N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Nationale Politie Voor agenten is vaak onvoldoende duidelijk welk gedrag tijdens het werk ongewenst is, zeggen onderzoekers.
Een op de vijf politieagenten zegt het afgelopen jaar gediscrimineerd te hebben op de werkvloer. Hetzelfde percentage zegt instructies van zijn leidinggevende te hebben genegeerd of langzamer te hebben gewerkt dan nodig was. Dit blijkt uit een onderzoek naar integriteit binnen de Nationale Politie van het onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap.
De onderzoekers interviewden 48 politiemedewerkers over integriteit op het bureau en op straat en stuurden per mail een vragenlijst naar zesduizend agenten – ongeveer een tiende van de volledige organisatie. Negenhonderd agenten vulden de vragenlijst in. Hoewel de onderzoekers hoopten op een hogere respons, is er niet eerder zo grootschalig onderzoek gedaan naar integriteit bij de politie.
De politie is de afgelopen jaren herhaaldelijk in verlegenheid gebracht door integriteitsschendingen die in de media vaak breed werden uitgemeten: van agenten die zich racistisch uitlieten tot dienders die informatie verkochten aan criminelen.
‘Grijze gebieden’
Het risico op integriteitsschendingen wordt volgens het rapport vergroot doordat politiemedewerkers weliswaar goed weten wat onder het strafrecht valt, maar niet duidelijk voor ogen hebben waar de grens ligt als het gaat om integer handelen. Zo bestaan „grijze gebieden” en denken agenten bovendien verschillend over wat wel en niet zou mogen. Een deel vindt het geen probleem als een agent in zijn vrije tijd een xtc-pil slikt, of de werkloze buurman met een dure auto natrekt in het politiesysteem, terwijl andere respondenten daar mordicus tegen zijn.
Het onderzoek stelt dat integriteit binnen de politie-organisatie nog steeds geen prioriteit heeft. In functioneringsgesprekken wordt het afgedaan als „afvinkonderwerp”. Leidinggevenden geven niet altijd het goede voorbeeld door bijvoorbeeld op vrijdag eerder vrij te nemen. En een ‘aanspreekcultuur’ ontbreekt: gevoelige zaken blijven vaak onbesproken.
Twee groepen lopen een verhoogd risico op niet-integer gedrag: jonge medewerkers, die minder een band voelen met de politie, en brigadiers (de rang tussen hoofdagent en inspecteur). Die laatste groep werkt vaak al decennia bij de politie, maar ziet weinig perspectief op promotie. Agenten met beperkte carrièremogelijkheden scoren lager op werktevredenheid en integer handelen, omdat ze zich onvoldoende gewaardeerd voelen.
Uit het onderzoek blijkt hoe vaak agenten het afgelopen jaar de regels overtraden en „contraproductief gedrag” vertoonden. Een op de drie politiemedewerkers komt zonder toestemming te laat op het werk en een tiende van hen heeft vorig jaar eigendommen van de politie meegenomen. Tussen 2018 en 2020 werden bijna 240 agenten ontslagen omdat zij de regels overtraden. De overtredingen varieerden van diefstal tot drugsgebruik, van het lekken van informatie tot het delen van kinderporno.
Volgens jurist Marjan Olfers, een van de auteurs van het rapport, is het voor onderzoek naar integriteitsschendingen belangrijk om contraproductief werkgedrag in beeld te krijgen. Als interne integriteit, zoals te laat komen of slecht omgaan met collega’s, niet wordt aangepakt, kunnen agenten afglijden naar ernstigere integriteitsschendingen, zoals het verkopen van informatie aan criminelen, zegt Olfers. „Voor agenten is onduidelijk wat mag. Zaken worden niet aangepakt.”
Leidinggevenden als rolmodel
Criminoloog Anton van Wijk, een van de andere auteurs, doet „al jaren” onderzoek naar de politie. Hij vindt het cruciaal dat er meer perspectief komt voor brigadiers. Soms zijn ze aan het einde van hun carrièrepad en voelen ze zich niet gewaardeerd. „Ze kunnen er cynisch van worden.” Daardoor hechten ze mogelijk minder waarde aan integer handelen. Ook moeten leidinggevenden zich meer als rolmodel gedragen, en moet het voor medewerkers normaler worden om over onzekerheden of twijfels te praten, vindt hij. En chefs moeten veel mensgerichter werken.
Andere conclusies: het diversiteitsbeleid kan niet-integer gedrag in de hand werken door diversiteit boven kwaliteit te plaatsen, zeggen meerdere geïnterviewden. En door capaciteitstekort en striktere privacywetgeving worden nieuwkomers minder goed gescreend: zo kon iemand met een crimineel verleden agent worden.
Pas als er opgetreden wordt tegen integriteitsschendingen binnen de eigen organisatie, zal er een cultuuromslag plaatsvinden waardoor agenten niet meer op straat over de schreef gaan, zegt onderzoeker Marjan Olfers.