Grote overname trekt geheimzinnige game-industrie, ongewild, naar de openbaarheid

Game-industrie Met de overname van game-uitgever Activision Blizzard door Microsoft komt een einde aan een bizar jaar voor de game-industrie. De strijd tussen Microsoft en mededingsautoriteiten leverde interessante inzichten op over de normaal zo geheimzinnige sector.

Gamers spelen Call of Duty: Black Ops 4 tijdens de Paris Games Week. Sony verdiende in 2021 zo’n 1,5 miljard dollar aan de Call of Duty-reeks.
Gamers spelen Call of Duty: Black Ops 4 tijdens de Paris Games Week. Sony verdiende in 2021 zo’n 1,5 miljard dollar aan de Call of Duty-reeks. Foto Benoit Tessier/Reuters

De grootste overname in de game-industrie ooit lijkt een feit. Na ruim een jaar bittere ruzie met mededingingsautoriteiten en aartsrivaal Sony (PlayStation) mag Microsoft 61,5 miljard euro neertellen voor game-uitgever Activision Blizzard. Een hoger beroep van de Amerikaanse Federal Trade Commission (FTC) mocht niet baten, noch een verzoek van een groep boze gamers aan het Amerikaanse Hooggerechtshof.

Aan de grote vrees dat Microsoft zou weigeren Activisions succesvolle schietgamereeks Call of Duty nog voor PlayStation te leveren, werd tegemoetgekomen met een deal die de serie de komende tien jaar ook op Sony’s spelcomputer houdt. De overgebleven dwarsligger, de Britse mededingingsautoriteit, zit weer aan de onderhandelingstafel en zal vermoedelijk geen grote drempels meer opwerpen. In de Europese Unie is de overname al in mei goedgekeurd.

De Nederlandse topgame Horizon Forbidden West kostte 212 miljoen dollar om te maken

Het lijkt het einde van een bizar jaar voor de game-industrie. Een jaar waarin de aimabele gamer Phil Spencer, baas van Microsofts Xbox, in de rechtszaal hoodies en nerdy game-T-shirts moest verruilen voor een strak pak met een brave blauwe das. Een jaar waarin gamejournalisten zoals die van de bekende gamesite IGN opeens rechtbankverslaggevers werden. En een jaar waarin zowel juristen als mededingingsautoriteiten zich plotseling het jargon van de gamewereld eigen moesten maken (lang niet altijd succesvol).

De mondiale game-industrie is enorm, goed voor 165 miljard euro omzet vorig jaar, maar werd lang niet voor vol aangezien door de buitenwereld – en ontweek daarmee ook kritische blikken. Ineens stond die geheimzinnige sector in het volle daglicht. Ineens moest hij knipperen tegen de zon.

Dat leverde ook interessante inzichten op in dossiers waar gamebedrijven normaliter liever niet in het openbaar over praten. Dit zijn de opvallendste openbaringen uit de juridische strijd tussen Microsoft en de Amerikaanse en Britse mededingingsautoriteiten.

Games maken kost honderden miljoenen

Bovenaan de hiërarchie van de game-industrie staan de zogenoemde blockbuster- of AAA-games, spellen met de grootste budgetten en het grootste bereik. Met elke verbetering in de kracht van spelcomputers worden ze duurder om te maken, omdat er meer mankracht moet worden ingehuurd om optimaal gebruik te maken van nieuwe capaciteiten.

Maar hoeveel de ontwikkeling inmiddels kost? Daar praten grote gamebedrijven liever niet over. Helaas voor Sony, dat moest getuigen in de rechtszaal, wist het de budgetten niet goed weg te lakken in openbaar gemaakte rechtbankdocumenten. Daarin stond te lezen dat kaskraker The Last of Us Part II (2020) een productiebudget had van 220 miljoen dollar (195 miljoen euro), terwijl het Nederlandse Guerrilla ruim 212 miljoen dollar (188 miljoen euro) budget ontving voor Horizon Forbidden West (2022). Ter vergelijking: Marvel-hit The Avengers (2012) kostte ook 220 miljoen dollar. Zwartboek, de duurste Nederlandse filmproductie ooit, had een budget van 18 miljoen euro.

Ook over de inkomsten van blockbusters wordt vaak geheimzinnig gedaan, en ook daar werd slecht gelakt. Sony verdiende als uitbater van de digitale PlayStation-gamewinkel in 2021 zo’n 1,5 miljard dollar aan de Call of Duty-reeks, was te lezen – games die het bedrijf niet eens zelf maakt.

Xbox vindt zelf dat het de spelcomputeroorlog heeft verloren

In de game-industrie wordt soms gekscherend, soms serieus gesproken over de ‘spelcomputeroorlog’: de strijd tussen de drie grote spelcomputerfabrikanten Sony, Microsoft en Nintendo. Bij de Amerikaanse rechter gaf Xbox-baas Spencer toe dat Microsoft de oorlog wat hem betreft verloren heeft. Slechts 16 procent van alle spelcomputereigenaren had volgens hem in 2021 een Xbox, waarmee het bedrijf derde was achter Sony en Nintendo. Zelfs in het thuisland van Xbox, de Verenigde Staten, zou Sony de markt domineren.

Luister ook de NRC Vandaag: Wie wint de volgende ronde in de spelcomputeroorlog?

Eerder dit jaar liet Phil Spencer in een opzienbarend eerlijk interview doorschemeren waar het volgens hem mis was gegaan. Gamers verkozen in 2013 de PlayStation 4 boven de Xbox One, na een dramatisch slecht ontvangen persconferentie over de nieuwe spelcomputer waarin Microsoft de One positioneerde als ‘mediabox’ in plaats van een spelcomputer. Dat was de tijd waarin mensen games digitaal in plaats van fysiek begonnen aan te schaffen, vertelde Spencer in het interview bij Kinda Funny Games.

Digitale games worden gekoppeld aan het account van de speler. Ze kunnen daarna in de toekomst altijd gedownload worden, vaak ook op toekomstige spelcomputers van dezelfde fabrikant. Spencer: „Van iedereen die tegenwoordig een spelcomputer koopt, heeft 90 procent er al een thuis staan.” Als je al 1.000 euro aan digitale PlayStation-games hebt verzameld, begin je liever niet weer helemaal opnieuw met Xbox-games. Dus kochten veel mensen na die PlayStation 4 een PlayStation 5, en niet de opvolger van de dramatisch ontvangen Xbox One.

Dat Microsoft verwoed op zoek is geweest naar een manier om zijn marktaandeel te vergroten, werd wederom duidelijk. In de rechtbankdocumenten troffen journalisten een lijst van meer dan honderd gamebedrijven aan waar Microsoft interesse in had, waaronder toonaangevende studio’s als Sega (Sonic the Hedgehog), Square Enix (Final Fantasy) en Bungie (Destiny), dat vorig jaar juist in handen van PlayStation kwam. Uiteindelijk viel het oog op Activision Blizzard om zijn succesvolle smartphonegametak King, dat het populaire spel Candy Crush in huis heeft. Smartphonegames zijn goed voor de helft van de totale internationale game-omzet, Microsoft is historisch zwak in deze markt.

‘Netflix voor games’ heeft toch niet de toekomst

In Hollywood hebben abonnementsdiensten als Netflix inmiddels een groeiend deel van de film- en seriemarkt in handen. Wel worstelen ze met de relatief lage abonnementsgelden in combinatie met de hoge productiekosten van eigen films en series. In de wereld van games zet Microsoft in op een ‘Netflix-voor-games’-model: het bestiert Game Pass, een omvangrijke gamebibliotheek met zowel eigen titels als games van andere makers en uitgevers. Gamers krijgen voor 13 euro per maand toegang tot deze bibliotheek op de Xbox en op pc’s, en op tv’s en smartphones via de cloud.

Lees ook deze reportage bij gamecongres Indigo

Sony herhaalde tijdens de Amerikaanse rechtszaak zorgen die al eerder zijn uitgesproken door andere gamebedrijven: een bundeling zou de waarde van individuele games vernietigen. Losse games kosten 20, 30, soms 70 euro. Neemt een gamer een maand lang een abonnement op Game Pass om één game uit te spelen, dan verdient de uitgever een fractie van wat die uit losse verkoop zou ontvangen.

Microsoft hield lang vol dat gamers games dankzij Game Pass vooral ‘ontdekten’. De daardoor snelgroeiende spelersaantallen zouden de losse verkoop ten goede komen, omdat potentiële nieuwe gamers zich aangetrokken voelen tot games met veel spelers waar ze samen mee kunnen spelen. Wie deze logica wat krom vond, kreeg vorig jaar eindelijk bevestiging: Microsoft gaf toen aan de Britse mededingingsautoriteit toe dat een game nadat hij beschikbaar werd op Game Pass inderdaad minder los verkocht werd. Bovendien zijn Microsofts hoge verwachtingen voor de verkoop van abonnementen tot nog toe niet waar gemaakt. Het bedrijf meldde in zijn jaarrapportage over 2022 dat het hoopte op 73 procent groei, het werd 28 procent, ontdekte nieuwssite Axios. Het aantal abonnees ligt nu rond de 25 miljoen; Netflix heeft er ruim 230 miljoen.

Waar ingewijden drie jaar geleden nog speculeerden dat Microsoft de spelcomputers helemaal zou laten varen en vol zou inzetten op game-abonnementen, liet Phil Spencer tijdens de rechtszaak weten dat de volgende (dus fysieke) Xbox waarschijnlijk in 2028 zal uitkomen.