N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Mededinging Het conflict over de toekomst van het Nederlandse spoor duurt voort. De Europese Commissie vindt dat Nederland mededingingsregels schendt. Den Haag blijft dat bestrijden.
Het conflict over de toekomst van het Nederlandse spoor tussen de Europese Commissie en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat blijft voortduren.
De Commissie vindt dat Nederland Europese mededingingsregels schendt door de exploitatie van de belangrijkste intercity’s en stoptreinen (ook wel het hoofdrailnet) onderhands te willen gunnen aan de Nederlandse Spoorwegen. Het kabinet wil voor eind 2023 een nieuw contract afsluiten met NS, voor 2025 tot 2034.
De Commissie vermoedt dat Nederland zo vroeg – meer dan een jaar voordat het nieuwe contract aanvangt – de zaak wil regelen, omdat EU-regels om onderhands te gunnen daarna (nog) strenger gaan worden.
Daarom is de Commissie vrijdag een ‘inbreukprocedure’ tegen Nederland begonnen. Zo’n procedure tegen een lidstaat komt vaker voor. Meestal wordt de zaak in overleg opgelost, maar de procedure kan ook eindigen voor de Europese rechter.
Het conflict tussen Brussel en Den Haag gaat om de vraag of Nederland de exploitatie van het hoofdrailnet (HRN) mag gunnen aan NS zonder dat miljoenencontract openbaar aan te besteden.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat meldde al in juni 2021 dat NS van 2025 tot 2034 de belangrijkste treinverbindingen in Nederland weer zou mogen rijden, plus een deel van de internationale lijnen vanuit Nederland. Het ministerie denkt zo de continuïteit op het Nederlandse spoor het best te borgen en is nu volop bezig met het voorbereiden van een nieuw vervoerscontract.
In de EU is echter afgesproken dat er meer marktwerking op het spoor moet komen. Concurrentie zou goed zijn voor de kwaliteit van het treinverkeer en voor reizigers.
De Commissie vindt dat Nederland minstens een marktverkenning moet doen om te peilen of andere vervoerders dan NS interesse hebben in (een deel van) het HRN. Partijen als Arriva en Qbuzz strijden al langer tegen de onderhandse gunning aan NS.
Eurocommissaris Adina Valean (Transport) schreef eerder aan het Nederlandse kabinet dat zij de omvang van het contract – inclusief internationale lijnen – en de duur van het contract te groot vond. In de brief van vrijdag hekelt Brussel ook de vroegtijdige toekenning. Die is „zonder objectieve rechtvaardiging”. De Commissie vindt dat het besluit om deze opdracht onderhands te gunnen „een omzeiling is van het beginsel van gunning via concurrentie”.
Het ministerie heeft altijd gezegd dat een nieuw vervoercontract, met nieuwe prestatieafspraken waaraan NS moet voldoen, vraagt om een lange ‘implementatietermijn’. Critici stellen echter dat Nederland nog snel even het contract aan NS wil gunnen voordat vanaf 25 december 2023 onderhandse gunning alleen nog mag onder (nog) strengere voorwaarden.
In een reactie op de start van de inbreukprocedure stelt demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat, CDA): „Het voornemen om de nieuwe HRN-concessie opnieuw aan NS te gunnen is na grondig onderzoek in 2020 genomen. Bij herhaling heeft de Tweede Kamer dit voornemen met een grote meerderheid gesteund. Ondanks veel overleg met de Europese Commissie is het tot nu toe niet gelukt om de bezwaren van de Commissie weg te nemen.”
‘Fijnmazig ov-netwerk’
Heijnen zegt dat zij wil vasthouden aan de ingeslagen koers over de voorgenomen gunning van de HRN-concessie. „Dit is nodig om onze ambities over een fijnmazig, samenhangend en betrouwbaar ov-netwerk te waarborgen.”
In september praat de Tweede Kamer met Heijnen over de hoofdrailnetconcessie. Dan zal het ook gaan over mogelijkheden om NS te helpen de financiële problemen op te lossen die zijn ontstaan doordat minder forensen – in de spits – de trein nemen. Voor NS waren zakelijke reizigers altijd een grote bron van inkomsten.
Een van de maatregelen is een spitstoeslag. In april meldde Heijnen dat NS de ruimte krijgt om de tarieven te differentiëren. Zij zei ook dat ze overwoog NS subsidie te geven of geen concessievergoeding meer te vragen; het spoorbedrijf betaalt jaarlijks 87 miljoen euro om het HRN te mogen rijden.