N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
ZAP Ruim twee dagen werd gevochten om de beeldvorming: wie precies had de boel laten klappen? En wie was de morele winnaar? „Ik weet niet of hij op dramkoers of op ramkoers was.”
In de anderhalve seconde dat Sophie Hermans (VVD) adem haalde en haar blik naar boven wendde alsof daar een antwoord bungelde, gaf Jan Paternotte (D66) tweeëneenhalf uur na de val van het kabinet het antwoord op dé vraag: „Wie is er nou precies uitgestapt?” Mark Rutte, zei hij. Bám. De twee fractievoorzitters zaten vrijdagavond naast elkaar aan tafel bij talkshow Op1 en de vraag werd aan hen allebei gesteld. Dát het kabinet gevallen was, hadden we net min of meer live kunnen zien bij het NOS Journaal. De in allerijl toegesnelde bewindspersonen kregen bij aankomst op het Binnenhof een NOS-microfoon voor de mond waarin ze moesten zeggen wat er door hen heen ging. Bij Op1 werden direct daarna de eerste scherven bij elkaar geveegd en wie slim en snel genoeg was, zou het verhaal kunnen bepalen van de breuk van vaasje Rutte IV.
Paternotte zei dat de premier zich had gedragen als een partijpoliticus, door halverwege de week de gesprekken die de vier coalitiepartijen al máánden voerden over migratiebeleid onder hoogspanning te zetten. „Ineens was het my way of the high way”. Daarna kon Sophie Hermans doen waarvoor ze was gekomen: zeggen dat vier partijen hun best hadden gedaan, maar dat het vier partijen niet was gelukt.
Aan de overkant van de tafel zat politiek leider Attje Kuiken van de PvdA, en zij had Rutte in zijn persconferentie tot drie keer toe horen zeggen dat de ChristenUnie geen blaam trof, wat ze een slinkse manier vond om de schuld juist bij de ChristenUnie te leggen. Kuiken had ook al een woord klaarliggen voor de premier die vlak voor het reces het landsbelang offerde voor z’n partijbelang: Rutte nam een „verantwoordelijkheidsvakantie”, het woord dat Rutte zelf gebruikte voor het CDA tijdens zijn tweede kabinet, met de PvdA.
Gniepig
Ondertussen was VVD’er Henk Kamp bij Nieuwsuur een apologie aan het houden voor Rutte die al dertien jaar overbrugt, tegemoet komt en handreikingen doet. Maar de rollen in het verhaal waren al wel zo ongeveer verdeeld, althans op televisie: het was een opzetje van de VVD het kabinet te laten klappen – en de ChristenUnie kreeg daarvan de schuld.
De Tweede Kamer stond vrijdagavond op het punt met reces te gaan, in Hilversum zijn ze dat al even. Geen Buitenhof op zondag, geen WNL op zondag, geen Jinek op vrijdagavond, Renze was er wel en daar zaten ook twee Kamerleden aan tafel, één van CDA en één van de VVD. Maar misschien was het een idee geweest Gerard Joling een keertje af te bellen? Hij heeft Rutte bovendien al eens verdedigd toen die – voor de tweede keer – aanschoof bij de mannen van VI. Met zo weinig keuze qua tafelschikking, werd het extra interessant wie Nieuwsuur zou ‘hebben’. Ah, de ChristenUnie was aan zet. Partijleider Mirjam Bikker. Zij bevestigde dat er niet één partij was die „de stekker eruit had getrokken”, om vervolgens volkomen helder te laten doorschemeren dat de ChristenUnie in deze verloren strijd de morele overwinnaar is. CU was gestruikeld over één onderdeel in de migratiedeal, zei ze, en dat was het recht op gezinshereniging. Vluchtelingen met een verblijfstatus mogen familieleden laten overkomen. „Kinderen horen bij hun ouders,” zei Bikker. Wie kan daar, links of rechts, tégen zijn? Niemand natuurlijk, behalve misschien, hoorde je geniepig onder haar woorden uit piepen, onze ongetrouwde, kinderloze premier? Nee, maar de CU vindt dat „een kind van vier uit Aleppo bij zijn ouders hoort te wonen”, en bij de CU gaan de „idealen voor de macht”, de CU is er voor mensen die „onze hulp” het hardste nodig hebben, en de CU is bereid zich te committeren aan afspraken en beleid waar ze „zelf niet om te springen staan”. Voor het landsbelang uiteraard. Deze vrouw kan zich meten met Rutte. Zo soepel als ze, terloops, Rutte de schuld van alles geeft. „Ik weet niet of hij op dramkoers of op ramkoers was.”
Cynisch
„Flauw”, vond demissionair minister van Justitie Dilan Yesilgöz (VVD) dat van haar. „Niet fair.” Zij zat aan tafel bij de inderhaast opgetuigde aflevering van Op1 op zaterdagavond die, heel toepasselijk, in de plaats kwam van een herhaling van Ik vertrek. Sven Kockelmann (WNL) en Tijs van den Brink (EO) vormden een gelegenheidsduo. Dus het kán wel, een verstandshuwelijk tussen confessioneel en liberaal. De wie-heeft-de-schuld-vraag lieten ze voor wat het is, ze begonnen vast aan het waarom. De drie gasten aan tafel, de demissionair minister Hugo de Jonge (CDA) van Volkshuisvesting en staatssecretaris Maarten van Ooijen (CU) van Volksgezondheid waren er, en de VVD-minister dus. Zij hadden de afgelopen negen maanden tevergeefs geprobeerd tot een migratiedeal te komen.
Tot hun verrassing stuitte het presentatieduo op échte emotie toen Maarten van Ooijen zei dat hij „het gevoel had te willen huilen, maar het niet deed”. Even leek het erop dat er (weer) met meel in de monden zou worden gesproken. Maar tot mijn verrassing mochten deze drie bewindslieden over ‘de inhoud’ praten zonder steeds gemaand te worden het begrijpelijk te houden voor ‘de kijker’. En toen kreeg je ineens een glimp te zien van wat deze mensen de afgelopen maanden bedachten en besproken. Neemt niet weg dat minister Yesilgöz volkomen naturel zat uit te stralen dat de kabinetsval haar volledig overviel. Waarmee ze de gedachte dat het een opzetje van Rutte was, kon afdoen als „cynisch.”
Zo had iedereen 48 uur na de val zijn rol, maar waar was Caroline van der Plas in dit verhaal?