N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Motorsport Waarom doet miljonairszoon Frits van Eerd zaken met de veroordeelde tweedehandsautohandelaar Theo Eggens? Over de motorcross, moordmakelaar Fred Ros en de Audi van ‘meneer Aart’.
Dick Freebird stapt op zaterdagmiddag 10 mei 2008 ietwat gespannen in zijn gele raceauto. Op het zonovergoten circuit van Zandvoort maakt hij bij de jaarlijkse Pinksterraces zijn debuut in de hoogste klasse van de Benelux Racing League. Een nieuwe raceklasse die snel aan populariteit wint door de gelijkenis met de Amerikaanse Nascar-auto’s.
Het is tien over half twee als Freebird met ronkende Ford V6-motor de pitstraat verlaat voor de start van de kwalificatietraining, die hij teleurstellend afsluit als zestiende.
Tijdens de twee manches op Pinkstermaandag laat Freebird zien wat hij in zijn mars heeft: dan finisht hij als elfde en negende. Na afloop is hij zeer te spreken over de afstelling en snelheid van zijn auto – een opgepompte Ford Mondeo, geprepareerd door de beste monteurs op het circuit.
Op een gegeven moment zag je zoveel Jumbo-logo’s op crossbanen dat je je moet afvragen of Jumbo nog wel wist aan wie Frits allemaal geld uitdeelde
Het succes is mogelijk gemaakt door zijn nieuwe sponsor, supermarktketen Jumbo. Een zakenpartner van zijn vader Hans V. heeft Freebird in contact gebracht met „de racende directeur van Jumbo”, noteert een journalist van website RaceXpress uit de mond van Dick Freebird, een pseudoniem van de racer. Die zakenpartner is Theo Eggens, voormalig motorcrosser uit Assen.
Hier ontstaat een bijzonder contact tussen drie ondernemers: Van Eerd, Eggens en Hans V. Wat moeten twee succesvolle Brabantse ondernemers als Van Eerd en Hans V. met een tweedehandsautohandelaar uit Drenthe? Eentje die bovendien zijn autobedrijven in 2006 failliet zag gaan omdat zijn klanten uit de Amsterdamse onderwereld hun rekeningen niet betaalden en in verband daarmee in 2008 werd veroordeeld voor witwassen? Die vraag houdt ook opsporingsinstanties al sinds 2020 bezig.
In september 2022, bijna vijftien jaar na het debuut van Dick Freebird op Zandvoort, krijgen Frits van Eerd, Theo Eggens en Freebirds vader Hans V. bezoek van de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD). De rechercheurs verdenken de drie van witwassen via autohandel en sponsorcontracten. Een van de verdachte contracten betreft de deal tussen Jumbo-topman Van Eerd en het raceteam van Dick Freebird, waarbij Eggens heeft bemiddeld.
Rampjaar voor Jumbo
De invallen bij Van Eerd en zes medeverdachten zijn onderdeel van een strafrechtelijk onderzoek dat de codenaam Hille heeft gekregen. Frits van Eerd (55), in zijn vrije tijd een fanatiek autoracer met een eigen team, zit in september vijf dagen in de cel en ziet zich genoodzaakt zijn baan als topman van Jumbo (ruim 700 winkels, 100.000 medewerkers en 10 miljard euro omzet) op te geven. Zijn vooralsnog tijdelijke opvolger is Ton van Veen, die achttien jaar lang werkte als financiële topman van Jumbo en begin dit jaar overstapte naar de raad van commissarissen. Op 15 december overlijdt ook nog pater familias Karel van Eerd: 2022 gaat voor de de familie Van Eerd de annalen in als rampjaar.
Of Frits van Eerd nog terugkeert als topman zal afhangen van het vervolg van het strafrechtelijk onderzoek, waarvan veel details nog niet bekend zijn. Zo is niet openbaar wat hij tijdens zijn dagenlange verhoren aan de rechercheurs heeft verteld over de 450.000 euro cash en de twintig Rolex-horloges die bij hem thuis en in zijn werkplaats zijn gevonden.
Ook is de vraag waarom Jumbo in 2014 de zakelijke samenwerking met Eggens stopte, maar Van Eerd privé met hem verder ging. En hoe is de vader van Dick Freebird, de succesvolle Brabantse ondernemer Hans V., in dit verhaal terechtgekomen?
Een portret van een bijzondere driehoeksverhouding op basis van politiedossiers opgemaakt tussen 2006 en 2019, gerechtelijke uitspraken, gesprekken met een tiental bronnen uit de motorsportwereld en bekenden van Eggens en Van Eerd.
Brabantse zandgrond
Voor de start van een crosswedstrijd verzamelen alle coureurs zich bij het hek. Ze warmen er hun motoren op, zetten hun helm vast en tikken de modder uit de zolen van hun laarzen. Die minuten voor de start zijn alle coureurs gelijk. Dat verandert zodra het hek valt en de crossers wegscheuren. Dan onderscheiden coureurs zich van de rest met durf, een sterk lijf, talent én een snelle machine.
De Brabander Frits van Eerd en de Drent Theo Eggens kennen dat gevoel en ze weten allebei wat winnen is. Eggens was vijftien toen hij in 1979 het Nederlands juniorenkampioenschap motorcross won. Van Eerd realiseerde zijn jongensdroom toen hij op 39-jarige leeftijd Nederlands kampioen rallyrijden werd. De twee hebben passie voor motorsport en weten dat een coureur nooit de top zal bereiken zonder serieuze financiële steun.
Motorcrossen is duur, net als karten of autoracen. De prijs van een motorcrossfiets start net onder de 10.000 euro. Maar met een motor uit de winkel win je geen races. Er moet worden gesleuteld aan het motorblok en de vering moet precies worden afgesteld op het gewicht en de stijl van de coureur. En als je dat allemaal al zelf kunt, heb je nog reserveonderdelen nodig en een bus of auto met aanhanger. Een crosser gaat kort gezegd zo hard als het lijf én de portemonnee het toestaan.
Waarom bleef Van Eerd privé zaken doen met Eggens nadat Jumbo de banden had verbroken? Over die vraag gaan in de motorcrosswereld wilde verhalen rond
Professionele motorsport kan niet zonder sponsoren. Daarom is Frits van Eerd al sinds de eeuwwisseling een graag geziene gast op motorcrossbanen in heel Nederland. Zijn bedrijf Jumbo is al enkele decennia sponsor van het Open Nederlands Kampioenschap Motocross. En daarnaast heeft Van Eerd menig talentvolle tiener geholpen zijn droom te verwezenlijken, vertellen bronnen. Bijna allemaal praten ze op voorwaarde van anonimiteit, de motorcrosswereld is klein en raakte beschadigd door de affaire rond Eggens en Van Eerd. Het beeld dat zij van Frits schetsen is eensluidend: als hij iets ziet in een jonge motorcrosser, is hij de eerste om te sponsoren.
„Op een gegeven moment zag je zoveel Jumbo-logo’s op crossbanen dat je je moet afvragen of Jumbo nog wel wist aan wie Frits allemaal geld uitdeelde”, zegt een kenner van de sport. Toen zocht niemand daar wat achter. „Frits van Eerd is een multimiljonair met hart voor de motorcross”, vertelt een man op het terrein van motorsportvereniging Mac Bedaf tijdens de jaarlijkse Maiscross in Volkel, een dorp vlakbij Veghel, de plaats waar Van Eerd is geboren en het hoofdkantoor van Jumbo staat. De man is niet bevriend met Van Eerd, maar hij draagt hem op handen. Hij begrijpt ook niet waarom de FIOD Van Eerd in een kwaad daglicht stelt over een paar ton contant geld. Over medeverdachte Theo Eggens daarentegen, doen in het motorcrosscircuit al jaren verhalen de ronde: „Theo is niet te vertrouwen.”
In de voetsporen van pa
Kenners zien een mooie carrière weggelegd voor de jonge motorcrosser Theo Eggens nadat hij op vijftien- en zestienjarige leeftijd Nederlands juniorenkampioen is geworden. Maar na zijn laatste titel in 1980 komt hij niet meer voor op de kampioenslijstjes. Een schouderblessure die hij overhoudt aan een valpartij zou daar debet aan zijn.
Hij stapt midden jaren tachtig in de autohandel, een wereld waarin hij dankzij zijn vader Jaap is opgegroeid, zoals hij later aan de politie vertelt. De activiteiten van Jaap Eggens Auto’s worden in 1991 ondergebracht in een nieuwe vennootschap die wordt gerund door Theo. Dat nieuwe bedrijf krijgt een aparte poot voor het leasen van auto’s en bedrijfswagens, een vorm van financiering die dan in opkomst is, ook voor particulieren.
De autobranche ligt Theo Eggens goed. Hij is een aardige, voorkomende man, vertellen mensen die met hem hebben gewerkt. Anderen beschrijven hem echter ook als onbetrouwbaar. Meerdere oud-zakenpartners omschrijven Eggens tegenover de politie als „oplichter” of „sjoemelaar”.
Als midden jaren negentig blijkt dat zijn dertien jaar jongere broertje Erik talent heeft voor het crossen, gaat Theo hem begeleiden. Langzaam groeit het idee om een professioneel motorcrossteam te beginnen. Dat gebeurt in 2001. Gek genoeg is Erik geen onderdeel van Eggens Racing. Hij is het jaar ervoor weggekocht door het team van motorfabrikant KTM. Dat niveau is voor het privéteam nauwelijks te evenaren, weet Theo, die blij is met de kans die zijn broer krijgt. Hij ontfermt zich over een nieuwe coureur: Marc de Reuver, een geboren Amsterdammer die wordt gezien als groot talent.
Na Erik Eggens en De Reuver begeleidt Theo nog meer motorcrossers: Bas Verhoeven, Glenn Coldenhoff, Lars van Berkel, Freek van der Vlist. Alle talenten vinden in hun jonge jaren onderdak bij Eggens. Sommigen kunnen met hem lezen en schrijven, anderen breken weer snel met hem. „Theo kan mensen motiveren en laten geloven in zichzelf. Maar hij is ook wispelturig: de ene dag noemt hij je de beste, om je de volgende dag tot de grond toe af te branden”, zegt één van hen.
Dankzij zijn succes komt Eggens op de radar bij een man die zelf ook graag aan talentontwikkeling doet: Frits van Eerd. Ze leren elkaar begin van deze eeuw kennen in de modder van de Nederlandse crossbanen. Daar worden de verschillen tussen de miljonairszoon uit Veghel en de autohandelaar uit Assen overbrugd.
Van Eerd werkt in die jaren nog onder zijn vader Karel aan de expansie van hun supermarktketen, die pas vanaf 2009 echt gestalte krijgt. De sponsorbudgetten zijn op dat moment nog bescheiden in vergelijking met de miljoenen die Jumbo een decennium later zal besteden aan de gemotoriseerde sport.
Total Trust
In 2001 gaat het Eggens ogenschijnlijk voor de wind. Naast Eggens Racing heeft hij een nieuw bedrijf opgericht dat handelt in auto’s én motoren: Theo Eggens Auto’s. En in datzelfde jaar start hij samen met een zakenpartner een nieuw leasebedrijf: Total Trust, gevestigd in Assen.
Binnen enkele jaren heeft het bedrijf zo’n vierhonderd leasecontracten uitstaan die iedere maand geld opleveren. Eggens koopt auto’s met een lening van de bank en leent ze uit met een leasecontract. De gebruikers betalen naast een eenmalig bedrag een maandelijkse premie. Daarmee worden de kosten terugverdiend. Het is gezonde handel zolang die termijnen binnenkomen en de auto’s aan het einde van de looptijd een goede restwaarde opleveren.
In 2003 meldt zich ene Andries, een garagist uit Friesland. Hij wil een aantal klanten van zijn failliete leasebedrijf bij Total Trust onderbrengen, in ruil voor een commissie. Total Trust kan wel wat extra omzet gebruiken en Eggens hapt toe. Andries heeft bijzondere klanten: Ajax-voetballers, artiesten, maar ook figuren van minder allooi. Een deel van het klantenbestand leest als een wie is wie in de Amsterdamse onderwereld.
Een van die mannen, zo blijkt uit verklaringen van Eggens zelf, is Greg Remmers (74), het hoofd van een invloedrijke misdaadfamilie uit Vinkeveen. Ook de zonen van Remmers, die vanwege zijn leeftijd en status ook wel de godfather van de Amsterdamse onderwereld wordt genoemd, maken carrière in de onderwereld.
Amsterdamse criminelen gebruiken het familiehuis in Vinkeveen regelmatig als tijdelijk verblijf. Een van die logees is Fred Ros. Hij is jarenlang kind aan huis bij de familie Remmers en raakt bevriend met zonen van Greg. Via zoon Jesse Remmers raakt Ros in die tijd betrokken bij een serie moorden waarvoor Willem Holleeder en een aantal andere onderwereldkopstukken zijn veroordeeld. Jesse krijgt levenslang. Ros heeft geen zin om zijn straf van dertig jaar uit te zitten en wordt kroongetuige.
Hans Freebird
De onderwereldclientèle die via tussenpersoon Andries bij Eggens terechtkomt, rijdt graag rond in auto’s van een leasemaatschappij als Total Trust: het maakt ze minder goed traceerbaar. Het probleem is dat zo’n veertig klanten uit het milieu hun leasepenningen niet betalen en evenmin reageren op aanmaningen,post over parkeerboetes en snelheidsovertredingen.
De boekhouder van Eggens constateert al in 2003 dat „de lease niet goed loopt” en dat de administratie slecht op orde is. De man ziet ook dat Eggens met auto’s schuift tussen Total Trust en zijn andere bedrijf Theo Eggens Auto’s. De administratie is in 2006 nog niet compleet, vertelt de boekhouder in die tijd aan de politie. „Ik weet dat er auto’s worden verhuurd, maar niet aan wie.”
Omdat Eggens naast zijn noodlijdende leasebedrijf ook nog een duur motorcrossteam runt, zoekt hij financiële hulp. Die krijgt hij van een oude kennis uit de crosswereld: Hans V., alias Hans Freebird. Onder die naam bouwt Hans sinds eind jaren zeventig campers waarmee motorcrossers van de ene race naar de andere trekken. Zo leerden Hans en Theo elkaar kennen.
In de jaren negentig begint Hans V. een handel in aluminium die onder de naam Freebird Aluminium uitgroeit tot een miljoenenonderneming met een beleggings- en een handelstak. Ergens in 2004 koopt Hans V. in stilte de helft van Eggens’ belang in Total Trust. Maar daarmee zijn de problemen van Eggens niet voorbij.
In 2005 lopen de financiële problemen van Theo Eggens uit de hand. Dat heeft te maken met afpersing in de zomer van 2005. In een poging snel wat geld te verdienen wordt Eggens voor 75.000 euro opgelicht door een Amsterdamse crimineel. Pogingen van Eggens om dat geld terug te krijgen, lopen uit op een ontvoering waarbij Eggens wordt mishandeld tijdens een nachtelijke autorit tussen Zaandam en Assen. Uiteindelijk moet hij onder bedreiging van een wapen geld en auto’s afstaan. Later is hij ook nog bedreigd bij zijn huis, zegt Eggens als hij aangifte doet. „Ik dacht dat ik niet meer levend uit die auto zou stappen”, vertelt Eggens aan twee agenten die zijn houding ten opzichte van zijn bedreigers als „best wel dapper” omschrijven.
Fredje Hummer
Op 26 december 2005 stapt een rijzige man met halflang blond haar en brede schouders het kantoor van Total Trust binnen. De man is op Tweede Kerstdag vanuit de Randstad naar Assen gereden omdat hij een probleem heeft met zijn leaseauto: een Mercedes M400, een gewilde SUV. De man identificeert zich met zijn rijbewijs: hij heet Fred Ros.
De medewerker van Total Trust heeft geen idee dat Ros er net anderhalf jaar cel op heeft zitten in verband met een grote wapenvondst. Het enige dat telt, is dat Ros drie dagen eerder 4.400 euro contant aan Theo Eggens heeft betaald en voor dat geld een goede auto verwacht. Hij krijgt ter vervanging een BMW X5 en vertrekt tevreden.
Een paar dagen later meldt Ros zich opnieuw in Assen. Hij heeft gehoord dat Total Trust problemen heeft met criminele klanten en biedt aan om auto’s terug te halen als hij kosteloos in zijn nieuwe BMW mag blijven rijden. Het leasebedrijf heeft het zicht op zo’n veertig auto’s verloren. In de zomer van 2005 zijn Eggens en zijn zakenpartners naar de politie gestapt om aangifte te doen. Maar tot hun frustratie ziet de politie het als een civielrechtelijke kwestie en wordt de aangifte niet in behandeling genomen. Daarom gaat Total Trust in zee met Ros.
Een paar maanden later komt Eggens erachter dat het allemaal „doorgestoken kaart” is geweest. Ros haalt in 2006 inderdaad een tiental auto’s terug. En hij begint te dreigen als Total Trust de rekeningen niet betaalt die hij daarvoor stuurt. Hij heeft dan zeven auto’s van Total Trust in zijn bezit waarvoor hij geen leasepremies afdraagt. Eggens snapt inmiddels dat hij is bedonderd en Ros een vooruitgeschoven pion was in een spel van de familie Remmers. „Die gasten horen gewoon allemaal bij elkaar”, zegt hij later tegen de politie.
Nadat Ros in augustus 2006 wordt aangehouden voor zijn rol bij een aantal onderwereldmoorden, doet Total Trust aangifte tegen hem voor verduistering. Maar het mag allemaal niet meer baten. Het leasebedrijf vraagt in oktober 2006 surseance van betaling aan en gaat failliet, net als Eggens Racing en Theo Eggens Auto’s. Ook privé zit het Eggens in die tijd niet mee. Zijn huwelijk strandt en met zijn broer Erik heeft hij geen contact meer. In 2008 wordt hij veroordeeld tot een voorwaardelijke straf voor witwassen.
Zwarte handen
Tijdens de Nacht van Achtmaal, een jaarlijkse rallywedstrijd in West-Brabant, stuurt Frits van Eerd zijn auto foutloos over de donkere wegen. Van Eerd is in het weekend van 8 en 9 juli 2006 niet de snelste: hij wint slechts 5 van de 24 proeven die de coureurs afwerken. Maar omdat zijn snellere concurrenten te veel fouten maken, vindt Van Eerd zich op zondagochtend terug op de eerste plaats in het klassement.
Hij pakt dat weekend de zege en geeft zijn eerste plaats in het kampioenschap daarna niet meer uit handen. Samen met navigator Erwin Mombaerts wordt Van Eerd Nederlands kampioen rallyrijden. Van Eerd vertelt in het Brabants Dagblad dat hij er alles aan heeft gedaan om die titel te behalen, behalve geld van zijn familie of Jumbo uitgeven. Van Eerd is dan samen zijn vader directeur van Jumbo, maar zijn ouders vinden dat hard rijden in auto’s maar niks. Frits ergert zich volgens de Brabantse krant aan het beeld van het „zoontje van de baas” voor wie alles wordt geregeld. „Net als iedereen moet ik mijn sponsoring zelf rond zien te krijgen. Voor de rest heb ik alles zelf gedaan. Ik had zeven dagen per week zwarte handen.”
Na zijn titel stelt de algemeen directeur van Jumbo zichzelf een nieuw doel: hij wil Parijs-Dakar rijden, de ultieme uitdaging voor een rallyrijder. Jumbo groeit in die jaren supersnel door een serie grote overnames, al is dat zeker niet alleen het werk van Frits van Eerd. Het gevolg van die snelle groei is dat het marketingbudget van Jumbo meestijgt. Dat biedt kansen voor mannen als Eggens.
Jumbo en DriebunderMX
In 2008 leert Frits van Eerd autocoureur Dick Freebird kennen. De zoon van de Brabantse ondernemer Hans V. wordt bij Van Eerd geïntroduceerd door Theo Eggens. Hans V. was sinds 2004 partner in Total Trust, het leasebedrijf van Eggens dat in 2006 ten onderging. Een faillissement dat niemand is ontgaan in de motorcrosswereld; Team Eggens heeft jarenlang rondgereden met de naam Total Trust prominent op de borst.
Na het faillissement van Total Trust heeft Hans V. een nieuw autobedrijf opgericht: Klein Drenthe. Het is een poging om de verliezen goed te maken die hij door het faillissement van Total Trust heeft geleden, vertelt Theo Eggens daarover aan de politie. Eggens zelf gaat voor Hans V. werken: auto’s inkopen en verkopen.
Klein Drenthe wordt in 2007 gevestigd in het dorp Norg. Dat jaar neemt Hans V. het eveneens in Norg gelegen failliete pretpark en zwemparadijs de Vluchtheuvel over van ondernemer Hennie van der Most, die zijn grootse plannen met het park niet van de grond krijgt.
Naast de sponsordeal met Dick Freebird gaat Frits van Eerd ook met Theo Eggens persoonlijk in zee. Van Eerd maakt hem in 2010 teamleider van het Jumbo TvE MX-team, dat deelneemt aan internationale wedstrijden om het MX wereldkampioenschap, de Formule 1 van de motorcross.
En in 2013, als Eggens onder de naam DriebunderMX een nieuw racebedrijf opricht, gaat Frits van Eerd hem via Jumbo sponsoren. Daar blijft het niet bij. Het is Van Eerd zelf die een talent aandraagt voor Team Eggens. Het gaat om Lars van Berkel, net als Van Eerd geboren in Veghel. Theo heet vanaf het voorjaar in de Brabantse pers „de teambaas van Jumbo Racing”.
In diezelfde periode wordt Eggens ingehaald door zijn andere leven. De politie doet in het voorjaar van 2014 een inval bij Eggens thuis in verband met een groot onderzoek dat de codenaam Arville meekrijgt. Justitie leidt uit afgeluisterde gesprekken af dat Eggens tonnen cash heeft aangenomen van een cocaïnesmokkelaar uit Leeuwarden.
Over het precieze bedrag bestaat onduidelijkheid, maar het geld is gebruikt voor de aankoop van een Aston Martin Vanquish. Daarnaast leent Eggens aan dezelfde drugssmokkelaar een geldbedrag van 150.000 euro, volgens de FIOD een neptransactie die is bedoeld om wit te wassen. Ook heeft Eggens voor enkele tonnen btw-fraude gepleegd. De rechtbank veroordeelt Eggens uiteindelijk tot een celstraf van 15 maanden. Na het hoger beroep heeft Eggens cassatie aangetekend bij de Hoge Raad.
De breuk met Eggens
Voor het Jumbo-concern zijn de contacten van Eggens in de onderwereld reden om met hem te breken, zo blijkt volgens het Financieele Dagblad uit de niet-gepubliceerde uitspraak van een strafzaak tegen Eggens. Een man met een strafblad, dat past niet bij de bedrijfscultuur van Jumbo.
Omdat Frits van Eerd inmiddels zelf de topman is van Jumbo, betekent dit logischerwijze ook een breuk tussen de twee mannen die elkaar al bijna vijftien jaar kennen van het motorcrossen. In de motorcrosswereld bestaat echter het idee dat Van Eerd het contact met Eggens alleen formeel heeft verbroken. „Jumbo heeft zich in 2014 misschien wel teruggetrokken als sponsor van Eggens, maar in de jaren daarna rijden er nog steeds pupillen van Eggens rond met een Jumbo-logo”, vertellen meerdere bronnen.
Van Eerd is in die tijd persoonlijk verantwoordelijk voor de sponsorbudgetten van Jumbo. Het beleid om talenten te sponsoren bestaat nog altijd. Zo gaat Jumbo vanaf 2013 racetalent Max Verstappen sponsoren. En in 2016 stapt een motorcrosser uit het team van Eggens over naar een team met Jumbo als hoofdsponsor.
Ook Dick Freebird behoort nog tot de Jumbo-stal. Jaar in jaar uit rijdt de coureur uit Rosmalen met Jumbo als sponsor zijn rondjes in het racecircuit. En als Freebird racet is Eggens nooit ver weg. Zijn banden met Freebirds vader Hans V. zijn nog altijd intact. Politieonderzoek leert dat sommige dingen nooit veranderen in het leven van Theo Eggens.
Een Audi voor meneer Aart
In de zomer van 2019 zien rechercheurs Eggens vrijwel iedere zaterdag met een plastic tasje het Van der Valk-hotel in Zwolle binnenlopen. Daar ontmoet hij dan een man die zichzelf ‘meneer Aart’ noemt. Het is Francois van H.: volgens de politie een van de leiders van het Sesamstraat-kartel, een groep verdachten die betrokken zijn bij cocaïnesmokkel. Voor hun berichtenverkeer via speciale cryptotelefoons gebruiken ze bijnamen als Tommie, Inimini, Bert en Ernie. En meneer Aart dus, het Sesamstraat-personage gespeeld door wijlen Aart Staartjes.
Als Eggens na zijn ontmoetingen met ‘meneer Aart’ het Van der Valk weer verlaat, heeft hij geen zakje meer bij zich. Het vermoeden is dat Eggens een crimineel contact is van ‘meneer Aart’ en daarom wil de politie de gesprekken tussen de twee afluisteren. Een verzoek waar de onderzoeksrechter mee instemt, blijkt uit dossierstukken. In 2018 is uit politieonderzoek gebleken dat ‘meneer Aart’ in een Audi A6 Quattro rijdt die wordt geleased van Noord Auto’s, een nieuw bedrijf van Eggens. Ook ‘Tommie’ en ‘Ernie’ rijden in auto’s die op naam staan van bedrijven van Eggens.
Als de politie Eggens hierover ondervraagt, vertelt hij over problemen met zijn financier: De Lage Landen. Dat bedrijf wil van hem af en wil geld terug van Eggens. Daarom wil hij een lening sluiten bij ‘meneer Aart’, maar die heeft blijkens de administratie nooit geld overgeboekt aan Eggens. Er duikt wel een andere naam op in de bankgegevens van Eggens: Freebird Trading van zijn oude zakenpartner Hans V.
Hij, de man die hem eerder met Total Trust al steunde, schiet Eggens opnieuw te hulp. Er wordt via een rekening van Freebird een bedrag van 153.000 euro overgeboekt naar Eggens. Volgens de politie is daarvan maar 50.000 euro naar De Lage Landen gegaan. Wat er met de rest gebeurt, blijft onduidelijk. Maar de politie stelt wel vast dat ‘meneer Aart’ de naam van Freebird heeft gegoogeld. Hans V. weet niet wat hem overkomt als hij tijdens het onderzoek met deze details wordt geconfronteerd. Hij is volgens zijn advocaat nimmer met justitie en politie in aanraking geweest en wil verder geen commentaar geven.
De Hummer van Frits
Uit het complex aan informatie concludeert de politie dat Eggens „facilitair” is aan het Sesamstraat-kartel en „de organisatie voorziet van voertuigen”. Eggens is een tijdlang afgeluisterd, maar uiteindelijk niet vervolgd wegens een gebrek aan bewijs. Dat is er wel in overvloed tegen ‘meneer Aart’ en zijn medeverdachten. Zij zijn veroordeeld voor witwassen en betrokkenheid bij cocaïnehandel.
De afgeluisterde communicatie van Eggens en andere onderzoeksgegevens zijn voor de politie de basis voor de start van een nieuw onderzoek. Dat krijgt de naam ‘Hille’ mee en daarbij komt uiteindelijk ook Frits van Eerd in beeld. Hij blijkt, ondanks de breuk tussen Jumbo en Eggens, privé nog een Hummer met aanhanger te hebben gekocht van Eggens.
Het supermarktconcern heeft daarmee niets te maken, maar de vraag is wel waarom Van Eerd privé zaken is blijven doen met Eggens nadat zijn bedrijf Jumbo de banden met Eggens heeft verbroken.
Over die vraag gaan in de motorcrosswereld wilde verhalen rond die, gezien de verdenking, vooral gaan over sponsorcontracten en de manieren waarop daarmee witgewassen zou kunnen worden. Die verhalen kunnen de vondst van 450.000 aan contanten en de verzameling Rolexhorloges bij Van Eerd verklaren, maar worden door alle betrokken nadrukkelijk ontkend. Op de vraag hoe er dan wel witgewassen zou zijn met sponsorcontracten willen de verdachten en het OM niet ingaan.
Het antwoord op de vraag waar het contante geld en de Rolexen dan wel vandaan komen, lijkt gezocht te moeten worden in de autohandel. Frits van Eerd is een fervent verzamelaar van bijzondere auto’s. Zijn advocaat Robbert Jonk bevestigt eerdere berichten in het AD over een gevonden Hummer met oplegger die Van Eerd heeft gekocht van Eggens. „Het klopt dat mijn cliënt na de breuk tussen Jumbo en Eggens privé nog een aantal auto’s heeft gekocht van Eggens”, aldus Jonk.
Meer detail wil hij niet geven omdat de strafzaak van zijn cliënt daarmee niet is gediend. „Hij kan alles uitleggen, maar de publiciteit doorkruist het onderzoek en dat is niet in het belang van Van Eerd. Vragen van het OM, de FIOD en eventueel de rechter zal Van Eerd beantwoorden als het moment daar is.” Op de verdenkingen van het OM over witwassen met sponsorcontracten aan het adres van Van Eerd wil Jonk niet ingaan. Ook het Openbaar Ministerie geeft geen commentaar.
Theo Eggens laat via zijn advocaat Fred Kappelhof weten dat „zijn verhouding met Van Eerd goed is geweest en zeker geen strafrechtelijke achtergrond heeft”. Eggens vindt dat hij op basis van een oude veroordeling ten onrechte wordt weggezet als een „witwasser” en wil niet ingaan op de verdenkingen van het Openbaar Ministerie. „Hij ziet de zaak met vertrouwen tegemoet.”
Illustratie Bart Nijstad.
Tips? Mail naar [email protected]