Dijkgraaf moet kennis alsnog op 1 zetten

Onderwijs Met het opheffen van het onderscheid tussen ‘hoog’ en ‘laag’ gaat D66 de achterstand in het onderwijs te lijf, schrijft . Intussen kunnen ze op het mbo nog altijd niet rekenen.


Foto Sake Elzinga

Voor mensen die zich zorgen maken over de gestage daling van het basisniveau van ons onderwijs, inmiddels zo’n twintig jaar bezig, was de benoeming van Dennis Wiersma (VVD) als minister van Primair en Voortgezet Onderwijs een hoopvol teken. Eindelijk een bewindspersoon op Onderwijs die van dit ernstig verwaarloosde probleem een prioriteit maakt. Het basisonderwijs moet beter, en dat geldt ook voor de basisonderwijzers. De pabo’s moeten dus ook op de schop.

Voor het aanpakken van de pabo’s zal Wiersma de medewerking nodig hebben van zijn ambtgenoot Robbert Dijkgraaf (D66), verantwoordelijk voor het hoger onderwijs. D66 congresseerde onlangs en ik las dat Dijkgraaf daar een gloedvolle speech had gehouden over het onderwijs. Op YouTube vond ik de video. Het was inderdaad een geweldige speech. Een geïnspireerd pleidooi voor Nederland als kennisland. Dat het Nederlandse basisonderwijs steeds verder afzakt op de internationale ranglijsten, vervult Dijkgraaf met grote zorg. Dat dient zo snel mogelijk te worden aangepakt, verklaarde hij. „Laten we kennis op 1 zetten!”

Het stelde me gerust, Wiersma en Dijkgraaf zijn het eens. Toen viel me iets op: deze speech van Robbert Dijkgraaf was niet van 2022, maar van 2009. Ik dacht al: wat een matige videokwaliteit, en wat oogt die man nog jong – maar dit was Dijkgraaf op een D66-congres van dertien jaar geleden! Wow, dat hij tóen al zo scherp zag wat er mis was. Wat een zegen dat die man nu aan het hoofd staat van het ministerie van Onderwijs. Het maakte me nog nieuwsgieriger naar zijn rede van onlangs. Daar stond hij, wat ouder uiteraard, maar nog steeds fit en energiek. Een fraai, eigentijds decor, waarvoor kosten noch moeite gespaard waren. Dijkgraaf had flink gerepeteerd, zijn zinnen rolden er soepel uit en hij weet wanneer hij moet pauzeren voor reactie uit de zaal. Heel professioneel allemaal. Amerikaans haast.


Lees ook: Het leesniveau van kinderen daalt en dat ligt aan ons

Nederland Kennisland – foetsie

Maar de inhoud? Tussen 2003 en 2009 zakte Nederland op de Pisa-lijst (het internationale onderzoek naar de leesvaardigheid van vijftienjarigen) van de derde naar de negende plaats, en sindsdien naar plaats elf. Dat moet Dijkgraaf nog steeds een enorme doorn in het oog zijn, zou je denken. Maar nee, de Dijkgraaf van 2022 maakt zich er helemaal geen zorgen meer om. De Pisa-lijst, taal, rekenen, basisvorming – geen van die woorden komt in zijn toespraak voor. Over de noodzakelijke hervorming van de pabo’s – geen woord. ‘Nederland Kennisland’ – foetsie.

Waar sprak hij dan wel over? Nou, Dijkgraaf wil bijvoorbeeld af van „de negentiende-eeuwse opzet van ons onderwijs”. Ik begrijp niet precies wat dat betekent, maar dat moet aan mij liggen, want de D66-gemeenschap applaudisseerde geestdriftig.

Later werd het iets duidelijker wat Dijkgraaf bedoelt: onderdeel van die negentiende-eeuwse opzet is de indeling van het onderwijs in ‘hoog’ en ‘laag’. Dat vindt Dijkgraaf een „kunstmatige grens, net als die tussen man en vrouw, oud en jong”, die de „cohesie van de samenleving ondergraaft”. De ‘grens’ tussen oud en jong, man en vrouw, is die niet biologisch? Wat is daar ‘kunstmatig’ aan? En wat is het probleem met de metafoor van ‘hoog’ en ‘laag’? Als onderwijs ‘verheffing’ is, dan is het toch logisch dat je schooltypen indeelt van hoog naar laag? Waar je ook begint of eindigt in het onderwijs, is het niet altijd een ladder? Of moeten we dat ‘verheffen’ eigenlijk maar vergeten? Kennelijk, want Dijkgraaf wil die ladder „kantelen tot een waaier”.

Dijkgraaf spreekt veel over het mbo, de schoolsoort die het meeste last heeft van die erosie van het basisonderwijs. Het mbo levert steeds meer vakmensen af die niet goed kunnen schrijven en rekenen. Die naar hun baas moeten om uit te rekenen hoeveel verf er moet worden ingekocht of hoe dik een balk moet zijn. Dijkgraaf bezoekt graag mbo’s, vertelt hij, en ziet hoe fijn die leerlingen het hebben, hoeveel voldoening zij aan hun ambacht ontlenen en hoe onterecht het is dat wij zo’n opleiding ‘lager’ noemen. Hij wil die ladder dus „kantelen tot een waaier”, zodat onderwijsvormen „niet bovenop elkaar maar naast elkaar liggen”. Dijkgraaf: „Als iedereen naar aanleg en voorkeur in het horizontale vlak van de waaier zijn mogelijkheden kan ontplooien, versterkt dat juist onze samenhang.”

Minister heeft kennis van de eerste plaats gehaald en vervangen door woke prietpraat

De grote cognitieve achterstanden op het mbo zijn van de agenda verdwenen en vervangen door een betere oplossing: het ‘kantelen van de ladder’. Dat ‘kunstmatige’ onderscheid tussen hoog en laag opheffen. Die negentiende-eeuwse structuur van ons onderwijs, dát is het ware probleem.

Oké, maar die achterstanden dan?

Terwijl Nederland steeds verder afzakt op de ranglijsten heeft minister Dijkgraaf ‘kennis’ van de eerste plaats gehaald en vervangen door woke prietpraat over ‘hoog’ versus ‘laag’, ‘kunstmatige grenzen’ en een ‘gekantelde waaier’. Door de laatste denkmode: identiteitspolitiek. Een zaal vol witte, geprivilegieerde, hoogopgeleide D66-leden vindt het prachtig.

Ik heb een advies voor Robbert Dijkgraaf: kijk zelf ook nog eens naar die speech uit 2009. En doe alsnog waar je toen toe opriep: Zet kennis op 1. En, o ja, check eens met Dennis Wiersma: zijn jullie het wel écht eens?