn leven en dat van zijn kinderen is overhoopgegooid. Hij is kortgeleden gescheiden en loopt bij een psycholoog. Ook zijn kinderen, die erbij waren toen hun vader de buurman doodschoot, hebben nog steeds mentale hulp. Hij slikt medicijnen die hem rustig houden. Dat helpt iets. Jacco van der K. woont niet meer in Leersum, hij werkt als glazenwasser in zijn geboortestad Utrecht.
Of hij spijt heeft dat hij zijn buurman heeft doodgeschoten? Jacco van der K. twijfelt. „Is dat handig om te zeggen?”, vraagt hij zijn advocaat. Daarna is hij even stil. „Als ik in het ziekenhuis wakker was geworden, en mijn kind was doodgestoken, dan had ik spijt gehad. Maar nu?” Hij denkt even na en zegt dan: „Niemand heeft dit ooit gewild, denk ik.”