N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Adoptie Het ministerie en de Directie Kinderbescherming vernietigden dossiers uit de periode 1967 tot 1979. Zij hielden geen rekening met geadopteerden die later wilden weten waar zij vandaan komen.
De vernietiging van duizenden adoptiedossiers door het ministerie van Justitie en de Directie Kinderbescherming in 1983 en 1999 was niet in lijn met de Archiefwet. Dat concludeert de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed in een donderdag gepubliceerd rapport, dat werd gemaakt na onderzoek van de NOS. Geadopteerden hadden de inspectie verzocht het onderzoek te doen.
Het ministerie en de Directie Kinderbescherming – tegenwoordig Centrale Autoriteit Internationale Kinderaangelegenheden – vernietigden in 1983 en 1999 duizenden dossiers uit de periode 1967 tot 1979. Die dossiers bevatten informatie over de adoptiekinderen en adoptieouders. De organisaties gingen bij het opruimen van de dossiers ten onrechte uit van een bewaartermijn van vijf jaar.
Volgens de inspectie hielden zij er geen rekening dat geadopteerden uit het buitenland later op zoek zouden gaan naar informatie over hun afkomst. Dat had wel gemoeten volgens de Archiefwet, de wet die het beheer en de toegang van overheidsarchieven regelt.
Gebrekkige registratie
De inspectie concludeert ook dat de registratie van adoptiedossiers gebrekkig verliep. „Het totaalbeeld is dat van een onzorgvuldig beheer”. Daarnaast is de inspectie kritisch op haar voorganger de Rijksarchiefinspectie. Die stelde al in 1983 vast dat het ministerie bochtjes afsneed bij de vernietiging van dossiers, maar stond dit tijdelijk toe. De dienst zegt dit achteraf te betreuren.
De inspectie benadrukt dat dossiers die na 1998 zijn opgesteld, niet worden vernietigd. Na het zomerreces komt het ministerie met een uitgebreidere reactie op het rapport.
Anderhalf uur nadat Rosanne Hertzberger en Femke Zeedijk hun vertrek uit de Tweede Kamerfractie van NSC bekend hadden gemaakt, zit Hertzberger achter een tosti en een kop thee in een café in Den Haag. Ze had op een chaotisch persoploopje gezegd dat „we de aanhoudende neiging van de PVV om minderheden te beledigen niet normaal mogen vinden”. En dat „helaas bij meer partijen de remmen los zijn”. Zeedijk had gezegd: „Voor mij heeft discriminatie een gezicht gekregen. Ik trek hier mijn grens. Dit is niet wie ik ben.”
Rosanne Hertzberger (40) wil met NRC over haar afwegingen praten. Hertzberger, van huis uit microbioloog en tussen 2009 en 2023 columnist van NRC, heeft in haar periode als Kamerlid een proces doorgemaakt, dat afgelopen vrijdag tot een climax kwam. „Het was een glijdende schaal, al maandenlang”, zegt ze.
Wanneer nam u het besluit uit de fractie te stappen?
„De afgelopen weken werd het alleen maar erger. Afgelopen vrijdag, toen Nora vertrok, dacht ik: dit kan niet zonder consequenties blijven. Ik kan niet stil blijven.”
Op vrijdag nam staatssecretaris Nora Achahbar (Toeslagen, NSC) ontslag vanwege, zoals zij het noemde, „de polariserende omgangsvormen” in het kabinet.
U bedoelt dat haar aftreden een gevoel bevestigde dat u al had?
„Ja. Ik was altijd al een van de mensen in de fractie die de grootste problemen had met de samenwerking met de PVV. Ik heb dat intern vaak gezegd, en in de zomer twee keer in het openbaar. Rond de beëdiging van het kabinet, schreef ik op LinkedIn dat de PVV gewoon doorgaat met ophitsen, en dat we daar waakzaam voor moeten zijn.”
Achahbar stapte op, maar NSC bleef in de coalitie zitten. Stond u alleen op die dag?
„Vrijdag en in het weekend hebben we als fractie online vergaderingen gehad. Iedereen mocht wat zeggen. Toen ik aan de beurt was, zei ik: ‘Ik vind dat we zo niet verder kunnen. We zitten op alle manieren in de knel.’ En daar waren ze het mee eens hoor, dat het echt onacceptabel was wat er met onze staatssecretaris was gebeurd. Maar in de fractie zagen ze tóch weer kansen op verbetering. En ze zeiden: ‘We zijn op zo veel fronten goed bezig, moeten we dat dan opgeven?’”
Was dat de reden dat de fractie ervoor koos toch door te gaan?
„Er heerste een gevoel van: wij moeten ons sterk houden. We zijn ook hard nodig.”
Was u teleurgesteld door het gebrek aan bijval? In de fractie heeft altijd verzet geleefd tegen samenwerking met de PVV.
„Er zitten grijstinten in. Iedereen denkt er natuurlijk ook nét iets anders over. Ik was altijd een van de meest stellige fractieleden, samen met Femke. Er zijn er ook die heel kritisch zijn, maar er niet de conclusie aan wilden verbinden die wij trokken.”
Heeft u geprobeerd die critici alsnog over te halen?
„Ik wilde dat we met zijn allen naar de uitgang gingen. Of dat er op zijn minst zicht zou komen op een uitweg. Ik heb tot maandagavond geprobeerd te zoeken naar gezamenlijkheid. Maar die kwam niet. Ze hebben me aangehoord, maar zaten er toch positiever in.”
Waarom stapt u nu op, en niet al eerder? Zoals u net zei, heeft u deze grote bezwaren altijd al gehad.
„Ik heb het ook heel lang een kans willen geven.”
Je kunt niet over vermeende gendefecten bij minderheden praten, dat is heel problematisch
De PVV heeft nooit een geheim van haar agenda gemaakt. Kon u dit op voorhand niet voorspellen?
„Ik heb me die vraag ook vaak gesteld, en intern hadden wij die discussie ook toen de PVV die grote verkiezingswinst boekte. Hadden wij tegen Nederland moeten zeggen: wij gaan onder geen beding met de PVV samenwerken, ondanks haar grote democratische mandaat? Kunnen we het niet tóch proberen, met rechtsstatelijke waarborgen, met goede afspraken vooraf? Het is een proces van acceptatie geweest, het is in stapjes gegaan. Ook bij mij.”
Wat had NSC, de partij van goed bestuur, bij deze samenwerking te winnen?
„Pieter [Omtzigt] had al langer ideeën over meer licht, meer lucht in de politiek. Die is er wel gekomen. Met een extraparlementair kabinet, veel mensen van buiten, onder wie de premier. Dat is een unicum. Daar waren we blij mee. Maar toen de PVV met ministers Reinette Klever en Marjolein Faber kwam, heb ik intern wel gezegd: jongens, deze mensen hebben zich wel heel extreem uitgelaten.”
Juist de extraparlementaire constructie die NSC zo graag wilde, heeft de PVV in de kaart gespeeld, omdat Wilders de handen vrij heeft in de Tweede Kamer.
„Ja.”
Denkt u dan niet: wat hebben we gedaan?
„Het heeft voor- en nadelen. Net als dat instappen in de coalitie een dilemma voor ons was. Dingen zijn nooit zwart-wit.”
U was al lange tijd ongelukkig in de coalitie, maar nam uw besluit pas na het vertrek van Nora Achahbar. Waarom?
„Nora zou nooit zomaar opstappen. Ze was in de perfecte positie om echt iets aan de hersteloperatie na het toeslagenschandaal te doen. En het is heel ironisch dat de Marokkaans-Nederlandse staatssecretaris zich niet weet te handhaven op precies dit dossier. Het dossier waarvan we weten dat de Belastingdienst er discriminerende en racistische werkwijzen op nahield. Het maakt uit wie ons land bestuurt. En dat zíj dit wilde doen. Dat heeft bij mij heel zwaar gewogen.”
Lees ook
Dat ‘powerwoman’ Achahbar als enige opstapte, verbaast Marokkaanse Nederlanders niets: ‘Racisme aankaarten is heel gevaarlijk’
Femke Zeedijk zei dat discriminatie een gezicht heeft gekregen. Bent u het daarmee eens?
„Dat weet ik niet. Maar er zijn voor en achter de schermen echt ontoelaatbare uitspraken gedaan. Dat een staatssecretaris [PVV’er Chris Jansen] nog altijd achter de ‘minder Marokkanen’-uitspraak staat. Jurgen Nobel [staatssecretaris van Participatie en Integratie, VVD] die echt zijn boekje te buiten was gegaan.”
Nobel zei dat islamitische jongeren „voor een groot deel onze Nederlandse normen en waarden” niet onderschrijven.
Weet u wat er tijdens de ministerraad vorige week gezegd is?
„Nee. Maar over alles wat er gezegd is, waren Nora, maar ook andere NSC-bewindspersonen echt geschokt. En ik geloof Nora. Trouwens: de NSC’ers in de fractie geloven haar óók. Als de uitspraken die in het kabinet zijn gedaan voor haar de druppel waren, dan trek ik die afweging niet in twijfel.”
Om welke uitspraken ging het?
„Ik heb het bewindspersonen gevraagd, maar kreeg geen antwoord. Ze zijn roomser dan de paus, hè? Ze klappen niet uit de school over de ministerraad. Maar ze waren visueel geschokt. Laat ik het daarop houden.”
Vindt u het belangrijk om te weten wat daar precies gezegd is?
„Iedereen concentreert zich nu op wat er in de ministerraad is gezegd, en of dat racistisch was. Maar kijk naar wat er vóór de schermen gebeurt. PVV’ers hebben openlijk gezegd dat antisemitisme in het dna van moslims zit. Je kunt niet over vermeende gendefecten bij minderheden praten, dat is heel problematisch. Dat weet ik als lid van de Joodse gemeenschap maar al te goed.”
Is het racistisch, vindt u?
„Daarin ben ik dan weer heel erg NSC: ik voel me juridisch niet onderlegd om dat oordeel te geven. Maar de uitspraken die zijn gedaan kwetsen mensen, hitsen mensen tegen elkaar op. In een commentaar van NRC werden uitspraken van kabinetsleden ‘kroegpraat’ genoemd. Dat is een belediging voor de kroeg. Het is het landsbestuur, het Catshuis. Alleen al die plek, die verantwoordelijkheid, geeft een extra gewicht aan woorden.”
De bewindspersonen van NSC waren geschokt, maar bleven wel zitten.
„Ik had liever gezien dat we met zijn allen waren gegaan. Maar ter verdediging van mijn collega’s: er zit voor sommige NSC’ers een groot verschil tussen ontoelaatbare uitspraken en ontoelaatbare wetten.”
Kunt u dat uitleggen?
„Vanaf het begin zeggen we tegen elkaar: we laten ons niet de hele tijd afleiden door de chaos, door een nieuwe tweet van Wilders. We gaan niet steeds vergaande uitlatingen recenseren. We gaan niet op alles slaan. Er is een rechtsstaatverklaring, we concentreren ons op goede wetten. Het gevolg is dat we dat benoemen te wéínig hebben gedaan.”
Bij VVD en BBB zie je een mate van radicalisering met weinig remmingen. Het ging véél te hard
Het geloof dat gehecht wordt aan wetten, woorden en verklaringen, is dat niet typisch NSC?
„Ik ben daar ook een beetje een droogkloot in. Er is een verschil tussen wat je zegt en wat uiteindelijk de wet wordt. Pieter zal altijd zeggen, en terecht, dat de Belastingdienst de wet met voeten heeft getreden. Wettelijke kaders zijn belangrijk, als die worden geschonden, gaan dingen mis. Daarom zochten we ook houvast bij de rechtsstatelijke basislijn die we met de drie coalitiepartijen afspraken.”
Zoals Pieter Omtzigt het ook wil.
„Pieter is een belangrijke leermeester. Voor mij ook. Wetten doorspitten, wegblijven bij de waan van de dag. Maar het buitenkantje, hè? Daar zijn we niet zo goed in, daarin zijn we het tegendeel van populistisch. Successen vieren we ook veel te weinig. Ik heb het nog altijd over ‘we’, merk ik.”
In uw verklaring heeft u het ook over ‘basale normen van fatsoen’ die worden geschonden, onder meer door ‘hoe je spreekt over collega’s’.
„Het is niet de kern geweest, maar ik heb het buitengewoon giftige klimaat en de vijandigheid in de coalitie mee laten wegen in mijn besluit. Je ziet hoe de andere coalitiepartijen kwaad spreken over elkaar en ons achter de schermen, tegen de media. Daar heeft iedereen in de fractie last van. Als je voortdurend onder vuur ligt, altijd alleen maar in het defensief bent, dan is het heel lastig het tij te keren.”
U doelt op de VVD, waar bij NSC veel onvrede en wantrouwen over heerst?
„Mag ik het omfloerst zeggen? Ik merkte dat sommige partijen in de coalitie constructiever in de wedstrijd zitten dan andere partijen.”
Dat is wel heel omfloerst.
„De wil om samen te werken, om het echt samen te doen, ontbreekt soms in de coalitie.”
Bij PVV, VVD én BBB bedoelt u?
„Ja. En het werkte dan zo dat NSC altijd de partij wordt die moeilijk doet. Bij VVD en BBB zie je, en daar maakte ik me zorgen over, een mate van radicalisering. Ik heb weinig remmingen gezien. Het ging veel te hard, echt véél te hard.”
Woog voor u mee dat alles gebeurde in de nasleep van de rellen in Amsterdam, waarbij geweld werd gebruikt tegen Israëlische voetbalsupporters?
„Amsterdam was zo’n griezelige gebeurtenis. De schrik in mijn Joodse gemeenschap zit er enorm in. Kinderen die naar een andere school moeten, mensen die niet meer over straat durven. Wij zijn zo kwetsbaar, zo zichtbaar. Dus het was goed dat we daar als coalitie hard op reageerden, maar de andere drie partijen gingen helemaal los in hun reacties. In taal, in hoe groepen tegenover elkaar werden geplaatst. Hoe er in zondebokkentaal over andere bevolkingsgroepen werd gesproken. Taal maakt uit.”
Lees ook
Twee NSC-Kamerleden opgestapt, maar Van Vroonhoven houdt vol: ‘NSC is stabiel’
Deense marineschepen schaduwen een Chinees vrachtschip dat mogelijk betrokken is geweest bij de vernieling van onderzeese kabels in de Oostzee, dinsdagochtend vroeg. De Yi Peng 3, een bulkcarrier van 225 meter lengte, bevond zich volgens positiegegevens van maritieme trackersites precies boven de datakabel tussen Duitsland en Finland op het moment dat de verbinding wegviel in de nacht van maandag op dinsdag, even na 03.00 uur Nederlandse tijd.
Het Chinese schip was met onbekende lading onderweg van de Russische havenstad Oest-Loega, nabij Sint Petersburg, naar Port Saïd in Egypte. Uit positiegegevens blijkt dat het schip rond de tijd van de kabelbreuk vaart had geminderd boven de plaats waar de breuk is geconstateerd. Dat gebeurde in de zogeheten economische zone van Zweden, een gebied buiten de territoriale wateren, waar Zweden wel verantwoordelijk is voor onder andere de scheepvaartveiligheid. Zweden opende dinsdag een onderzoek naar de kabelbreuk.
Tweede kabelbreuk
De communicatiekabel van telecombedrijf C-Lion heeft een lengte van 1.170 kilometer en verbindt Helsinki met Rostock. Duitsland en Finland hebben gezegd sterke verdenkingen te hebben van sabotage. „Niemand gelooft dat deze kabels per ongeluk zijn beschadigd”, zei de Duitse minister van Defensie, Boris Pistorius. Zondagochtend bleek dat een kabelverbinding tussen Litouwen en het Zweedse eiland Gotland eveneens was verbroken.
Lees ook
Twee communicatiekabels doorgesneden in de Oostzee
Autoriteiten in Scandinavische landen hebben herhaaldelijk gewaarschuwd dat Rusland van plan is kabelverbindingen te vernielen. Vast staat dat Russische schepen al jaren proberen de westerse onderzeese data-infrastructuur in kaart te brengen, ook op de Noordzee. Sabotage van die kabels geldt als een daad van hybride oorlogvoering, indien niet onomstotelijk bewezen kan worden wie de dader is. Bij hybride oorlogvoering blijft agressie net onder het niveau waarbij een militair antwoord noodzakelijk is.
Dat een Chinees schip van betrokkenheid bij de kabelbreuk wordt verdacht is opmerkelijk, omdat in oktober 2023 gaspijpleiding Baltic Connector tussen Finland en Estland werd vernield door een Chinees vrachtschip, de NewNew Polar Bear. Dat had een anker over de zeebodem gesleept en vervolgens verloren. Destijds vervolgde dat schip ongehinderd zijn weg. Beijing heeft na maanden beloofd te zullen helpen bij het onderzoek, maar daarin is nog geen voortgang geboekt.
De Finse minister van Defensie, Antti Häkkänen, zei dinsdag dat zijn land bereid is om verdachte schepen nu wel aan te houden, omdat zijn land heeft „geleerd van de fouten in het onderzoek naar de Baltic Connector”.
„We zijn zelf juist aan het nadenken over de toekomst van het publieke bestel”, zegt Arjan Lock, EO-bestuurder en voorzitter van het College van Omroepen, het belangrijkste adviesorgaan voor de Nederlandse publieke omroep (NPO). Hij werd dinsdag, terwijl hij met alle omroepbestuurders een ‘heidag’ had, „verrast” door een compleet hervormingsvoorstel van de VVD. „Ik denk dat de publieke omroep in zijn huidige vorm niet klaar is voor de toekomst”, zei de mediawoordvoerder van de VVD in de Tweede Kamer, Claire Martens-America in een interview met NRC.
Kern van het voorstel van de VVD is het afschaffen van de verenigingsstructuur van de omroepen en het opbouwen van een nieuwe organisatie, met vijf productiehuizen, waarin de huidige zendgemachtigden worden ondergebracht. Daarnaast vraagt Martens extra aandacht voor digitalisering en het bereiken van een online publiek. „Er zijn wel elementen in haar voorstel waar wij ons in kunnen vinden”, zegt Lock, en daarbij noemt hij met name de organisatiestructuur waarbij de productiehuizenen en de NPO een gezamenlijk bestuur vormen. Daar worden de kaders bepaald. De omroepen en de NPO willen volgens hem ook graag meedenken over het aanbieden van (delen van) hun producties op platforms als YouTube, zoals de VVD suggereert. Lock, diplomatiek: „De afdronk van het voorstel is: er staan goede punten in.”
Lees ook
De VVD wil de publieke omroep drastisch hervormen: ‘Het huidige bestel is niet klaar voor de toekomst’
Ook vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is de eerste reactie constructief. „Goed dat de VVD en andere partijen nadenken over dit belangrijke onderwerp en met voorstellen komen. De minister is in gesprek met publieke en commerciële partijen en externe deskundigen over de hervorming van het omroepbestel”, laat minister Eppo Bruins (NSC) weten. „Een brief met het hervormingsvoorstel gaat in het eerste kwartaal van 2025 naar de Tweede Kamer.” Volgens hem hangen in het huidige publieke omroepbestel „verschillende knelpunten nauw met elkaar samen”.
Het Commissariaat van de Media, de wettelijke toezichthouder op de publieke omroep, heeft volgens de VVD zijn „kracht verloren” en moet worden versterkt. Een woordvoerder van het Commissariaat laat weten dat de toezichthouder „de urgentie van de VVD deelt om het publieke omroepbestel toekomstbestendig te maken”. Volgens de woordvoerder is het Commissariaat „fundamenteel veranderd” in de afgelopen twee jaar. „Het lijkt erop alsof de VVD die verandering nog niet heeft verdisconteerd.”
Bij de VVD is er weinig liefde voor de breedte van het bestel
Levensbeschouwing
Omroepbestuurder Arjan Lock zag in „de eerste alinea van het voorstel” wel al: „Bij de VVD is weinig liefde voor de breedte van het bestel.” De partij stelt voor de programmering van de publieke omroep te versmallen tot „nieuws, journalistiek, sport en cultuur (evenementen)”. Dat vindt Lock veel te mager. „De kracht van het bestel is juist dat vanuit de verschillende identiteiten een breed publiek wordt aangesproken met verschillende genres. Dus ook amusement, ook levensbeschouwing.”
Lock is ook kritisch over het voorstel de band tussen de omroepen en hun leden los te laten – nu nog altijd de grondslag voor een zendmachtiging. Door de telefoon zet Lock even zijn ‘EO-pet’ op: „Wij hebben een hechte relatie met onze vereniging. Daar zit onze maatschappelijke legitimatie in.” Prima, zegt hij, om ook andere criteria aan te leggen, zoals interactie met het publiek of kijkonderzoek naar belangstelling. Maar de verenigingen zijn volgens hem ook „een slot op de deur” om te voorkomen dat de politiek kan ingrijpen in de programmering. „Wij onderschrijven het belang van politieke afstand tot de media”, laat ook het Commissariaat voor de Media weten.
Jan Slagter van Omroep Max, door VVD’er Martens aangehaald in een passage over „omroepen die een zeer ongezonde bestuursstructuur hebben”, noemt het ronduit „een slecht plan”. Vind je het gek dat de VVD geen belang hecht aan ledenomroepen, zegt hij. „Zij hebben 22.000 leden, zijn er in een paar jaar tijd 4.000 verloren. De publieke omroepen samen vertegenwoordigen nog altijd anderhalf miljoen huishoudens.”
Hij weerspreekt de suggestie uit het interview met Martens dat zijn omroep niet veilig is voor medewerkers. Martens zei: „Stel je bent een medewerker met een klacht over je leidinggevende die tegelijkertijd ook de enige bestuurder is. (…) Dat is ontzettend onveilig voor medewerkers op de werkvloer.” Slagter is nu de enige bestuurder van Omroep Max, voor het eind van het jaar is een tweede bestuurder aangekondigd. „Hoe durft ze dat te zeggen”, reageert Slagter. „In het onderzoek van de commissie-Van Rijn naar grensoverschrijdend gedrag bij de publieke omroep komt onze naam niet voor.”
Lees ook
Vertrek Arjen Lubach is een aderlating voor de publieke omroep