N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Schroot Na aandringen van de Indiase eigenaar heroverweegt Tata Steel de vergroeningsplannen. Door het moederbedrijf in Mumbai zijn nu verrassende opties op tafel gekomen, zoals een toekomst als smelter van schroot.
De maquettes van de nieuwe fabriek waren al klaar en aan buurtbewoners getoond. Bij de receptie van staalfabriek Tata Steel staat op pilaren geschreven dat waterstof de toekomst is. In 2021 haalde het besluit om in de toekomst met waterstof staal te gaan maken de voorpagina’s van landelijke media.
Donderdag maakte Tata Steel bekend dat het toch niet zeker is of deze staalfabriek op waterstof er komt. Na aandringen van de Indiase eigenaar is het bedrijf nog eens naar andere opties gaan kijken, zo bevestigen betrokkenen. Daarbij zijn op initiatief van het moederbedrijf in Mumbai verrassende scenario’s op tafel gekomen – zoals een toekomst waarin het smelten van schroot een grote rol speelt.
De plottwist bij ’s lands grootste CO2-uitstoter is voor een belangrijk deel een erg technisch verhaal. Maar deze kan grote gevolgen hebben voor de uitstoot, de werkgelegenheid en de concurrentiepositie van een van de grootste industriële werkgevers van Nederland. Ook groeit de kans op een conflict met de ondernemingsraad en vakbond FNV. Zij hebben al aan de Nederlandse directie laten weten niks te zien in een toekomst zonder waterstof, zo blijkt onder meer uit een brief waar NRC de inhoud van kent.
Waterstof in plaats van kolen
Tata Steel IJmuiden (circa 9.000 werknemers) is verantwoordelijk voor 7 procent van de Nederlandse CO2-uitstoot. Staal maken draait op dit moment om een reactie tussen kolen en ijzererts, waarbij gigantische hoeveelheden CO2 vrijkomen. Dat wilde de fabriek gaan oplossen door staal te maken met waterstof in plaats van kolen, zo maakte het bekend in 2021. Die route kiezen veel staalbedrijven in Europa op dit moment.
De nu ontstane twijfel heeft een voorgeschiedenis van een paar maanden. Het idee om naar andere opties te kijken is oorspronkelijk ingegeven door de Indiase eigenaar. Dit voorjaar schreef het moederbedrijf rode cijfers en de ‘waterstofroute’ is relatief duur, hoewel er geen precieze cijfers bekend zijn. Verder is de onzekerheid over gasprijzen toegenomen; in de waterstofroute zou de fabriek tijdens een tussenfase op aardgas draaien. In nieuwe Haagse klimaatplannen zou aardgas bovendien ook nog eens extra belast kunnen gaan worden. En dan zijn er nog de verslechterde economische omstandigheden in de hele wereld.
Zo kwam het installeren van een ‘electric arc furnace’ (EAF) in beeld. Dit is een bewezen en goedkopere techniek, waarbij oud schroot kan worden omgesmolten tot nieuw staal. In feite is het een hele grote smeltoven.
Voor Tata Steel in IJmuiden zou dit een enorme verandering zijn – misschien nog wel het meest voor het zelfbeeld van het personeel. Met EAF maak je kwalitatief veel minder goed staal. EAF-installaties golden lang als vergroeningsmethode voor de Britse fabrieken van Tata Steel, die notoir verouderd en verlieslatend zijn. Maar IJmuiden zou ook na de vergroening door waterstof hoogwaardig staal blijven maken: voor toepassingen in de auto-industrie of in voedselblikjes. Hoewel de buitenwereld de voormalige Hoogovens misschien als oude rommel inschat, is dat in de staalwereld niet zo. Daar geldt IJmuiden als een kwalitatief zeer goede fabriek, met een veelgeprezen onderzoeksafdeling.
‘Beste van beide werelden’
Toch is, na een eerste schok, de laatste weken ook in IJmuiden het idee van een EAF iets meer ingedaald. Ten eerste omdat deze praktijk kan worden gecombineerd met een waterstofinstallatie in een soort ‘beste van beide werelden’-scenario. In dat geval zou de fabriek ook zelf ijzererts blijven voorbewerken en dit mengen met schroot in een EAF. De bedoeling is dat dit alsnog staal van goede kwaliteit kan opleveren, hoewel de meest hoogwaardige producten waarschijnlijk niet zomaar meer te maken zijn.
Ten tweede omdat een EAF uitzonderlijk circulair is: in feite ben je deels een recyclingsfabriek. In de gesprekken die Tata Steel de afgelopen maanden met omwonenden heeft gehad over de vergroeningsplannen is de gebrekkige circulariteit van het waterstofplan regelmatig aan bod gekomen. Bij Tata Steel zelf is daardoor het besef hierover ook gegroeid. Greenpeace, een van de grootste critici van Tata Steel, reageerde daarom donderdag positief op het idee van een EAF.
Tata Steel heeft nog geen besluit genomen, dat wil het na de zomer doen. Bij veel mensen binnen de fabriek bestaat de verwachting dat de keuze uiteindelijk zal vallen op een combinatie van een EAF en een kleinere waterstofstaalfabriek.
Grote vraag is hoe de ondernemingsraad en vakbond FNV daarop reageren. Donderdag maakten de raad en de vakbond, waarvan een groot deel van het personeel lid is, al meteen duidelijk dat ze niks zien in een plan waarbij waterstof helemaal uit beeld verdwijnt. Juist de ondernemingsraad en de vakbond speelden een grote rol bij de keuze voor de waterstofroute in 2021, die volgens hen de voorkeur genoot boven het afvangen van CO2.
Maar ook bij de combinatieroute heeft de ondernemingsraad veel „bedenkingen”, zo blijkt uit een interne brief. Volgens de raad staat bij een EAF de werkgelegenheid en de concurrentiepositie van Tata Steel onder druk. Dit vooral vanwege de slechtere kwaliteit staal die dan gemaakt wordt. Als er „meer doorsnee producten gemaakt gaan worden is de COR [centrale ondernemingsraad] bezorgd dat we het als bedrijf daarmee niet gaan redden”.
Ondertussen blijft één aspect nog grotendeels onduidelijk: wat zijn de gevolgen voor de omgeving van alle opties? Tata Steel krijgt al jaren veel kritiek van omwonenden vanwege de schadelijke stoffen die de fabriek uitstoot. Voor inwoners van plaatsen als Wijk aan Zee telt vooral het moment waarop de kooksfabrieken dichtgaan. Die fabrieksonderdelen gelden als meest vervuilend. Hoeveel vervuiling de verschillende scenario’s precies zullen opleveren, is Tata Steel naar eigen zeggen nog aan het uitzoeken. Het bedrijf laat weten hier bij de keuze „extra op te letten”.
Hij is een selfmade man die niets cadeau heeft gekregen. In een kwart eeuw heeft Moustafa ‘Moba’ Aoulad ben Arroun (56) een uitzendimperium opgebouwd met kantoren in onder meer Capelle aan den IJssel, Velp, Gorinchem, Amsterdam en Polen. Dagelijks werken zo’n 10.000 mensen via bedrijven die onder zijn uitzendholding vallen. Die hoort volgens vakblad FlexNieuws bij de twintig grootste uitzendbureaus van Nederland.
Arbeidsmigranten uit onder andere Roemenië, Bulgarije, Hongarije en Polen werken via Aoulad ben Arrouns bedrijven bij de grootste vleesverwerkers van Nederland: Vion (5,3 miljard euro omzet in 2022) en Van Rooi (774 miljoen omzet in 2022). De uitzendbedrijven zijn lid van brancheorganisaties en beschikken over een keurmerk van de uitzendbranche.
Begin 2024 zien inspecteurs van de Arbeidsinspectie een opmerkelijk verschijnsel bij Aoulad ben Arrouns bedrijven: met name buitenlands personeel wordt er op grote schaal op staande voet ontslagen. Waar deze ontslagconstructie normaal gesproken slechts zelden voorkomt, is zij bij deze bedrijven eerder regel dan uitzondering. Ook opmerkelijk: een klein deel van de ontslagen medewerkers komt even later gewoon weer in dienst, zonder zelf te weten dat ze ontslagen zijn.
De Arbeidsinspectie schrijft dat de bedrijven „misbruik” maken van de constructie, om er „financieel voordeel” mee te behalen. Door arbeidscontracten per direct te beëindigen, hoeven ze achterstallig loon en vakantiegeld niet uit te keren. Zo is 1 tot 5 miljoen euro bespaard, schat de Arbeidsinspectie, die eind mei een rapport over de praktijken naar buiten brengt. De uitzendbureaus noemt ze niet bij naam, maar volgens bronnen binnen de inspectie vallen alle bureaus onder Aoulad ben Arrouns holding.
Het rapport brengt de politieke discussie rond arbeidsmigratie in een stroomversnelling. Na de publicatie zegt toenmalig minister Karien van Gennip (CDA, Sociale Zaken) de geopenbaarde misstanden hard te willen aanpakken. „Dit kan echt niet meer”, schrijft ze aan haar ambtenaren. Ze roept de uitzendbranche en de vleessector op het matje en eist maatregelen. Beide bedrijfstakken zeggen een meldpunt voor misstanden toe. Ook komt er een ‘taskforce’ met vertegenwoordigers van overheid en de twee branches, die zal onderzoeken hoe malafide bureaus te bestrijden. Het Rijk wil ook opnieuw een certificeringsplicht voor uitzendbureaus, maar zo’n toelatingsstelsel opzetten duurt nog een aantal jaar.
Zelfregulering ‘werkt niet’
Rond uitzendbureaus die arbeidsmigranten laten werken in onder meer de Nederlandse vleesindustrie, komen geregeld signalen over misstanden naar buiten. Dan gaat het bijvoorbeeld om ontslagconflicten en onderbetaling, maar ook over slechte huisvesting en gebrekkige toegang tot gezondheidszorg. Hoe probeert de overheid die misstanden te bestrijden? En hoe kan het dat dit nauwelijks lijkt te lukken?
De basis voor de huidige problemen ligt in de jaren negentig, als de vergunningplicht voor uitzendbureaus wordt afgeschaft. Die kwam er twee decennia eerder, om sjoemelende ‘koppelbazen’ van legitieme bedrijven te scheiden. Maar dat stelsel blijkt te makkelijk te omzeilen.
Daarna verschuift het accent in de overheidsaanpak – de uitzendbranche moet vooral zichzelf reguleren. Bonden en werkgevers spreken in 1996 af uitzendpersoneel meer rechten te geven. Zo moeten uitzendbureaus en inleners uitzendkrachten bij ziekte doorbetalen en ontvangen ze voortaan bij ontslag een vergoeding.
Aoulad ben Arroun is zoon van een arbeidsmigrant. In de jaren zeventig kwam hij als kleuter met zijn ouders uit Marokko naar het Twentse Haaksbergen. Daar ging zijn vader in een kabelfabriek aan de slag. Zelf begon hij op zijn negentiende als uitbener van varkens in een vleesfabriek in Borculo, vertelt hij op de website van een van zijn bedrijven.
Als hij achtentwintig is, neemt zijn carrière een vlucht: hij wordt mede-eigenaar van een uitzendbureau dat vleesverwerkers voorziet van uitbeners en slagers. Niet lang daarna, in 1999, start Aoulad ben Arroun zijn eerste eigen uitzendbureau, Horizon Meat Services BV. Zijn bedrijf maakt een groeispurt door vanaf 2004, nadat Polen, Letland, Litouwen en later Roemenië toetreden tot de Europese Unie. Hij neemt meerdere uitzendbureaus over.
Aoulad ben Arrouns expansiedrift is exemplarisch voor de arbeidsbemiddeling in de afgelopen twintig jaar. Uitzendbureaus, detacheerders en payrollbedrijven groeien razendsnel. Statistiekbureau CBS telt er vierhonderd in 2004, en bijna twintigduizend vorig jaar. Samen zijn ze goed voor 46,2 miljard euro omzet in 2023. Cijfers van de Kamer van Koophandel, opgevraagd door NRC, tonen ook flinke beweging in de branche: in 2023 waren er bijna zevenhonderd nieuwkomers, terwijl ruim zeshonderd bedrijven stopten.
Zicht houden op deze markt is lastig, zegt zelfstandig arbeidsmarktonderzoeker Peter Donker van Heel, die de positie van uitzendkrachten onderzocht. De handhaving van regels is „enorm verkokerd”, zegt hij. Diverse instanties controleren elk een eigen deelterrein: gemeenten zien toe op de huisvesting van arbeidsmigranten, de Arbeidsinspectie kijkt naar arbeidsverhoudingen en -omstandigheden, de Belastingdienst naar de fiscale administratie. „De regelgeving is enorm complex en niemand overziet het geheel”, aldus Donker van Heel.
En dan kent de branche nog verschillende organisaties en keurmerken. Die passen bij de zelfregulering die de overheid van de bedrijfstak verwacht. Zo geeft het keurmerk van de SNA (Stichting Normering Arbeid) aan dat een uitzendbureau zijn administratie op orde heeft; bij dit keurmerk zijn 4.900 bedrijven aangesloten, die tweemaal per jaar controle krijgen. Een garantie biedt dit keurmerk niet; in 2014 bleek dat de bezitters ervan nauwelijks minder vaak de wet overtraden dan ondernemingen zonder keurmerk. Vakbonden CNV en FNV trokken daarom in 2016 hun handen van het keurmerk af.
Ook uitzendbureaus met een slechte reputatie kunnen in het bezit zijn van een SNA-keurmerk. Zo doet het Openbaar Ministerie onderzoek naar uitzendbureau RMS Meat (voorheen Reyhan). Dit bedrijf, met SNA-keurmerk actief in de vleesverwerkende industrie, zou 2 miljoen euro aan lonen achterovergedrukt hebben.
„De klungelaars, die pakken we wel, maar de echte boeven richten hun administratie over het algemeen wel goed in”, zegt SNA-voorzitter en burgemeester van Nijmegen Hubert Bruls.
Over de zelfregulering in de branche kan onderzoeker Donker van Heel kort zijn: „Die werkt niet.” De SNA-inspecteurs komen alleen bij de aangesloten bedrijven, zegt hij, terwijl Nederland tienduizenden bedrijven telt die aan arbeidsbemiddeling doen.
In 2013 krijgt een uitzendbureau van Aoulad ben Arroun, dat over het SNA-keurmerk beschikt, de Arbeidsinspectie al over de vloer. Een Slowaakse uitbener bij vleesgigant Van Rooi heeft nog bijna 2.400 euro tegoed, blijkt uit een interne rapportage ingezien door NRC. De man is onverwacht teruggereisd naar Slowakije vanwege familieproblemen, en zegt dit netjes gemeld te hebben bij Aoulad ben Arroun.
Maar volgens de directeur van het uitzendbureau klopt dat niet, en is hij zonder iets te zeggen vertrokken. Bij wijze van „schadevergoeding” heeft Aoulad ben Arroun het achterstallige loon niet gestort. De Slowaak „heeft zich nooit bij ons gemeld, niet per mail noch per telefoon”, zegt hij in het gesprek met de inspecteur. Zelf deed hij ook geen poging de man te bereiken. Volgens de inspecteur is de Slowaak helemaal niet onaangekondigd vertrokken. Aoulad ben Arroun krijgt geen boete, maar de inspecteur maant hem het salaris en vakantiegeld alsnog over te maken en waarschuwt dat hij onderzoek zal doen naar andere „beëindigde arbeidscontracten en het niet uitbetaald loon”.
Werknemer is de dupe
In de jaren erop begint het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek naar één van Aoulad ben Arrouns uitzendbureaus. Het OM verdenkt het bureau van arbeidsuitbuiting en valsheid in geschrifte. Maar de beschuldiging van uitbuiting wordt na vier jaar door het OM zelf geseponeerd. En eind vorig jaar tikte de rechter het OM op de vingers: de andere verdenking was zo oud en het belang te beperkt om Aoulad ben Arroun er nog voor te vervolgen. Tot „de avond voor de inhoudelijke behandeling” was onterecht de beschuldiging van arbeidsuitbuiting „blijven hangen boven het hoofd” van Aoulad ben Arroun, schreef de rechter. Het OM heeft de 275.000 euro die Aoulad ben Arroun uitgaf aan advocaten, accountants en reizen vergoed.
Een paar maanden later komt de Arbeidsinspectie de grote aantallen op staande voet ontslagen werknemers bij Aoulad ben Arrouns bedrijven op het spoor. Bij een van de bedrijven wordt tot 80 procent van het vertrekkend personeel op staande voet ontslagen, schrijft de Arbeidsinspectie in het rapport van mei dit jaar. In de hele uitzendbranche kwam dit de afgelopen vier jaar bij minder dan 1 procent van het vertrekkend personeel voor, blijkt uit cijfers over de uitzendbranche die vorige week met de Tweede Kamer zijn gedeeld.
De werknemers zijn de dupe: die bouwen niet de extra rechten op, omdat ze continu in de laagste schaal blijven zitten, schrijft de inspecteur-generaal van de Arbeidsinspectie in een toelichting bij het rapport. Daarnaast vervalt het recht op een uitkering en ligt dakloosheid op de loer – veel arbeidsmigranten huren woonruimte via een uitzendbureau. Soms blijken werknemers het uitzendbureau zelfs geld verschuldigd, omdat ze een vergoeding moeten betalen (om vervanging te regelen), die ten minste gelijk is aan wat ze aan loon tegoed zouden hebben. „Zo komt de eindafrekening uit op nul of is die zelfs negatief”, aldus een bron binnen de inspectie.
Moba Aoulad ben Arroun las over het rapport in het nieuws, en dacht dat het wel eens over een van zijn uitzendbureaus kon gaan, vertelt hij op zijn kantoor in Gorinchem: een lichte ruimte met een systeemplafond en grote kamerplanten, aan de rand van een bedrijventerrein. Terwijl een verdieping lager arbeidsmigranten worden ingeschreven, belt de directeur een van zijn managers: „Jarek, kun je even de cijfers komen laten zien?”
Het klopt dat hij de afgelopen jaren duizenden arbeidsmigranten op staande voet heeft ontslagen, zegt Aoulad ben Arroun, maar dat er sprake is van misbruik, bestrijdt hij: de medewerkers vertrokken „met de noorderzon” en hij heeft geen idee waarom.
Businessmanager Jarek Sas klapt zijn laptop open, op het scherm staafdiagrammen van in 2024 uitgestroomd personeel bij een van Aoulad ben Arroun uitzendbureaus. Ook dit jaar ontsloeg de directeur ongeveer een derde van de werknemers van dit bureau op staande voet. Maar hij kan niet anders, zegt hij. „Als mensen niet komen opdagen, moet ik ze wel op staande voet ontslaan. In de wet staat: geen werk, geen loon.”
Als mensen niet komen opdagen, moet ik ze wel op staande voet ontslaan
Naar elke werknemer die verdwijnt stuurt Aoulad ben Arroun drie of vier brieven, zegt hij. Als ze na tien dagen niet terug zijn, ontslaat hij ze op staande voet. Per weggelopen kracht kost dat zo’n 2.000 tot 3.000 euro aan misgelopen inkomsten en uitgeleende beschermingsspullen, zegt hij, zoals stalen handschoenen en een schort, die vaak niet worden ingeleverd.
Advocaat Bas Hengstmengel, die gespecialiseerd is in flexibele arbeidsverhoudingen en tien jaar lang cao-controles in de uitzendbranche uitvoerde, vindt Aoulad ben Arrouns lezing weinig plausibel. „Je hebt er als werkgever vooral voordeel van, want je hoeft allerlei afdrachten niet te verrekenen, en ook geen ontslagvergoeding te betalen.”
Hengstmengel erkent dat arbeidsmigranten weliswaar geregeld zomaar vertrekken, maar merkt op dat andere uitzendbureaus de constructie blijkbaar niet zo massaal toepassen. Als onduidelijk is of mensen weer terugkomen, kunnen werkgevers ook een loonstop overwegen, zegt Hengstmengel. „Dat is veel minder ingrijpend.” Ontslag op staande voet is volgens hem alleen voor „extreme gevallen als diefstal of fraude” bedoeld. „Iemand die wordt ontslagen en daarna weer naar het werk komt, past niet in dat beeld.”
Aoulad ben Arroun slaat met zijn hand op tafel. „Als mensen zelf stoppen, hebben ze helemaal geen recht op ontslagvergoeding. Denkt die advocaat dat ik als Al Capone een organisatie leid en elke dag nabel hoeveel mensen op staande voet zijn ontslagen? Hoelang moet zo’n loonstop dan wel niet duren?”
Uitzendverbod
Inmiddels heeft ook de nieuwe minister Eddy van Hijum (NSC, Sociale Zaken en Werkgelegenheid) de publicatie over het ontslag op staande voet aangegrepen om harde maatregelen te eisen, mogelijk zelfs een uitzendverbod voor „probleemsectoren”, zoals de vleessector. „Op een gegeven moment moet je een streep trekken als er geen verbetering in zit”, zei hij deze zomer tegen De Telegraaf. Momenteel wordt onderzocht of zo’n verbod „juridisch” mogelijk is en wat de impact ervan is op de arbeidsmarkt, zegt een woordvoerder van het ministerie van Sociale Zaken. In de Nederlandse vleesbranche werken dagelijks 12.000 mensen, van wie 80 procent uit het buitenland komt.
Naast de politiek reageerden ook de uitzend- en vleessector verontwaardigd op het rapport van de Arbeidsinspectie. „Een schande” noemde brancheorganisatie NBBU het. „Onacceptabel!” stond er boven een persbericht van COV, branchevereniging voor werkgevers in de vleesindustrie, waarvoor Aoulad ben Arroun cao-onderhandelingen voert. Hoewel het een van hun eigen leden betreft, zeggen COV en uitzendkoepel NBBU niet te weten om welke uitzendbureaus het gaat.
Ondertussen kijkt ook het huidige kabinet weer vooral naar de branche zelf om misstanden tegen te gaan. Het is de „eigen verantwoordelijkheid” van de sector om mensen goed te behandelen, schreef Van Hijum onlangs aan de Tweede Kamer. Een meldpunt waar misstanden gemeld kunnen worden, is ondergebracht bij vleesgigant Vion. Werkgeversorganisaties en uitzendkoepels moeten via een checklist hun eigen leden vragen of ze hun zaken op orde hebben.
Het nieuwe toelatingsstelsel, dat malafide uitzendbureaus van de markt moet weren, is er voorlopig nog niet. Afgelopen maand informeerde minister Van Hijum de Tweede Kamer dat het stelsel vanwege problemen in de uitvoering voor de tweede keer vertraging heeft opgelopen. Hij verhoogde de boetes en de capaciteit van de Arbeidsinspectie, die er 35 fte bij krijgt – afgelopen jaar telde de inspectie 1.753 voltijdbanen. Ook neemt minister Van Hijum meer tijd om te onderzoeken wanneer het stelsel kan worden ingevoerd. Dat is sowieso niet voor 2026.
De ruim zevenduizend op staande voet ontslagen arbeidsmigranten schieten er weinig mee op. Zij vallen onder het ontslagrecht en daar controleert de Arbeidsinspectie niet op. „Helaas blijkt dat op dit moment geen van de betrokken organisaties bevoegd is om misbruik van ontslag op staande voet aan te pakken”, schreef minister Van Hijum op 12 november aan de Tweede Kamer. Het aanpakken van het misbruik en controleren „van het einde van de arbeidsverhouding op juistheid” zijn niet de taak van de Arbeidsinspectie, UWV of de Belastingdienst, aldus Van Hijum.
De inspectie kan de ontslagen arbeidsmigranten wel naar goede advocaten en een juridisch loket verwijzen, maar vanwege hun precaire situatie maken de arbeidsmigranten zelden de gang naar de rechter.
De Arbeidsinspectie kan nu niet nader ingaan op vragen over de rapportage over het ontslag op staande voet, omdat er nog een onderzoek loopt. Het is nog niet duidelijk welke vervolgstappen worden genomen door de inspectie en andere handhavers, of wat de gevolgen voor de bureaus van Aoulad ben Arroun zijn.
Goedemorgen. Een persalarm kwam hier op de redactie binnen van het ANP: SNS- en ASN-moederbedrijf de Volksbank schrapt tot 750 banen, zo meldt de Volksbank zelf.
In het persbericht lezen we dat gedwongen ontslagen „niet zijn uit te sluiten”. De bank zegt verder te gaan toewerken naar „één sterk retailmerk”. Nu zijn er nog de merken SNS, ASN Bank, RegioBank en BLG Wonen.
Dit viel ons verder op bij de speurtocht naar nieuws vanochtend:
De Duitse staalfabrikant Thyssenkrupp heeft vanochtend gewaarschuwd voor structureel lagere vraag vanuit de Europese industrie, meldt de Financial Times. Het bedrijf schrijft 1 miljard euro af op investeringen en maakte een nettoverlies van 1,4 miljard euro in in 2023. De omzet nam wel toe, met 7 procent.
De privacywaakhond Autoriteit Persoonsgegevens heeft de jacht ingezet op de drie grote kredietinformatiebureaus in Nederland wegens privacyschending, meldt het FD.
Chinese schonetechnologiebedrijven, zoals batterijfabrikanten, die met EU-subsidie hier in Europa produceren, moeten hun technologie delen met Europese partners. Dit staat in plannen die de Europese Commissie nu voorbereidt, schrijft de Financial Times.
Nestlé splitst zijn merken af voor mineraalwater, zoals Vittel, Perrier en S.Pellegrino, meldt het ANP.
Bij de top van de twintig grootste economieën van de wereld in Rio de Janeiro hebben landen ingestemd met een armoedeplan van de Braziliaanse president Lula, schrijft NRC-correspondent Nina Jurna.
En nog even een blik op de beurzen:
In Azië hebben beleggers er zin in. Japanse en Zuid-Koreaanse beurzen staan op winst, volgens persbureau Reuters een reflectie van de klim van Amerikaanse (tech)aandelen in de voorbije dagen. In Tokio laat de Nikkei-index 0,5 procent winst zien, in Seoul won de Kospi-index 0,12 procent, in Taiwan staat de TWII 1,34 procent in de plus.
In China daalde de Shanghai Composite Index aanvankelijk, wat analisten toeschreven aan angst voor Amerikaanse importheffingen. Maar later vanochtend liet ook deze index winst zien, zo’n 0,25 procent. In Hongkong ging het ook eerst omlaag, en daarna omhoog. Daar staat de Hang Seng Index 0,42 procent hoger.
De Amerikaanse beurzen lieten maandag eveneens winst zien: 0,39 procent voor de S&P 500, 0,6 procent voor de Nasdaq.
Het is inmiddels een bekend beeld in Frankrijk: boeren die wegen en rotondes blokkeren met hun tractoren, pallets en hooibalen. Plaatsnaambordjes die worden omgedraaid bij wijze van protest. Protestborden met teksten als ‘eet Frans’ en ‘zonder landbouwers geen land’ die overal opduiken. Het beeld is terug van een paar maanden weggeweest: na de wekenlange boerenprotesten van afgelopen winter gaan sinds deze maandag opnieuw Franse boeren de straat op.
De protesten zijn georganiseerd door vakbonden FNSEA en Jeunes Agriculteurs (Jonge Boeren) en zijn deels een voortzetting van de protesten van begin dit jaar, waarbij boeren zich uitspraken tegen de hoge regeldruk en lage lonen in de sector. In reactie daarop kondigde de toenmalige premier Gabriel Attal tientallen maatregelen aan om de boeren tegemoet te komen: van financiële steun aan de veehouderij tot het in de wet verankeren dat de landbouw van „groot algemeen belang is” en het versimpelen en versoepelen van een aantal belastingen en normen.
Maar die beloften zijn niet allemaal ingelost. Volgens een telling van de FNSEA is 65 procent van de 67 gedane beloften niet (volledig) uitgevoerd (negentien daarvan zijn wel al in gang gezet). Dit is vooral het gevolg van het aftreden van de regering-Attal toen president Emmanuel Macron in juni plots parlementsverkiezingen uitschreef, waarna Frankrijk wekenlang zonder regering zat, tot half september de regering van de huidige premier Michel Barnier werd gevormd. Tijdens dat politieke vacuüm werden plannen stilgelegd of uitgesteld.
Lees ook
Is er nog wel toekomst voor de Europese boer na de ‘Green Deal’?
Slechte oogst en Mercosur
Hoewel sommige maatregelen er wel degelijk zijn gekomen en Barnier een aantal handreikingen heeft gedaan, zijn de boeren ontevreden. Zij vinden dat de kern van de problemen nog steeds bestaat: te veel regels en te lage inkomens.
Hierbij speelt mee dat de boeren een dramatisch jaar beleven: door de aanhoudende regen van afgelopen maanden, droogte in sommige regio’s en overstromingen in andere, heeft vrijwel elke sector slechte cijfers gedraaid. Zo is de wijnoogst naar verwachting 18 procent lager dan een jaar eerder. Veehouders werden intussen geteisterd door ziekten als de vogelgriep, waar zowel vogels als koeien onder lijden.
En de lont in het kruitvat is het vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie en de Zuid-Amerikaanse Mersocur-landen (Argentinië, Brazilië, Bolivia, Paraguay en Uruguay) dat in de lucht hangt. Dat Mercosur-akkoord moet leiden tot veel lagere importheffingen en minder regels die de onderlinge handel bemoeilijken.
Arbeid in de Mercosur-landen is beduidend goedkoper en er gelden andere milieumaatregelen
De Franse boeren zijn hier fel tegen uit vrees voor oneerlijke concurrentie, omdat arbeid in de Mercosur-landen beduidend goedkoper is en er andere milieumaatregelen gelden. Zo mogen Braziliaanse boeren anders dan hun Europese concurrenten hun koeien met antibiotica behandelen en mag kippenvlees daar worden ontsmet met chloor. Het leidt ertoe dat, zoals vaker gebeurt bij handelsakkoorden, demonstrerende boeren zich ineens in één kamp bevinden met milieuorganisaties. Ook die zijn kritisch.
Lees ook
Dat zelfs Bretagne openstaat voor het RN, toont hoe riskant Macrons gok is
De onderhandelingen over Mercosur lopen al sinds het eind van de vorige eeuw, maar een akkoord lijkt nu nabij. Ruwweg loopt de scheidslijn binnen Europa tussen de exporteurs en de importeurs. Duitsland behoort tot de meest uitgesproken voorstanders van het akkoord: dat land aast op een grotere afzetmarkt voor Duitse auto’s onder de Zuid-Amerikaanse middenklasse. Frankrijk vreest met zijn boeren juist voor een enorme toename van import uit de Zuid-Amerikaanse landbouwsector. Ook in Nederland deed een Kamermeerderheid vorig jaar een oproep aan het toenmalige kabinet om tegen een Mercosur-akkoord te stemmen, al kan het kabinet zo’n oproep negeren.
In Frankrijk laten politici geen twijfel over hun standpunt bestaan. Van links tot rechts is de consensus dat het akkoord de Franse industrie en boeren niet ten goede zou komen. Vorige week waarschuwde Barnier bij een bezoek in Brussel aan Ursula von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie, nog dat Frankrijk kan „ontploffen” als het akkoord er komt. Ook Macron is tegen het akkoord, zo maakte hij deze zondag nog maar eens duidelijk. „Ik raad aan dat we de positie van een land als Frankrijk niet negeren”, zei hij na een ontmoeting met Von der Leyen op de G20-top in Argentinië.
Positie Frankrijk verzwakt
Het is alleen de vraag of de Franse regering, die na de parlementsverkiezingen van dit jaar flink verzwakt is, genoeg verzet kan organiseren. Dat Macron op de G20-top een opvallende alliantie tegen het akkoord probeerde te smeden met de gastheer, de Argentijnse president Javier Milei, wordt door andere landen gelezen als teken van zwakte: blijkbaar kan Macron binnen de EU geen gelijkgezinden optrommelen.
De Franse regering lijkt nu in te zetten op specifieke garanties. Macron wil onder meer dat verzekerd wordt dat de deal niet instrijkt tegen de klimaatakkoorden van Parijs en hij wil clausules over het beschermen van de belangen van de Europese industrie en boeren. Of dat gaat lukken is ook onzeker: de meeste landen hopen nog steeds begin december een akkoord te bereiken.
Het boerenprotest kan meerdere weken duren. De vraag is vooral hoe ingrijpend het wordt. De vakbonden beloven dat ze „het leven van de Fransen geen hel willen maken”, dixit vakbondsman Arnaud Rousseau, en er is beloofd dat er geen gedoe komt tijdens kerst. Maar er gaan ook oproepen rond om de boerenacties aan te grijpen voor een breder protest tegen de regering en Macron. Zo zijn er binnen de Gele Hesjes-beweging, die Frankrijk in 2018 en 2019 op z’n kop zette, leden die zich bereid tonen hun hesje uit de kast te pakken en de straat weer op te gaan.