N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Essay | Leven
Carolina Trujillo ziet overeenkomsten tussen drugsverslaving en bingewatchen. „Net als drugs zijn series geestverruimend, een vlucht uit de werkelijkheid.”
Wie ooit van een verslaving af kwam en dat zo wil houden, weet dat dan niks zo stom is als het lichaam opnieuw aan de substantie van devotie blootstellen. Een trekje van een sigaret en je zit weer aan een pakje per dag. Een slok uit een glas bier en Wim ontbijt weer met jenever.
Ik ben een aantal keer verslaafd geweest. In alfabetische volgorde: alcohol, cocaïne, nicotine en wiet. Ook lsd en xtc nam ik ooit in hoeveelheden die het amateurniveau overschreden. In die tijd studeerde ik scenarioschrijven aan de Filmacademie, het scheelde niet veel of ik was van mijn droomopleiding af getrapt dankzij mijn geestverruimende activiteiten. Dat ik geen heroïne, gokken of producten uit de legale farmaceutische industrie aan mijn cv kan toevoegen, komt doordat ik, inmiddels bekend met mijn verslavingsgevoelige aard, die zaken meed als de pest.
Om die reden blijf ik ook weg bij langlopende dramaseries. Ze vertonen te veel overeenkomsten met drugs, al zou ik het verlangen naar een volgende aflevering nooit gelijk willen stellen met het hunkeren naar een shot van iets dat naast geestelijk ook lichamelijk verslavend is. Daarmee zou ik alle druggebruikers die ooit afkickten tekortdoen en dat zijn er veel.
Net als drugs zijn series geestverruimend. Ze zijn beide transportmiddelen bij een vlucht uit de werkelijkheid. Beide zijn ook kortstondig lekker en kunnen bij overmatig gebruik voor hetzelfde soort problemen zorgen. Daarom lukt het mij meestal om uit de Netflixval te blijven. Ik raak die zooi niet aan. Zelfs trailers probeer ik te mijden want dan gaat het al jeuken. Voor de lol het begin van de eerste aflevering kijken, doe ik niet want ik weet precies hoe dat spul werkt, vanwege dat drugsverleden maar vooral omdat ik het diploma scenarioschrijven uiteindelijk toch haalde. Meer dan elke andere aflevering is de eerste erop gemaakt je het dramahol in te trekken.
Als ik bij een serie voorbij de drempel van de derde aflevering raak, zal ik het kreng ongeacht de kwaliteit helemaal afkijken, net zoals de verslaafde ook slechte coke tot de laatste korrel opsnuift, een oude peuk opsteekt en verwaterde whisky wegdrinkt. Niet een aflevering per week, niet eens een per dag. Er moet gelijk een half seizoen per etmaal doorheen. Dan tjilpen de vogels als de openingstitels weer in het scherm opdoemen. Nog eentje dan.
Automatisch de volgende
In de pre-stream-era kon je veilig series kijken. Van V of Twin Peaks zag je een hoofdstuk per week. Tegenwoordig heb je bij platforms als Netflix en al die andere dealers zelf de doseringsknop in handen. Sterker, het is zo ingesteld dat als je een aflevering hebt gekeken, automatisch de volgende start. Waar je bij drugs iets moet doen om een dosis te krijgen, moet je bij langlopende dramaseries iets doen om de toediening te stoppen. Je kunt je werk verwaarlozen, je vrienden en je conditie, geen haan die ernaar kraait als jij je leven wegflixt. Ook daarom ben ik voorzichtig.
Ik hossel van aflevering naar aflevering
Alleen heel soms, bijvoorbeeld als ik zoals nu mijn manuscript net bij de uitgever heb neergelegd, er weinig deadlines op de loer liggen en ik het me kan permitteren om een week in een zelf geïnduceerde Netflixcoma op de bank te liggen, dan doe ik het. Dan kies ik een serie en ga ik weg zoals een ander naar een vakantieoord vertrekt.
Net als de vakantieganger hoop ik op een goede bestemming, een onvergetelijke plek zoals The Wire of La Casa de Papel en niet dat ik in een resort terechtkom dat inwisselbaar is met het volgende. Ik hoop onvergetelijke vrienden te maken zoals wijlen Omar Little of inspecteur Sierra. Desnoods die kneus van een Jesse Pinkman. Hoe goed een personage in elkaar zit, kun je afmeten aan hoe lang het je bijblijft en je zijn naam blijft onthouden. Die regel gold altijd voor boeken en gaat ook op voor schermverhalen.
Met de hoeveelheid series die tegenwoordig wordt geproduceerd, groeit het aanbod onvergetelijke paradijzen met daarin vrienden voor het leven, maar wat echt uitdijt is het aantal confectieresorts vol eenzijdige voorbijgangers. Een keer verkeerd klikken en je zit twee weken aan een vervuilde binnenzee omringd door voorspelbare personages die elkaar helemaal laten uitspreken voor ze de eigen ongeloofwaardige rotzin oplepelen.
Turbulentie
Gelokt door de trailer arriveerde ik in Manifesto: een vliegtuig ondervindt turbulentie en als het is geland, blijkt voor de wereld vijf jaar te zijn verstreken en voor de dood gewaande passagiers alleen de reistijd. Na twee afleveringen, dacht ik: dit gaan ze nooit op een bevredigende manier rondkrijgen. Dit wordt zoals Lost. Dat was een hellend vagevuur van zes seizoenen met in totaal honderdeenentwintig afleveringen van drie kwartier waanzin, geproduceerd door wat wel knetterstonede scriptschrijvers moesten zijn. High van de lijm waarmee ze de plotlijnen aan elkaar verkleefden. En toch blijf je kijken, want beroepsschrijvers beschikken doorgaans over een goedgevulde gereedschapskist en ze weten precies hoe je een kijker aan een scherm vastklinkt. Dat doen ze onder andere door vragen op te werpen waar de kijker het antwoord op zal willen weten. Die vragen hebben verschillende houdbaarheidslimieten. ‘Krijgt de hoofdpersoon de liefde van zijn leven’, is een vraag die tot het einde van het verhaal goed kan blijven. ‘Wat zit er in die koffer?’ kan de kijker even nieuwsgierig houden, maar als het antwoord niet op tijd komt, vergeten wij dat de vraag ooit was gesteld. Als dan twintig afleveringen later die koffer alsnog wordt geopend gaat het van: ‘Hu? Waar komt die koffer inene vandaan?’ Of in het beste geval: ‘Van wie was die koffer ook alweer?’ Vragen opwerpen, ze zo lang mogelijk rekken, maar nog binnen de tijd beantwoorden, is een smerige tang waarmee schrijvers hun afnemers vasthouden.
Ik haalde mijn voet uit die lus genaamd Manifesto en koos een andere serie. Een over een Spaanse narcofamilie waarvan de pater familias alzheimer krijgt. De makers wonden er geen doekjes om, nog voor de openingstitels krijgt Nemo Bandeira zijn diagnose. Zijn trouwe bodyguard is daarvan de enige getuige. Nemo moet een opvolger kiezen voor zijn imperium. Hij heeft twee compleet ongeschikte wettige kinderen, een ambitieuze maar geadopteerde zoon en een vijandige onwettige dochter. De vraag ‘Wie wordt de opvolger?’ is er een die tot het einde gerekt kan worden. ‘Wanneer ontdekt de rest dat hij alzheimer heeft?’ zal eerder beantwoord moeten worden en is zo’n vraag die uiteenvalt in subvragen: wanneer ontdekt zijn vrouw het? Wanneer zijn kinderen? Wanneer zijn mannen? Elk van die subvragen levert een nieuwe op. Ik hossel van aflevering naar aflevering voor nieuwe doses antwoorden van zeer bedenkelijke kwaliteit.
Het plezier waarmee ik naar de eerste afleveringen keek begint, net als met drugs, een routine te worden. Toch zit ik uur na uur aan het all-you-can-eat-clichébuffet van de familie Bandeira. Beklijven doet het allemaal niet, maar als ik comateus op de bank mijn doses neem, kan ik me niets voorstellen wat ik op dat moment liever zou doen dan op deze manier, met dit middel, te vluchten uit de werkelijkheid.
Wat als dramaserie werd aangeboden, bleek een soap te zijn. Die herken je aan mechanieken zoals dat degene die het meeste belang heeft bij het weten van iets, de laatste zal zijn die erachter komt. Uitrekken die zooi. Simpele gegevens versnijden tot het hele subplots worden. Eer de echtgenoot weet dat zijn vrouw vreemdgaat met de alzheimerspecialist, zal zijn huishoudster erachter komen, zijn advocaat en zijn kinderen. De makers houden de kijker aan het beeldscherm-infuus met de moeder der clichévragen: wanneer komt de conservatieve man erachter dat zijn vrouw vreemdgaat?
Een ander kenmerk van de soap is dat als twee mensen iets stiekems doen, er altijd een derde staat toe te kijken. Ook typisch is dat de kijker gebeurtenissen meekrijgt omdat personage A het gebeurde aan B vertelt. Dan komt A binnen en roept: ‘Maria heeft het vliegtuig naar Rome genomen!’ De opnames van de rit naar het vliegveld skippen, scheelt enorm in productiekosten, want exterieurs zijn duur en soaps staan niet bekend om een hoog budget.
De cliffhanger aan het einde van een aflevering is ook kenmerkend voor de soap, maar in dit tijdperk van streamingsdiensten zijn cliffhangers, samen met de wil van de kijker, zo goed als overbodig geworden. Die volgende aflevering zet zichzelf wel aan. Regeringen zouden kunnen proberen ons tegen streamen te beschermen zoals ze dat met drugs pretenderen te doen, maar nee, in pyjama worden we voor de leeuwen gegooid, vooral voor die ene.
De dagen vliegen voorbij. Als het slachtoffer van het streamingplatform weer onder de mensen komt, blijkt vijf jaar voorbij te zijn. De gifbeker van narco-met-alzheimerserie heb ik geleegd. Het slot was onbevredigend. De zoon die in een drugscoma lag, is uit het verhaal verdwenen. De vermoorde peetzoon bleek op miraculeuze wijze niet dood en in de laatste aflevering serveren de makers je de belachelijkste, in dramatiek verzopen sterfscène die ik ooit zag. De vader en zoon van het Mexicaanse kartel hebben elkaar compleet lek geschoten. Met hun mooie pakken onder het bloed strompelen ze naar elkaar toe en vallen op de knieën. Als twee tentstokken blijven ze tegen elkaar staan in het gazon. Wat moeten ze gelachen hebben toen ze dat schreven. Het was toch de laatste aflevering. Kon hen het schelen of we er nog uit stapten. Ik voelde me bekocht en smerig. Veel erger dan met drugs.
Onbeperkt budget
Inmiddels is mijn manuscript terug van de uitgever en kan ik weer aan details van mijn eigen verhaal werken. Daarbij graai ik in dezelfde gereedschapskist als de duivels die mij te grazen hadden, met het voordeel dat proza een onbeperkt budget heeft. Met een pennenstreek laat je een vliegtuig met daarin je hoofdpersoon in de lucht draaien, terugkeren en zonder landingsgestel toch landen. Kosten: nog geen tien cent per woord. Probeer die scène maar bij een producent los te peuteren.
Een ander voordeel van proza boven film, is dat lezen de hersenen veel meer activeert dan televisie kijken. Een onderzoek onder volwassenen boven de vijftig wees uit dat 3,5 uur tv kijken per dag al tot cognitieve achteruitgang leidt. Andere onderzoeken wijzen in de richting dat bingewatchen een gedragsverslaving zou kunnen zijn, net als overmatig gamen of socialemediagebruik. Wetenschappers zijn het er nog niet over eens. Over lsd las ik dat het nieuwe verbindingen zou maken tussen hersengebieden, alcohol zorgt juist voor verlies van hersenweefsel. In de wereld van het overbrengen van verhalen is lezen lsd en televisie kijken alcohol. Wat je overhoudt aan een paar dagen dramaserie brassen, is meestal ook niet meer dan wat vage herinneringen en een reusachtige kater.