De jonge werknemer wil zijn idealen terugzien in zijn werkzaamheden

Werkvloeractivisme Jongere werknemers roeren zich binnen bedrijven over klimaat, natuur, arbeidsomstandigheden en mensenrechten. Hoe doen ze dat, en wordt echt naar hen geluisterd?

Foto Olivier Middendorp/bewerking NRC

Ze zien zichzelf als jong en klimaatbewust. Toch werken Eduard Ingen Housz (37) en Sarah Kleijn (30) bij Tata Steel, dat de laatste tijd weer volop in de belangstelling staat door zijn uitstoot en de schadelijke impact op de omgeving. Zijn sollicitatie bij het fossiele bedrijf was een bewuste keuze, stelt product- en data-analist Ingen Housz. „Neem de energietransitie: de maatschappij kan niet zonder staal. Maar er is innovatie nodig. Ik wil meewerken aan de oplossing voor problemen, daarom ben ik hier.”

Medewerkers van het Amsterdamse Greenpeace-hoofdkantoor keken vreemd op toen Ingen Housz en Kleijn drie weken geleden met zo’n honderdvijftig andere jonge Tata Steel-werknemers onverwachts op de stoep stonden. Met hun bezoek reageerden ze op de actie die de milieuclub had aangekondigd tegen de staalfabriek, twee dagen later op het fabriekscomplex in IJmuiden. De jonge werknemers maakten hun standpunt duidelijk: ook wij willen een duurzame toekomst, dus ga met ons in gesprek in plaats van je tegen ons te keren.

Nu, tweeënhalve week later, geven Ingen Housz en Kleijn in een taxibusje een rondleiding op het complex van Tata Steel in IJmuiden. Ertsbergen, staalrollen en grote installaties schieten voorbij. Bij de oxystaalfabriek legt Kleijn uit dat duurzaamheid in haar dagelijks werk een belangrijke rol speelt. Ze leidt nu een bouwproject in de fabriek, waarbij de aangetaste wanden van een metersdiepe put worden versterkt. Hierin wordt oud ijzer verzameld, wat later in de fabriek wordt omgesmolten tot nieuw staal. Door het gebruik van ‘schrot’, zoals oud ijzer bij Tata al decennia heet, op te schroeven, kan de productie van staal meer circulair worden gemaakt.

Bijdragen aan een duurzame toekomst door haar werk alleen was voor Kleijn niet voldoende. Ook op andere plaatsen in het bedrijf wilde ze het thema maatschappelijke verantwoordelijkheid aankaarten, mede vanwege de toegenomen aandacht voor de uitstoot door Tata Steel (het is verantwoordelijk voor 7 procent van de totale jaarlijkse CO2-uitstoot in Nederland). Net als Ingen Housz solliciteerde ze naar een plek in de Young Board van het bedrijf, vorig jaar opgericht om intern kritische vragen te stellen. De club adviseert, gevraagd en ongevraagd, over duurzaamheid, diversiteit en andere zaken die op de werkvloer spelen. Soms gebeurt dat tijdens een informeel gesprek, maar geregeld schuiven de zes leden ook aan bij een vergadering van de raad van bestuur – waarin ze overigens geen stemrecht hebben.

Lees ook: Nieuwsgierig kijken de Tata-werknemers in groepjes naar de activisten die hun fabriek betreden

Minder aantrekkingskracht

Jonge werknemers roeren zich de laatste jaren actief om invloed uit te oefenen op de koers van hun bedrijven als het gaat om klimaat, natuur, arbeidsomstandigheden en mensenrechten. Vooral millennials en de generatie-Z willen meer van hun persoonlijke waarden terugzien in hun werkzaamheden, bleek dit voorjaar uit een enquête onder ruim vierduizend respondenten van onder anderen oud-Unilevertopman Paul Polman. Houdt een bedrijf hier geen rekening mee, dan kan dat leiden tot lagere productiviteit en minder aantrekkingskracht voor talentvolle jonge medewerkers.

Zorg uiten of verandering eisen kan via een informeel jongerenbestuur, zoals bij Tata, maar bijvoorbeeld ook via een beweging van onderaf. Dat gebeurde bijvoorbeeld in 2019 bij hotelwebsite Booking.com, met hoofdkantoor in Amsterdam. De Amerikaanse Kelly Mullins (32) begon destijds een petitie nadat ze de ene na de andere collega met een burn-out zag uitvallen. Tegelijk verdiepte ze zich in de klimaatcrisis, wat haar activisme pas echt aanwakkerde. Ze realiseerde zich hoe lastig minder uitstoot te rijmen was met het verdienmodel van Booking, dat baat heeft bij zo veel mogelijk reislust. Mullins raakte geïnspireerd door de Canadese schrijfster en politiek activist Naomi Klein: „Zij schreef dat mensen zich op elke werkvloer zouden moeten organiseren om na te denken over hoe hun bedrijf de uitstoot kan terugdringen.”

Lees ook: Booking is uitgefeest. Hoe kon de reisgigant zó in problemen komen?

Dat deed Mullins. Ze gaf zich op voor de wekelijkse passion talks, waarop Booking-medewerkers hun ideeën met collega’s kunnen delen. Tegenover tientallen collega’s schetste Mullins hoe het bedrijf in haar ogen een „alternatief pad” kon bewandelen en zou kunnen bijdragen aan duurzaam reizen. De sessie mondde uit in een klimaatgroep, Booking Employees for Climate Action, die later deelnam aan een mondiaal klimaatprotest.

Daarnaast schreef de groep een visiedocument, met concrete stappen voor het bedrijf om de eigen ecologische voetafdruk te verminderen. Mullins: „We wilden bijvoorbeeld meer transparantie over de impact die klimaatverandering op de bedrijfsvoering zou kunnen hebben en deden suggesties, zoals treinverkeer promoten in plaats van vliegreizen. Ook stelden we een ander beloningstelsel voor toplagen voor, gebaseerd op het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen.”

Cokesfabrieken

Op het complex van Tata Steel rijdt het taxibusje met Kleijn en Ingen Housz langs de beruchte cokesfabrieken, de meest vervuilende onderdelen van Tata Steel. Hier wordt steenkool omgezet in cokes, nu nog nodig voor de productie van staal. Het bedrijf wil de installaties op den duur vervangen door fabrieken die draaien op waterstof, maar acht het voor de continuïteit noodzakelijk de cokesfabrieken tot zeker 2030 open te houden. Organisaties als Greenpeace vinden dat dit deel van de fabriek, gezien de giftige uitstoot en vele lekkages, zo snel mogelijk dicht moet.

Een bedrijf dat onvoldoende vooruitgang toont op het gebied van klimaat, mensenrechten of diversiteit, merkt dat in zijn personeelsbeleid

Ingen Housz is het met zijn werkgever eens: „Je wilt altijd meer, sneller, harder, maar de wereld verander je ook niet in een dag.” Bij Tata vinden geregeld incidenten plaats door menselijk falen die leiden tot extra uitstoot. Dat kan bijvoorbeeld al het omvallen van een vat olie zijn, of het verstoren van het productieproces door een druk op de verkeerde knop. Het aantal van dit soort incidenten moet omlaag, vindt hij. Dat thema hebben ze ook met het bestuur besproken. Besteed nou niet alleen aandacht aan directe veiligheidsrisico’s op de werkvloer – zoals het voorkomen dat werknemers zich branden aan hete ovens. Maar kweek bij hen ook het besef dat een incident kan leiden tot de uitstoot van gevaarlijke stoffen.

Opvallend genoeg kwam de jongerenraad bij Tata er op verzoek van de raad van bestuur. Om als bedrijf goede sier te maken, te laten zien dat ‘heus wel’ naar jongeren wordt geluisterd? Ingen Housz en Kleijn wijzen die suggestie af. „Er wordt echt naar ons geluisterd en we zijn vrij om eigen onderwerpen aan te dragen”, zegt Ingen Housz. „Het bestuur brengt ons ook in contact met andere delen van de organisatie waar we met ideeën aan de slag kunnen.” Concrete resultaten zijn er nog niet, maar de Young Board is pas kort actief.

Vacatures

Een ander punt van zorg bij de Tata-jongeren is de aantrekkingskracht van het bedrijf op werknemers. Het bedrijf heeft zo’n vijf- tot zeshonderd moeilijk vervulbare vacatures. Natuurlijk, de arbeidsmarkt is krap, maar het imago van het staalbedrijf speelt ook een negatieve rol, zeggen de jongeren.

Het strookt met de bevindingen van Paul Polman: een bedrijf dat onvoldoende vooruitgang toont op het gebied van klimaat, mensenrechten of diversiteit, merkt dat in zijn personeelsbeleid. Ruim de helft van de 4.000 mensen die ondervraagd zijn in Polmans onderzoek, zei vertrek te overwegen als de bedrijfsvisie niet meer te verenigen is met hun persoonlijke waarden. De voormalig Unilever-topman noemt dat conscious quitting, stemmen met je voeten.

Lobke Meijerink herkent de strijd om talentvolle arbeidskrachten en dat jonge werkzoekenden soms andere maatschappelijke behoeften hebben dan sommige bedrijven kunnen bieden. Bij recruitmentbureau YER begeleidt ze jonge mensen die net de arbeidsmarkt betreden. Ze ziet hoe hun behoeften de laatste jaren veranderen. „Naast een goed salaris is de inhoud van werk steeds belangrijker voor hen. Studenten hebben soms al een heel duidelijk beeld van waar ze wel en niet willen werken, en waarom.”

Als Meijerink en haar collega’s met zo’n jongere spreken, zoeken ze naar diens drijfveren en hoe die passen bij een werkgever. Juist bij organisaties die ondermaats scoren op duurzaamheid, en die een kandidaat daarom eerst niet ziet zitten, kan de sollicitant veel impact hebben. „Maar als je het niet wilt, dan zoeken we uiteraard wat anders.”

Studenten hebben soms al een heel duidelijk beeld van waar ze wel en niet willen werken, en waarom

Lobke Meijerink recruitmentbureau YER

Aan bedrijven waarvoor YER talent zoekt, laat Meijerink weten wat de behoeftes zijn van jonge mensen. „Wij adviseren het werk daarop te laten aansluiten. Zij moeten hun ideeën kwijt kunnen; geef bijvoorbeeld ruimte voor pitches. Dat hoeft niet eens altijd over klimaat of diversiteit te gaan, het kunnen ook algemene ideeën zijn. Door die ruimte te geven, blijven ze langer en vertrekken niet snel uit onvrede.”

Medezeggenschap

Kelly Mullins vertrok recentelijk bij Booking, maar ziet zich zeker niet als conscious quitter. Nadat ze in 2020 in de ondernemingsraad was gekozen, hoopte ze een reactie van het bestuur op haar visiedocument af te dwingen. Zover kwam het niet. Grootscheepse ontslagen bij Booking zonder sociaal plan slokten alle tijd en aandacht van de medezeggenschap op, en haar eigen activisme op de werkvloer bracht ook Mullins een burn-out. Door gedichten te schrijven, onder meer over burn-outs in het bedrijfsleven en activisme op de werkvloer, kwam ze er bovenop. In die gedichten benadrukt ze de keerzijde van dat activisme: het kan een langzaam en soms slopend proces zijn, waar je aan onderdoor kan gaan als je niet oppast.

De plannen van de Booking-klimaatgroep hebben het bestuur „waarschijnlijk niet bereikt”. Wel sprak Mullins met het duurzaamheidsteam van Booking. Daarbij ervoer ze ook bedrijfspolitiek: leidinggevenden van de afdeling vonden het toch lastig, een club die zich plots kwam bemoeien met beleid waar zij al aan werkten. „Terwijl we aan dezelfde kant stonden: we wilden het duurzaamheidsbeleid vooral versnellen.”

Mullins blijft enthousiast over de mogelijkheden voor werknemers in Nederland om ideeën en wensen naar voren te brengen. „Je hebt hier ondernemingsraden en actieve vakbonden – heel anders dan in bijvoorbeeld Amerika. En er zitten hier bedrijven met een grote invloed op het klimaat: Shell, Booking, grote banken. Eigenlijk zouden ondernemingsraden uit diverse sectoren, klimaatactivisten en vakbonden tegelijkertijd met ideeën voor verandering moeten komen.”

De Young Board van Tata heeft in ieder geval toenadering gevonden tot Greenpeace. Na de actie in IJmuiden is een afspraak gemaakt voor een vervolggesprek, volgende week. Intussen zijn Ingen Housz en Kleijn langsgeweest bij organisaties van omwonenden, zoals Frisse Wind, die de afgelopen jaren kritiek uitten op de uitstoot van het bedrijf. „We zullen het niet overal over eens zijn, maar praten werkt wel verbindend”, zegt Ingen Housz. „Ik kijk uit naar onze afspraak met Greenpeace.”

Dan verwijst hij lachend naar het eerdere bezoek aan de milieuclub. „We weten hen te vinden, dat hebben ze al ervaren.”