N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Schadevergoeding Bosco Ntaganda werd in 2021 in Den Haag veroordeeld tot dertig jaar gevangenisstraf wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in de Democratische Republiek Congo (DRC). De toen opgelegde compensatie moest echter worden herzien, werd in hoger beroep bepaald.
De rebellenleider, die van 2002 tot 2005 bevelhebber was van de Unie van Congolese Patriotten (UCP) in de Congolese provincie Ituri, werd schuldig bevonden aan moord, verkrachting, het als slaaf houden van minderjarige meisjes en het inzetten van jongens als kindsoldaten. Foto Alain Wandimoyi/EPA
De veroordeelde Congolese rebellenleider Bosco Ntaganda moet zijn slachtoffers ruim 31 miljoen dollar (meer dan 27,5 miljoen euro) compensatie betalen. Dat heeft de Tweede Strafkamer van het Internationaal Strafhof (ICC) vrijdag bepaald, nadat het oorspronkelijke bedrag van 30 miljoen dollar dat in 2021 werd opgelegd, in hoger beroep was terugverwezen voor herziening wegens gebrek aan onderbouwing. Dat meldt het ICC in een persbericht.
Ntaganda werd in 2021 in Den Haag veroordeeld tot dertig jaar gevangenisstraf wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in de Democratische Republiek Congo (DRC). De rebellenleider, die van 2002 tot 2005 bevelhebber was van de Unie van Congolese Patriotten (UCP) in de Congolese provincie Ituri, werd schuldig bevonden aan moord, verkrachting, het als slaaf houden van minderjarige meisjes en het inzetten van jongens als kindsoldaten. Zijn veroordeling voor seksuele slavernij was de eerste in de geschiedenis van het ICC.
In hoger beroep werd dat vonnis bekrachtigd, maar volgens de beroepskamer was bij het opgelegde bedrag van de schadevergoeding onduidelijk hoe het was berekend en welke oorlogsslachtoffers ervoor in aanmerking kwamen. Bij de herziening werd uitgegaan van een geschat aantal van drieduizend slachtoffers van misdaden tegen kindsoldaten. Het aantal slachtoffers van aanvallen schatte de Strafkamer op ruim 7.500 personen.
Financiële situatie
Waar het geld voor de schadevergoeding vandaan moet komen was onduidelijk. De Strafkamer herhaalde een verzoek om te blijven onderzoeken of Ntaganda onontdekte activa bezit en om zijn financiële situatie doorlopend te volgen, aldus het persbericht. Volgens persbureau Reuters ging het in 2021 om de hoogste schadevergoeding die het ICC ooit had opgelegd.
De hoorzitting werd op afstand bijgewoond door Ntaganda, bijgenaamd The Terminator. Zijn proces begon in 2015, twee jaar nadat hij zich had aangegeven bij de Amerikaanse ambassade in Rwanda. Bij het conflict vielen honderden burgerdoden en sloegen vele duizenden mensen op de vlucht.
Voor 19 euro naar Barcelona is al lang verleden tijd. Dure kerosine, hogere vliegtaks, Europese CO2-rechten, stijgende salarissen voor de bemanning, forse havengelden op Schiphol – vaarwel spotgoedkoop vliegticket.
En nu is, voor het eerst sinds de budgetmaatschappijen in de jaren negentig naar Nederland kwamen, het deel van de passagiers dat met bedrijven als easyJet, Ryanair, Transavia en Vueling vliegt gedaald.
Dat blijkt uit cijfers over de luchtvaart in Nederland die statistiekbureau CBS dinsdag heeft gepubliceerd. Het heeft specifiek in kaart gebracht hoeveel van en naar Nederland wordt gevlogen met zogeheten lowcost-maatschappijen.
In 2024 koos ruim 36 procent van de passagiers van en naar Nederland voor een budgetmaatschappij. Een jaar eerder was dat ruim 37 procent. In 2004 was het aandeel van de budgetmaatschappijen nog 20 procent.
Trendbreuk
Die daling in het afgelopen jaar is weliswaar klein, maar vormt wel degelijk een trendbreuk. Sinds de liberalisering van het Europese luchtruim in 1993 veroverden lowcost-maatschappijen onafgebroken marktaandeel. Dat wil zeggen: in ‘normale’ jaren, niet tijdens de coronacrisis.
Volgens het CBS reisden vorig jaar 27,8 miljoen passagiers van of naar een Nederlandse luchthaven met een budgetmaatschappij. ‘Traditionele’ maatschappijen als KLM vervoerden in 2024 48,4 miljoen passagiers van en naar Schiphol en de kleinere vliegvelden in Nederland.
Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Italië waren de populairste bestemmingen met een budgetticket, aldus het CBS. Traditionele maatschappijen brengen reizigers vooral naar de VS, (ook) het VK en Duitsland.
Waardoor budgetmaatschappijen vorig jaar wat marktaandeel hebben verloren in Nederland, meldt het CBS niet. Wie kijkt naar het buitenland, kan wel enkele verklaringen zien.
De budgetmaatschappijen hadden in Nederland altijd al een kleiner marktaandeel dan elders. In het VK hebben Ryanair, easyJet en andere lowcost-maatschappijen een aandeel van ruim boven 50 procent, net als in Spanje en Italië. In Polen zijn met name Ryanair en Wizz Air goed voor circa twee derde van alle vluchten.
Hub Schiphol
Het relatief beperkte marktaandeel in Nederland komt vooral door Schiphol. De Amsterdamse luchthaven is een van Europa’s grootste hub-vliegvelden, met KLM als dominante speler. Bij zo’n draaischijf gaat het meer om overstappers (transferpassagiers) dan om passagiers die de luchthaven als directe bestemming hebben, zoals een zonnige stad in Zuid-Europa – point-to-point, in luchtvaartjargon.
Budgetmaatschappijen op Schiphol klagen vaak dat veel investeringen in Amsterdam met name ten goede komen aan KLM en partners zoals Air France en Delta Air Lines. EasyJet is al jaren ontevreden over de kwaliteit van de pier die de maatschappij op Schiphol gebruikt. Verder zijn de vliegtaks en de vergoeding die luchtvaartmaatschappijen moeten betalen per passagier (havengelden) lager voor transferpassagiers. Daarvan profiteert KLM (50 tot 60 procent van alle KLM-passagiers zijn overstappers) meer dan easyJet en Ryanair.
Schiphol is bovendien vol – onder meer vanwege klimaat- en geluidsregels. Het geeft slechts mondjesmaat nieuwe start- en landingsrechten (slots) uit. Voor nieuwe luchtvaartmaatschappijen, ook de lowcost, kent Amsterdam nauwelijks ruimte. Het demissionaire kabinet begrensde Schiphol tot 468.000 vluchten per jaar.
Budgetvliegveld
Anders dan in het VK (Londen Stansted, Luton), Spanje (Girona, Alicante) en Duitsland (Weeze) kent Nederland geen grote vliegvelden specifiek voor budgetmaatschappijen. Eindhoven, veel bediend door Transavia en Ryanair, zit ook aan zijn plafond. En Lelystad Airport is (nog) niet open. Dit is overigens belangrijker voor Ryanair, dat steevast kiest voor goedkope, secundaire vliegvelden, dan voor easyJet, dat op de belangrijkste luchthavens wil blijven vliegen.
Tot slot hebben Nederlandse passagiers net over de grens populaire uitwijkmogelijkheden. Volgens het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KIM) koos vorig jaar 13 procent van de vliegende Nederlanders voor een nabije buitenlandse luchthaven net. Het gaat dan bijvoorbeeld om Düsseldorf, Brussel of Weeze, net over de grens bij Venray.
Intussen staat het verdienmodel van de budgetmaatschappijen onder druk. Een bedrijf als Ryanair lijkt zijn kosten weliswaar veel beter dan bijvoorbeeld KLM in de hand te houden, maar het verschil met traditionele vliegbedrijven wordt kleiner. Die laatste bieden inmiddels lager geprijsde tickets doordat ze passagiers nu ook laten bijbetalen voor dienstverlening aan boord, zoals stoelreservering, eten en drinken, of hun bagage. Transavia introduceerde in 2024 betaling voor handbagage; dat bracht vorig jaar meer dan 100 miljoen euro op. Voor KLM zijn deze extra inkomsten ook zeer welkom.
Gratis koffer
Deze verborgen kosten van een vlucht krijgen steeds meer kritiek. Niet alleen van passagiers en consumentenorganisaties, ook vanuit Brussel. Het Europees Parlement werkt aan nieuw beleid voor passagiersrechten. Zo zouden reizigers te allen tijde het recht moeten hebben een stuk handbagage van maximaal 7 kilogram gratis mee te nemen in de cabine.
Het voorstel stuit op grote weerstand van de luchtvaartmaatschappijen. Hun passagiers willen juist de keuze hebben een ticket ‘met of zonder bagage’ te kopen, betogen ze. Anders drijft het Europese beleid de prijzen alleen maar op. Met een ‘gratis’ koffer, verrekend in de tarieven, wordt dat ticket naar Barcelona zeker duurder dan 19 euro.
Illustratrice en prentenboekenmaakster Annemarie van Haeringen is de winnaar van de Max Velthuijs-prijs, een driejaarlijkse oeuvreprijs voor Nederlandse illustratoren van kinderboeken. Dat meldt het Literatuurmuseum, dat de prijs uitreikt.
De prijs is vernoemd naar de in 2005 overleden prentenboekenmaker Max Velthuijs. Winnaars van de prijs ontvangen een geldbedrag van 60.000 euro, een oorkonde en een beeldje van Kikker, Velthuijs’ bekendste verhaalfiguur. Eerdere winnaars van de prijs zijn Mance Post (2007), Thé Tjong-Khing (2010), Wim Hofman (2013), Dick Bruna (2016), Sylvia Weve (2019) en Philip Hopman (2022).
Van Haeringen wint de prijs voor haar hele oeuvre. Daaronder vallen illustraties die ze maakte bij werk van andere schrijvers, zoals Mensen met koffers (2021), geschreven door Sjoerd Kuyper. Ook schreef en illustreerde Van Haeringen zelf prentenboeken, zoals het in 2014 gepubliceerde Coco of het kleine zwarte jurkje.
Heel bijzonder gevoel
Van Haeringen, die voor deze en andere werken al meermaals een Gouden of Zilveren Penseel won, zegt in een reactie dat het winnen van de Max Velthuijs-prijs evenwel een „heel bijzonder gevoel” is. „Dit is een prijs voor je hele oeuvre, een soort overtreffende trap bovenop de andere prachtige prijzen die ik al heb mogen winnen.”
De jury, met daarin naast de laatste winnaar Hopman ook Henna Goudzand Nahar, Karst-Janneke Rogaar, Hedy Tjin en Veerle Vanden Bosch, omschrijft Van Haeringen als iemand met „onwaarschijnlijk veel vakmanschap”, die „een onuitwisbaar stempel heeft gedrukt op het Nederlandse illustratorenlandschap”.
Zelf zegt Van Haeringen over haar werk: “Ik vind het ontzettend mooi om kinderen echt mee te nemen in die boeken. Dat gevoel dat ik zelf had als kind, als je een heel mooi of fijn boek las en er helemaal inkroop. Dat is heel waardevol. Gelukkig werk ik voor jongere kinderen, waar een boek lezen nog altijd gebruikelijk is. Hopelijk blijft dat zo”.
Turkse autoriteiten hebben maandag drie cartoonisten gearresteerd vanwege een tekening gepubliceerd door het satirische weekblad LeMan. De cartoon leek de profeten Mozes en Mohammed af te beelden die elkaar de hand schudden boven een stad die wordt gebombardeerd.
Yilmaz Tunc, de minister van Justitie zei dat er een onderzoek was ingesteld wegens „het publiekelijk beledigen van religieuze waarden”. In de islam is de profeet Mohammed de belangrijkste boodschapper van God. „Geen enkele vrijheid geeft het recht om de heilige waarden van een geloof het onderwerp te maken van lelijke humor. De karikatuur of welke vorm van visuele weergave van onze profeet, schaadt niet alleen onze religieuze waarden, maar schaadt ook de maatschappelijke vrede”, zei de minister. Ook Ali Yerlikaya, de Turkse minister van Binnenlandse zaken sprak op X van een „walgelijke tekening” die de „religieuze waarden ondermijnt”.
Tegen persbureau AFP zei de hoofdredacteur van LeMan, Tuncay Akgun, dat de tekening „op geen enkele manier een karikatuur van de profeet Mohammed is.” Volgens hem wordt „de naam van een moslim die omkwam bij Israëlische bombardement gefictionaliseerd als Mohammed. Ook op X benadrukte het weekblad dat de tekening (opzettelijk) verkeerd geïnterpreteerd zou zijn. „Meer dan 200 miljoen mensen in de islamitische wereld heten Mohammed. In het werk wordt de profeet Mohammed niet genoemd”, aldus LeMan.
De arrestaties zorgden maandagavond voor protesten in Istanbul, waar het weekblad is gevestigd. Turkse politie schoot met rubberkogels en traangas om de menigte uiteen te drijven. Volgens verslaggevers van AFP waren al snel zo’n 250 tot 300 mensen betrokken bij de gevechten. Turkije scoort consistent laag op persvrijheidsindexen. Verslaggevers Zonder Grenzen plaatste het land op plek 159 van de 180 in hun persvrijheidsindex van 2025.