Een paard dat alleen in de wei staat, is waarschijnlijk doodongelukkig

Eenzame paarden Een paard zonder soortgenoten om zich heen is ongelukkig en ervaart veel stress. Toch staan in Nederland nog duizenden paarden alleen. „In andere landen is dit allang verboden.”
Een paard dat alleen in de wei of op stal staat ervaart ernstige stress, blijkt uit tal van onderzoeken.
Een paard dat alleen in de wei of op stal staat ervaart ernstige stress, blijkt uit tal van onderzoeken. Foto Kees van de Veen

Als je het hebt over prachtige paarden is Nozem er zeker één van – een glanzend bruin voormalig sportpaard, flink uit de kluiten gewassen bovendien. Grappig genoeg deelt hij zijn wei in het Zuid-Hollandse Maasland met een wel heel kleine pony: shetlander Mans. De twee zijn dikke maatjes. Mariska Vermaas (45) heeft Nozem al sinds zijn geboorte, 28 jaar geleden: „Ik ken hem door en door.” Als veulen was hij snel in paniek, vertelt ze, „en heel gevoelig voor alleen zijn”. Gelukkig had Nozem altijd andere paarden in de buurt.

Vorig jaar leek het haar leuk Nozem eens een weekendje te laten logeren in een andere wei, bij hen aan huis. „Hij zou dan wel even alleen staan. Ik dacht, hij is zo rustig en heeft al zoveel levenservaring, dat gaat wel. Nou, dat ging precies een halve dag goed.” Daarna werd Nozem heel onrustig en zenuwachtig. „Hij was echt in paniek, liep alleen maar te ijsberen, hinnikte, at en dronk niet meer. Ik heb hem meteen weer teruggebracht.” Zodra de trailer bij zijn vertrouwde plek openging, zág ze hem ontspannen. „Hij slaakte een diepe zucht, zo van: het is weer goed.” Het kortstondige logeeravontuur bevestigde maar weer wat ze al wist: „Een paard kan niet alleen zijn.”

Nozem (boven) en shetlander Mans, „twee dikke maatjes”. Eigen foto

Sociale dieren

Wie fietst of wandelt in het groen passeert altijd wel weitjes met paarden. Regelmatig staat zo’n paard alleen in die wei. Ga je als passant aan het hek staan, dan zullen de meeste paarden direct naar je toe komen: paarden, sociale dieren die van nature in kuddes leven, houden van gezelschap – en vooral van soortgenoten om zich heen. Sterker nog: paarden die geen andere paarden om zich heen hebben, voelen zich vaak diepongelukkig en hebben last van ernstige stress, blijkt uit diverse onderzoeken. Eenzame paarden vertonen dan ook niet zelden afwijkend, ‘gestoord’ gedrag zoals agressie, of dwanghandelingen als zwiepen met het hoofd, voortdurend ijsberen langs het hek of veelvuldig hinniken. Hoe langer een paard alleen staat, des te groter de problemen. „Een paard dat alleen staat, líjdt”, stelt dierwetenschapper Sarah Pesie (36) van Dier&Recht, een onafhankelijke stichting bestaande uit juristen, dierenartsen en beleidsmedewerkers. De redenen om slechts één paard te houden, lopen uiteen van „een stukje gewoonte”, het kostenplaatje, te weinig beschikbare ruimte, of – vaak in geval van dure sportpaarden – angst voor verwondingen. Of het is „simpelweg onwetendheid”.

Eenzame paarden vertonen niet zelden afwijkend, ‘gestoord’ gedrag zoals agressie, of dwanghandelingen als zwiepen met het hoofd, voortdurend ijsberen langs het hek of veelvuldig hinniken

In Nederland staan ten opzichte van andere landen veel paarden alleen, zowel op stal – waarbij ze vaak ook nog eens nauwelijks manoeuvreerruimte hebben – als in de wei: uit recent onderzoek door Dier&Recht (2019) bleek onder meer dat 17 procent van de manegepaarden zelfs nóóit fysiek contact heeft met soortgenoten. Paarden die niet langdurig in een box staan maar kunnen rondlopen in een wei zijn beduidend beter af, maar toch zijn ook die cijfers niet best: in Nederland zijn zo’n 250.000 paarden in bezit van particulieren en daarvan kan één op de vijf als „eenzaam” worden bestempeld, „door een totaal gebrek aan fysiek sociaal contact met soortgenoten”.

Dier&Recht brengt wel gradaties aan: paarden die wel „snuffelcontact” kunnen hebben met een paard uit het weiland ernaast – waarbij ze elkaar over het hek kunnen besnuffelen en zo enig fysiek contact maken – ervaren minder eenzaamheid; paarden die elkaar niet kunnen aanraken maar enkel zicht hebben op een ander paard zijn een stuk slechter af. Maar de grootste groep valt in de slechtste categorie: van het percentage paarden dat alleen staat, staat 44 procent ook echt helemaal geïsoleerd, zonder zelfs maar zicht te hebben op andere paarden. „Een ernstige welzijnsaantasting”, aldus Dier&Recht.

Tussen de paarden

„Ik zag de stress in hun ogen, de stress in de bewegingen die ze maakten.” Aan het woord is Margriet Markerink (66), al jaren paardenjournalist en gedragsdeskundige van paarden. In de tijd dat het eenzame paard nog geen issue was, kwam ze regelmatig bij paarden die alleen stonden. „En ik zág gewoon dat het mis was. Ik kon het niet hardmaken, het was puur een gevoel.” Later verkeerde ze voor de research voor haar in 2002 verschenen boek Koniks, wilde paarden in Nederland langdurig tussen paarden die in kuddes leefden. „En toen kwam ik erachter dat ik gelijk had wat dat eerdere gevoel betrof. Deze paarden hadden een compleet andere uitstraling, stonden in ruststand, volkomen ontspannen. Er waren ook heel veel geluiden, je hoorde constant ‘pssssjjjj’, een soort briesen; daarmee vertellen ze elkaar: het is veilig hier, het is goed.” Wat die paarden ook voortdurend deden, vertelt ze, „en daarom is een paard alleen ook zo’n zielepoot”, is dat ze onderling taken verdeelden. „Ik zag het gewoon gebeuren: jij houdt de wacht, ik doe een ronde, jullie kunnen rustig eten.” Ze signaleerde in die kudde „een andere staat van zijn: kalmte – en rust en harmonie zijn superbelangrijk voor een paard.” Als een paard alleen staat, legt ze uit, „moet hij in zijn eentje al die taken vervullen, zijn eigen bewaker zijn, continu alert blijven”; paarden zijn prooidieren.

Ze vertelt over Spetter, een pony in de Achterhoek die alleen stond. Haar baas zag dat zij eenzaam was en ging op zoek naar een maatje. Markerink werd daarbij betrokken. „Ik zag dat ze inderdaad ongelukkig was; stond daar met het hoofd naar beneden, passief, lusteloos. En toen kwam dat tweede paardje erbij: vanaf het moment dat die de wei in kwam, leefde Spetter op. Ze gingen meteen aan elkaar snuffelen. Sindsdien is ze veel levendiger.” Of neem Comet, uit dezelfde streek. „Die was echt ongelukkig alleen, een heel onzeker beest. En toen kreeg ook hij gezelschap. Ik zag hoe dat andere paard naar hem communiceerde: maak je niet druk, ik bescherm je wel. Comet reageerde zo van: ‘Echt?’ Binnen een kwartier was het gefixt en was Comet rustig aan het grazen.”

Ze ziet het inmiddels meteen als het niet goed gaat met een paard: „Veel wit bij het oog, kop in de lucht, onrustig worden, of juist alleen maar blijven staan als een zombie. Vreselijk moeilijk om te zien, als je dit eenmaal weet.”

In veel landen is een paard alleen laten staan al verboden, in Nederland wordt het vooralsnog aan de paardensector zelf overgelaten hier iets aan te doen. Foto Kees van de Veen

Al jaren probeert Dier&Recht aandacht te krijgen voor dit bij het grote publiek nog onbekende probleem. Met de campagne Deel Je Wei riep de organisatie in 2019 paardeneigenaren op om hun paard niet langer alleen te laten staan. De campagne werd gevoerd samen met de Dierenbescherming en met twee verenigingen uit de branche zelf: de Federatie van Nederlandse Ruitersportcentra (FNRS) en de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (KNHS). Deel Je Wei pleitte overigens niet voor een verbod, zo valt te lezen op de website: „De campagne is niet bedoeld om met de vinger te wijzen of regelgeving af te dwingen.” Een compromisformulering, om de leden van de laatste twee verenigingen niet af te schrikken, zegt Sarah Pesie van Dier&Recht: „Daar zitten mensen bij met heel conventionele gedachtes, die denken vanuit tradities en niet vanuit wetenschap.”

Los van deze gezamenlijke campagne stellen de Dierenbescherming en vooral Dier&Recht zich harder op: een paard alleen in de wei zetten, zonder ook maar enige mogelijkheid tot ‘snuffelcontact’, zou verboden moeten worden. Dat is in andere landen al gangbaar: in Duitsland, Zweden, Denemarken, Noorwegen en Zwitserland moeten paarden contact met soortgenoten kunnen hebben. Nederland loopt wat dit punt betreft achter. En al zijn er positieve ontwikkelingen – meer maneges doen nu aan groepshuisvesting, zoals De Woelige Stal in Ede en Manege ’t Hoogt in Utrecht – het aantal paarden dat alleen staat is nog altijd hoog.

„Een grote gemiste kans ontstond in 2011”, verklaart Sarah Pesie van Dier&Recht. „Eindelijk lag daar het langverwachte ‘Paardenbesluit’, een voorstel voor betere wetgeving van de Dierenbescherming, maar vervolgens is besloten dat de sector eerst zelf nog een kans kreeg om de problemen op te lossen; die mochten daar hun eigen invulling aan geven. Dit werd de Gids voor Goede Praktijken 2011. En dat heeft vervolgens dus helaas niet tot concrete, handhaafbare richtlijnen geleid. Een beetje ‘wij van WC-eend’. Ik vrees dat toen de boot gemist is, en dat het probleem nu nog steeds in stand wordt gehouden door geen harde lijn te trekken.”

Al in 2003 verscheen een rapport waarin duidelijk werd hoezeer paarden lijden onder een eenzaam verblijf. We zijn nu twintig jaar verder en het mag nog steeds

Sarah Pesie Dier&Recht

En die harde lijn, stelt ze, „is gewoon nodig. De kennis is er al heel lang. Al in 2003 verscheen een rapport [van de Raad voor Dierenaangelegenheden] waarin duidelijk werd hoezeer paarden lijden onder een eenzaam verblijf. We zijn nu twintig jaar verder en het mag nog steeds. Als we het aan de sector overlaten, willen ze het weer een hele generatie de tijd geven om dingen rustig aan te kunnen passen. Het duurt langer en langer, en al die tijd lijden duizenden paarden daaronder. Het is in feite gewoon dierenmishandeling.”

Ze is blij met het werk van Stichting de Lynx: via hun Facebook-pagina ‘Paarden bij elkaar’ koppelen ze paarden – een soort ‘datingclub’ voor paarden. Tjitske Ypma (45) van De Lynx: „We denken dat we door goed voor te lichten een hoop mensen aan het denken zetten. Bij de meeste eigenaren is het ook geen kwestie van onwil: ze wéten het vaak gewoon niet.” Ze merkt dat dat inmiddels begint te veranderen. „Veel mensen reageren toch op onze berichten, of op de flyers die we in de bus doen bij huizen waar we een paard alleen in de wei zien staan. Dan laat iemand ons bijvoorbeeld weten dat ze een paard heeft dat wel een maatje kan gebruiken. Wij plaatsen dan een oproepje: wie wil er bij Ollebolleke in de wei staan? Soms heb je dan ineens een ‘match’ te pakken. En zijn er twee paarden in één klap gelukkig, want dat is wat we vaak terug horen.”

‘Kost verschrikkelijk veel tijd’

In politiek Den Haag is het met name de Partij voor de Dieren die streeft naar een verbod op paarden in afzondering. Tweede Kamerlid Frank Wassenberg: „Wij vinden dat het natuurlijk gedrag centraal moet staan. Daarom moeten paardenhouders verplicht worden te zorgen voor een situatie die recht doet aan het paard.” De partij vroeg er in 2019, gelijktijdig met de campagne Deel Je Wei, aandacht voor in de pers en pleitte voor een verbod op het alleen houden van paarden. Sindsdien is er echter nog niet gek veel gebeurd. „Dit soort dingen kost helaas verschrikkelijk veel tijd”, zegt Wassenberg. „Om een voorbeeld te geven: een paar weken geleden is eindelijk een wetsvoorstel aangenomen voor de aanpak van dierenmishandeling en dierverwaarlozing. Dat is dus gelukt, maar heeft wel 12 jaar geduurd.”

Ondanks de traagheid is hij redelijk optimistisch over de nabije toekomst: „Er is inmiddels toch een andere wind aan het waaien in Den Haag, ook bij partijen die nooit zo happig waren op dit soort wetswijzigingen. Het verschil tussen links en rechts is weggevallen – zo werk ik op deze onderwerpen uitstekend samen met Dion Graus van de PVV. We blijven moties indienen die misstanden opheffen; je hebt uiteindelijk maar 76 stemmen nodig. Ik heb er oprecht vertrouwen in dat die regels voor paardenhouders er gewoon gaan komen.”

Nozem (rechts) en shetlander Mans zijn het liefst altijd samen. Eigen foto

Kan de overheid niet zelf het voortouw nemen om de wet op dit punt aan te scherpen? Een woordvoerder van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verwijst naar de Gids voor Goede Praktijken (GvGP) van de sectorraad paarden: „Mochten er overtredingen van de wet worden gesignaleerd, dan kan de GvGP onderdeel uitmaken van de bewijsvoering.” In die gids staat echter weliswaar dat dagelijks contact mogelijk moet zijn, maar de richtlijn rept over „binnen gezichtsafstand” óf – dus niet én – met besnuffelen of aanraking. En van overtreding van de wet is nu sowieso nog geen sprake. Het ministerie, in een vervolgmail: „Als er echt misstanden plaatsvinden, zijn er voldoende handvatten om te handhaven.” Op de vraag of het eenzame paard op zichzelf als misstand wordt beschouwd en of hiervan melding kan worden gedaan, antwoordt het ministerie: „Indien er sprake is van aantoonbare misstanden, dan is het verstandig daar melding van te maken.” Ook staat het ministerie „in nauw contact met de sector en het welzijn van paarden komt daarbij ook aan de orde”.

‘Enórm behoudend’

Dat het eenzame paard in Nederland nog steeds zo’n algemeen verschijnsel is, doet paardendeskundige Margriet Markerink oprecht verdriet. „Kijk, het is soms pure onwetendheid. Wat dus moet gebeuren is bewustzijnsverhoging.” Maar, zegt ook zij: „Wij hebben helaas een oer-conservatief paardenwereldje. Enórm behoudend. De overheid zegt: de sector moet het zelf regelen. Maar die sector is, excusez le mot, als taaie stront.”

Terwijl, zegt Markerink: „Ik geef weleens lezingen waarin ik dit verhaal over eenzame paarden vertel. Mensen komen soms na afloop huilend naar me toe: ‘Als ik dít toch eerder had geweten’. Uiteindelijk zal het dus goedkomen. Heb je het eenmaal zelf ervaren of gezien, dan kún je dat niet meer, je paard alleen laten staan.” Maar nu is tweesporenbeleid nodig en zou óók de overheid in moeten grijpen, vindt ze. En het in afzondering houden van een paard gewoon moeten verbieden. „Anders duurt het gewoon veel te lang. We lopen echt ernstig achter – er moet iets gebeuren.”