N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Aardbodem Aardwarmte van de Zuidwalvulkaan in de Noordzee oppompen om mee te verwarmen: dat wil het Fries burgerinitiatief Stogef.
Je ziet hem niet, hoort hem niet en – godzijdank – voelt hem ook niet. Toch is-ie er, ongeveer halverwege Harlingen en Vlieland: de vulkaan.
Ynze Salverda weet al jaren dat hij er is. De geboren Fries weet ook dat je verder niets van hem te vrezen hebt, dat het zinloos is om vanaf de veerboot naar de piek te turen, zoals sommige toeristen verwachtingsvol doen. Ja, ooit had de vulkaan een omtrek van enkele kilometers en stak hij zo’n duizend meter boven de zee uit. De uitbarstingen waren kort maar heftig, met veel explosies. Maar de Zuidwalvulkaan, vertelt Salverda thuis in Workum aan de eettafel, is inmiddels al zo’n 145 à 160 miljoen jaar ‘dood’: de aardkorst is zozeer dichtgegroeid dat magma daar niet meer doorheen kan breken.
Een paar jaar geleden kwam de vulkaan weer op zijn netvlies. Salverda had zich tegen de plannen gekeerd om windmolens neer te zetten in Friesland, hij vreesde dat de provincie net als Flevoland werd; oneindig laagland met rijen windmolens. Maar, vonden hij en andere demonstranten, als je ergens tégen bent, moet je ook ergens vóór zijn. Dat werd: vóór geothermie, het oppompen van aardwarmte om huishoudens en bedrijven mee te verwarmen, die dan van het gas af kunnen.
Ze verdiepten zich in de aardbodem, bekeken geologische kaarten. En daar, midden in de Waddenzee, was een rode stip te zien: daar was het bovengemiddeld warm. Dat stipje, bleek toen ze beter keken, was de vulkaan. Die kan al zo’n honderd miljoen jaar voordat de eerste primaten hun handen en voeten op de aardbodem neerzetten, overleden zijn: nog steeds straalt hij warmte af; volgens sommige cijfers is zou het rondom de vulkaan zo’n 135 graden zijn.
Dus wat, denken Salverda en andere deelnemers aan het burgerinitiatief Stogef, als je die warmte afvangt en daarmee de stad Bolsward, zo’n zevenduizend aansluitingen, verwarmt?
Boren naar stralingswarmte
Geothermie zou je kunnen zien als een soort „omgekeerde waterkoker”, zegt Chris Hecker, universitair hoofddocent toegepaste aardwetenschappen in Enschede. Hoe dieper je in de aardbodem boort, hoe warmer het grondwater dat je aantreft; per kilometer stijgt de temperatuur met zo’n dertig graden. In gebieden met een actieve vulkaan is die warmte het hoogst: op twee kilometer diepte stijgt de temperatuur van het water vaak naar zo’n tweehonderd graden.
„Het warme grondwater pomp je omhoog”, zegt Hecker, „en met een warmtewisselaar onttrek je vervolgens de warmte.” Die warmte wordt via een warmtenet naar panden gestuurd. „Als het water eenmaal is afgekoeld tot een graad of veertig, wordt het weer langzaam naar beneden gepompt, waar het door poreuze zandsteenlagen sijpelt en langzaam opwarmt, tot het warm genoeg is om weer omhoog gepompt te worden.”
Als hier mensen met een Shell-pet door de straat lopen, zet niemand een handtekening onder zo’n initiatief
Sybrand Frietema de Vries begeleider burgerinitiatieve
Het idee is níét om in de vulkaan te boren, zegt Salverda, dat is ook niet nodig. Hij pakt een dikke map, waarin de hele businesscase van het project staat beschreven aan de hand van scenario’s. Infographics laten zien wat Stogef wel wil doen: onder het Friese landoppervlak boren, want als je maar diep genoeg gaat, valt daar genoeg warmte te winnen. „We boren naar de aardlaag waar de warmte van de vulkaan nog naartoe straalt.” Die restwarmte versterkt de toch al aanwezige aardwarmte, verwacht hij.
Over zulke geothermie, zegt Hecker, „gaan we de komende jaren nog veel horen”. Glastuinbouwers waren zo’n twintig jaar geleden de eersten in Nederland die de investeringen aandurfden. Nu kijken veel gemeenten ernaar: het is namelijk een van de duurzame manieren waarmee huizen verwarmd kunnen worden zónder gas. Gemeenten ontwikkelen momenteel ‘warmtevisies’, waarin de verduurzaming van verwarming wordt vastgelegd. Sommige zijn al een stap verder en leggen warmtenetten aan, waarin bijvoorbeeld de restwarmte van afvalverbranding, havens en zware industrie wordt gebruikt.
Onafhankelijk van gasmarkt
Van wie is die warmte? Zo’n 90 procent van de bestaande warmtenetten is momenteel in bezit van energiereuzen als Eneco en Vattenfall. Zij grepen hun kans nadat begin deze eeuw de energievoorziening werd geprivatiseerd, vanuit het idee dat de markt zo’n publieke voorziening beter kan organiseren. Hoewel ‘de markt’ hier betrekkelijk is: wie een warmtenet bezit, is in feite monopolist.
Ook geothermie is qua omvang eigenlijk iets voor „de Shells van deze wereld”, zegt Sybrand Frietema de Vries, die Friese burgerinitiatieven begeleidt en bij Salverda is aangeschoven. Het zijn „zeer specialistische, langjarige trajecten” die flinke investeringen vergen. Maar bedrijven als Shell zullen zich er niet aan branden, denkt hij, want het is maar de vraag of je de investering ooit terugverdient. Bovendien: „Als hier mensen met een Shell-pet door de straat lopen, dan zet niemand zijn handtekening onder zo’n initiatief.”
Dus is de overheid aan zet, vinden Salverda en Frietema de Vries. Want je kunt de vraag stellen: doet het ertoe als duurzamere verwarming geen geld oplevert? Is het idee van een publieke voorziening immers niet juist dat de overheid iets organiseert wat de samenleving waardevol vindt, maar dat de markt nooit zal oppakken? Dus willen ze in Bolsward een publiek warmtebedrijf. Ja, zeggen ze: dat kost een paar honderd miljoen euro: er moet een pompstation komen dat diep in de grond boort en er moet een warmtenet worden aangelegd in de hele stad. Maar de prijs van de warmte zal stabiel zijn, zeggen ze, en niet meer afhankelijk van de grillige gasmarkt. Als alles eenmaal ligt, kun je zo een paar decennia vooruit.
Een woordvoerder van de gemeente Súdwest Fryslân, waar Bolsward onder valt, zegt dat het college nog moet beslissen óf en hoe het plan onderdeel wordt van de verduurzaming van de stad. „Stogef bestaat uit enthousiaste initiatiefnemers, die kansen zien voor het toepassen van aardwarmte in Bolsward, maar zelf van buiten het gebied komen. Wij vinden het nodig en belangrijk om de eigen inwoners een stem te geven en mee te laten denken over Energiestad Bolsward.”
Rob Jetten
Tevreden constateert Frietema de Vries dat de ideologische pendule inmiddels „de andere kant op zwaait”. Aangedreven door de energiecrisis en het breder levende idee dat marktwerking is doorgeschoten, probeert de overheid haar verloren grip op de energievoorziening terug te krijgen. Zo kondigde minister Rob Jetten (Klimaat, D66) eind vorig jaar aan dat alle warmtebedrijven geleidelijk in publieke handen moeten komen, bijvoorbeeld bij de gemeente. Op de dag dat het kabinet viel, informeerde Jetten de Tweede Kamer nog over de voortgang van de wet; het ministerie wacht nu af of de Kamer het voorstel na het zomerreces controversieel verklaart, aldus een woordvoerder. Na de aankondiging vorig jaar legden sommige private warmtebedrijven de ontwikkeling van nieuwe warmtenetten stil.
Wat dan resteert, zijn burgers zelf. Het gaat hem namelijk ook, zegt Salverda, om de „mienskip”. Vanuit dat Friese gemeenschapsdenken, een combinatie van zelfredzaamheid en onderlinge verbondenheid, moet het initiatief „van onderop” gedragen worden. Dus, zegt hij: „Niet de overheid die iets doordrukt terwijl de omgeving het niet wil, maar sámen.”
Lees ook dit artikel: Warmtenetten voortaan alleen nog in publieke handen