CU-onderhandelaar Van Ooijen: ‘Toen het besluit viel, zag ik bij iedereen ook een soort berusting’

Kabinetsval VVD-leider Mark Rutte wist al heel lang dat het voor de ChristenUnie niet te dragen was als het recht op gezinshereniging werd ingeperkt, zegt CU-onderhandelaar Maarten van Ooijen.

Staatssecretaris Maarten van Ooijen (ChristenUnie) komt afgelopen week met vicepremier Carola Schouten aan bij het ministerie van Algemene Zaken voor de onderhandelingen over migratie.

Staatssecretaris Maarten van Ooijen (ChristenUnie) komt afgelopen week met vicepremier Carola Schouten aan bij het ministerie van Algemene Zaken voor de onderhandelingen over migratie.

Foto Robin Utrecht/ANP.

De ChristenUnie had op vrijdag nog „alle moed bij elkaar geraapt”, zegt Maarten van Ooijen, nu demissionair staatssecretaris voor Jeugdzorg in Rutte IV. Om te redden wat er te redden viel. Al sinds het najaar onderhandelt Van Ooijen (33) namens CU met VVD, D66 en CDA over plannen voor een strenger asiel- en migratiebeleid. Dat het „ook echt scherper en strenger móét”, dat vond volgens hem ook de ChristenUnie. „Wij waren bereid om heel ver te gaan”, zegt hij zaterdagmiddag, een halve dag na de val van het kabinet. „Maar het moet wel rechtvaardig zijn voor wie onze hulp écht nodig heeft.”

Er stonden al plannen op papier voor een detentiecentrum voor vluchtelingen die in een ander EU-land ook asiel hadden aangevraagd, de volledig permanente verblijfsvergunning zou verdwijnen, er zou verschil worden gemaakt tussen oorlogsvluchtelingen, die dan maar tijdelijk konden blijven, en mensen die in hun land niet veilig zijn door hun geloof of seksuele geaardheid. „We hebben wel steeds tegen elkaar gezegd: er is pas een deal als ook echt alles rond is”, zegt Van Ooijen.

En dat mislukte.

Het voorstel van de VVD voor een ‘noodrem’ op gezinshereniging, als er veel asielzoekers komen, ging voor de CU te ver.

„Hiermee zou je in de wet gaan vastleggen dat er situaties kunnen zijn waarin je gezinnen níet bij elkaar laat komen. We waren daar als bewindslieden en fractie en iedereen die in de partij erover heeft meegepraat eensgezind: dat dat voor ons een brug te ver is.”

Fractievoorzitter Mirjam Bikker had dat toch al eens tegen Mark Rutte gezegd?

„Al heel lang geleden ja. Dat dit voor ons een kernwaarde was. Dat je gezinnen niet uit elkaar trekt in noodsituaties. En dat dat dus ook altijd een kernwaarde zou blijven.”

Accepteerde Rutte dat toen als VVD-leider in dat gesprek met Bikker?

„Dat moet je aan de VVD vragen.”

Maar jullie hadden toen niet het idee dat het zou gaan leiden tot een breuk?

„Wij dachten inderdaad dat we eruit konden komen.”

Lees ook: Rutte wilde hoe dan ook maatregelen tegen gezinshereniging

Dus wat er op woensdagavond gebeurde in de onderhandelingen, de eis van Rutte over het inperken van de gezinshereniging, kwam onverwacht?

„Na die avond dacht ik: jongens, hoe gaan we hier nog uitkomen? Maar we hebben ook tegen elkaar gezegd: we laten het kabinet niet zomaar vallen. We gaan alles op alles zetten en elke optie tien keer omdraaien. Dus hadden we op donderdag weer een enorme sessie. En daarna is die noodrem uitgewerkt in een voorstel. Die kregen wij op vrijdagavond, al wisten we natuurlijk al wel waar het om ging. We hebben het er heel lang over gehad en uiteindelijk hebben we gezegd: we zijn bereid om het pakket te accepteren, maar deze eis, die kan niet.”

En toen stelde Rutte vast dat het kabinet zou vallen?

„Ja, het was klaar. En iedereen voelde de zwaarte. Het was emotioneel, niemand wilde dit. En tegelijk zag ik wel bij iedereen een soort berusting.”

Het was Rutte zelf die op woensdagavond ineens met die eis was gekomen over beperkte gezinshereniging. De VVD wilde ook een quotum voor partners en minderjarige kinderen van oorlogsvluchtelingen?

„Hoe hij dat aanpakte, is voor ons niet relevant. Sigrid Kaag heeft gezegd dat er onnodige spanning is gekomen en dat kan ik beamen. Maar voor ons maakte dat uiteindelijk niet uit.”

Dat quotum voor kinderen en partners heeft de VVD daarna weer ingeslikt, toch?

„We hebben daarna inderdaad allemaal ándere voorstellen besproken. Die voor ons toch steeds een brug te ver waren.”

U heeft de Haagse politiek weleens een ijsbad genoemd. Was het water ooit zo koud als afgelopen week?

„Nee, nee, nee!”