De woningmarkt is toegankelijker voor starters. Het percentage woningzoekers dat een eerste huis heeft gekocht is het afgelopen halfjaar toegenomen en ook het absolute aantal koopstarters is gestegen. In de eerste zes maanden van dit jaar kochten 28.000 mensen hun eerste huis. Dat zijn er 1.200 meer dan in het eerste halfjaar van 2022. Het aandeel van starters op de woningmarkt is eveneens toegenomen van 40 naar 45 procent. Dat blijkt dinsdag uit cijfers van makelaarsvereniging NVM.
De NVM spreekt van een „opvallende toename” aangezien het totaal aantal woningverkopen lager ligt dan in 2022. De stijging onder starters gaat ten koste van beleggers en zogenoemde doorstromers, die na aanschaf van een eerste huis een nieuwe woning betrekken. Lana Gerssen, vakgroepvoorzitter van de makelaarsclub, stelt dat de „financiële positie van koopstarters” over het algemeen is verbeterd dankzij „ruimere leennormen, sterke inkomensstijgingen en gedaalde woningprijzen”.
Volgens de NVM is sprake van een „welkome ontwikkeling”, omdat starters er de afgelopen jaren moeilijk tussenkwamen op de huizenmarkt. Toch zien de makelaars dat niet alle starters aan bod komen: woningzoekers zonder spaarrekening kunnen vaak niet genoeg lenen om een huis te kopen. Als voorbeeld noemt de NVM een alleenstaande starter met een modaal brutosalaris (38.000 euro per jaar); die kan 159.000 euro lenen en komt daarmee in aanmerking voor slechts 3 procent van de beschikbare huizen.
Gevallen kersenbloesems zweven langzaam over gitzwart water. Het is de rustgevende openingsscène van de documentaire Black Box Diaries van de Japanse Shiori Ito (35), waarin schoonheid slechts op het oppervlak lijkt te drijven. De film is een zelfportret van een opkomende journaliste die ongewild, door haar persoonlijke ervaringen, inmiddels het gezicht van de Japanse #metoo-beweging is geworden.
Het verhaal van Ito’s documentaire, die op donderdag op het IDFA in Amsterdam zijn Nederlandse première beleeft, begint met een verkrachting door een bekende journalist die tevens vrienden is met de toenmalige premier. Het eindigt echter met een vrouw die, ondanks het tegenwerken van de politie, de bureaucratie en haar eigen familie, gerechtigheid wil. „De politie noemde mijn zaak een ‘zwarte doos’ toen ze besloten hun onderzoek te staken. De leidinggevende rechercheur beschreef mijn dossier als een plek waar je alles in kan verbergen”, vertelt Shiori Ito kalm in een interview.
In Japan is seksueel geweld een groot probleem, zegt Ito. Al decennia hangen er posters op scholen en treinstations waarop in grote letters staat afgedrukt ‘Pas op voor aanranders!’. Het was doodnormaal toen ze opgroeide, verklaart Ito. „Ik kan me nog herinneren dat ik met de trein naar school was gegaan en iemand zich op mijn rokje had afgetrokken.”
In een klein koffietentje in een buitenwijk van Tokio, dichtbij waar ze opgevoed is, staart Ito naar de bodem van haar glas. „Dan moet je een klodder sperma van je kleding afhalen, en de enige gedachte die ik had was ‘niet weer hè ?’” Het was haar al vaker overkomen.
Toen Ito in 2015 Noriyuki Yamaguchi, een prominente journalist, ontmoette voor carrière-advies, hoopte ze op begeleiding en steun. In plaats daarvan werd het een nachtmerrie; in dronken staat werd ze een hotelkamer ingetrokken en verkracht. Ondanks dat ze als jonge scholier dit soort gedrag wegstopte of negeerde, kon ze het deze keer niet opkroppen en stapte naar de politie. Maar die weigerde haar aangifte te accepteren. Ze zou niet genoeg bewijs hebben. „We hebben beeldmateriaal, DNA-sporen en getuigenverklaringen”, vertelt Ito. „Volgens de politie was het niet genoeg om hem te vervolgen”.
‘Slachtoffer’
Tijdens het proces dat leidde naar dit besluit, werd ze door zowel de politie als in de media consistent als ‘het slachtoffer’ beschreven – tot ergernis van Ito. „Het is een wettelijke term, een woord dat diep in mijn huid is gaan zitten maar waar ik nu na al jaren vanaf wil”, vertelt ze voordat ze een diepe zucht slaakt. „Ik zie mezelf als iemand die het overleefd heeft. Overleven is een dagelijkse worsteling”.
In de documentaire komt Ito in verschillende fases van haar leven voorbij. Het moment waarop ze met tegenzin de taxi wordt uitgetrokken en een hotel wordt ingesleurd – zoals op een bewakingsvideo van het hotel is te zien – en momenten waarop ze hardop lachend, glas wijn in de hand, met haar vrienden grappen zit te maken. „Het stereotype slachtoffer bestaat niet. Daarom moest ik in deze documentaire alles laten zien, ook de momenten die ik niet wilde tonen.”
Daar hoorde een van de dieptepunten van haar leven bij. Een filmpje op haar telefoon dat ze voor het monteren van de film uit haar geheugen had gewist. „Het was een laatste boodschap aan mijn familie voordat ik uit het leven wilde stappen”, vertelt Ito. Haar blik is inmiddels richting de grond gedwaald. Ze houdt de koffiebeker in haar handen zo stevig vast dat haar vingertoppen rood zijn verkleurd.
„Uiteindelijk heb ik het niet verstuurd.” De scene eindigt in het ziekenhuis, waar Ito zelf de kamer filmt waar ze in is opgenomen.
Haar familie betekent veel voor haar. Het openingsshot start met een voicemailbericht van haar jongere zus. „Stap niet naar buiten met je verhaal”, is haar boodschap. „Je hebt alleen jezelf ermee ”. De opmerking staat voor Ito symptoom voor hoe Japanners denken over seksueel geweld. „Niemand wil het erover hebben.”
Wetswijzigingen
In Japan doet slechts 4 procent van de slachtoffers van seksueel geweld melding. Dit is echter van de bekende gevallen. Naar schatting stappen van de honderd mensen die verkracht of aangerand worden, slechts 1 à 2 naar de politie. „Het is een van de redenen dat ik publiek ging met mijn verhaal. Als ik via de politie gerechtigheid had kunnen krijgen had ik hier niet gezeten”.
Na Ito’s openbaring tijdens een publieke persconferentie trad een golf aan vrouwen publiekelijk naar buiten om soortgelijke verhalen te vertellen. Het dwong Japanse politici om het probleem aan te gaan. Inmiddels zijn er wetswijzigingen doorgevoerd, al lijken die meer voor de vorm dan de inhoud te zijn. „Officieel moet je nu toestemming geven voor seksuele handelingen, maar je moet als vrouw nog steeds kunnen bewijzen dat je fysiek aangevallen bent als er iets is gebeurd. Dus uiteindelijk is er niks veranderd”, verklaart Ito.
Black Box Diaries wordt dit jaar in meer dan dertig landen getoond, waaronder Nederland. Maar één land ontbreekt op haar lijst. „Overal krijg ik positieve reacties. Maar in Japan krijg ik de vraag waarom ik het imago van ons land probeer te besmeuren,” legt Ito uit. „Dus niemand wil het hier tonen. Het is alsof we niet geconfronteerd willen worden moet onze eigen tekortkomingen.”
Dat is direct ook de laatste boodschap die ze wil meegeven met de film. „Het gaat niet om mij, maar om wat er mis is met mijn land,” vervolgt Ito. „En hiermee is mijn verhaal klaar en laat ik het achter me. Het is aan de kijkers om ermee te doen wat ze willen.”
Black Box Diaries op IDFA: vanaf 14/1. 19/11 is Shiori Ito voor een interview bij de vertoning in De Balie. Info: festival.idfa.nl
NRC-wetenschapsredacteur Gemma Venhuizen heeft een zilveren onderscheiding gewonnen bij de Kavli Science Journalism Awards, die jaarlijks worden toegekend door de Amerikaanse academie van wetenschappen AAAS. Venhuizen kreeg de prijs voor het persoonlijke relaas dat zij deed in het artikel Een medisch vernieuwende ingreep aan de aorta, en ik was patiënt nummer 935. In dat artikel, dat deze krant op 13 juli 2024 publiceerde, vertelt Venhuizen over de ingrijpende hartoperatie die zij moest ondergaan vanwege een te wijd geworden aorta. Ze kwam voor een moeilijke keuze te staan. In 2023 kreeg ze van haar cardioloog te horen dat haar aorta „in een oogwenk een tikkende tijdbom was geworden”.
Daar moest urgent iets aan gebeuren. De arts noemde conventionele chirurgische opties maar ook een nieuw onconventioneel alternatief dat was ontwikkeld door een Britse ingenieur. Daarbij wordt de aorta omwikkeld met een soort compressiekous, alsof je een uitpuilende tuinslang afplakt. Het was een dilemma, want met deze operatie was nog maar weinig ervaring. Uiteindelijk koos ze toch voor de experimentele ingreep.
Een Britse ingenieur
Venhuizen nam lezers mee in haar zoektocht naar antwoorden, zowel als wetenschapsjournalist als als bezorgde patiënt. Na haar geslaagde operatie interviewde ze uitvinder Tal Golesworthy, de Britse ingenieur die – zelf geconfronteerd met een gevaarlijke aortaverwijding – met medisch specialisten samenwerkte om de procedure te ontwikkelen.
Jurylid Laura Helmuth, hoofdredacteur van Scientific American, prees Venhuizens schrijfstijl als „open, grappig, gastvrij en humaan”. Volgens Helmuth bracht ze de angsten van een patiënt onder woorden en evalueerde tegelijkertijd het onderzoek en de technologie met onpartijdigheid en deskundigheid. „Het is lastig om een verhaal in de eerste persoon te vertellen en we kunnen allemaal leren van hoe ze haar rollen in evenwicht bracht en net genoeg persoonlijkheid toevoegde om het verhaal nog boeiender en krachtiger te maken.”
‘Mijn hart sloeg over’
In een reactie op de toekenning van de prijs, zei Venhuizen: „Toen ik het nieuws hoorde, sloeg mijn hart een slag over – niet vanwege medische complicaties, maar vanwege vreugde. Ik ben erg dankbaar is dat ik dit persoonlijke onderzoeksverhaal tijdens mijn herstel kon schrijven.”
Acht jaar geleden wonnen de Nederlandse journalisten Zvezdana Vukojevic en Jop de Vrieze een gouden onderscheiding bij de Kavli Science Journalism Awards, voor een artikel dat eveneens in NRC verscheen. Ook dat was een persoonlijk verhaal, namelijk over de gebrekkige verloskundige zorg in Nederland die leidde tot het overlijden van hun eerste kind ver in de zwangerschap.
Een hand vol supplementen slikken of toch dat slokje ambrozijn? Al sinds mensenheugenis zoeken mensen naar manieren om de dood te slim af te zijn. Verouderingsonderzoekers maken inmiddels grote stappen. Wat bepaalt de leeftijdsgrens van de mens? Kunnen we die oprekken, en tot hoe ver?
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected]