De fractie van de ChristenUnie zei nee tegen elke maatregel die gezinnen van vluchtelingen raakte

Val kabinet VVD, D66 en CDA dachten vrijdag nog uit de kabinetscrisis over het asielbeleid te kunnen komen. Maar de ChristenUnie kon de maatregel over gezinshereniging niet dragen.
Demissionair Premier Mark Rutte (VVD) op de persconferentie na de val van zijn kabinet.
Demissionair Premier Mark Rutte (VVD) op de persconferentie na de val van zijn kabinet. Foto: Bart Maat

VVD’er Eric van der Burg, staatssecretaris voor Asiel, huilde. Hij stond in de hal van het ministerie van Algemene Zaken, net voor middernacht op vrijdag, en begon over „de mensen in de azc’s, de kerken, de gemeentes en de provincies die allemaal zo hard werken, en aan wie ik had beloofd dat er een asieldeal zou komen”. De deal was die avond mislukt, en het kabinet-Rutte IV was gevallen.

Net vóór hem had CDA-leider Wopke Hoekstra in de hal gestaan om met journalisten te praten: geïrriteerd. Hij vond de kabinetsval „onnodig” en „aan de mensen in het land niet uit te leggen”. En ook minister voor Armoedebestrijding Carola Schouten van de ChristenUnie had er gestaan. Zichtbaar teneergeslagen. Ze praatte met zachte stem over „de waarden” van de verschillende partijen in Rutte IV, hoe verschillend die waren als het ging om asiel, en dat het daardoor niet was gelukt om samen met maatregelen te komen tegen de komst van grote aantallen asielzoekers.

Crisisoverleg

In het crisisoverleg van het kabinet was het al dagenlang gegaan over de partners en minderjarige kinderen van oorlogsvluchtelingen, en onder welke voorwaarden die naar Nederland zouden mogen komen. Vooral de VVD, met steun van het CDA, wilde dat die gezinshereniging flink werd beperkt. En vooral de ChristenUnie, gesteund door D66, moest daar niets van weten.

Lees ook deze necrologie van het kabinet-Rutte IV: Aan oogsten is Rutte IV nooit toegekomen

Staatssecretaris Eric van der Burg had de hele vrijdag vóór het overleg gewerkt aan een compromis dat in de coalitie van Rutte IV ‘de pauzeknop’ werd genoemd: alleen in tijden van véél nieuwe asielzoekers zouden oorlogsvluchtelingen een tijdje moeten wachten voordat hun gezin mocht overkomen. Wat precies ‘veel’ was, stond nog niet vast. En ook niet hoe lang ze moesten wachten. Er werd gesproken over misschien een maand of zes.

Van der Burg was er optimistisch over, bij zijn partij en ook bij het CDA en D66 was de verwachting dat ze er uit konden komen. Maar Carola Schouten en haar medeonderhandelaar Maarten van Ooijen, staatssecretaris van Jeugdzorg, waren met een heel ander gemoed naar het overleg gekomen, vrijdagmiddag om vijf uur. De Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie, wisten zij, moest niks hebben van wat voor ‘compromis’ dan ook, als het betekende dat de gezinshereniging werd beperkt.

Aan tafel in het ministerie vertelden Schouten en Van Ooijen hun boodschap. Er werd toch nog tot acht uur ’s avonds doorgepraat. Er was ook eten: Indisch. De ministers en staatssecretarissen gingen soms in kleine groepjes uit elkaar, daarna zaten ze dan weer bij elkaar. Dilan Yesilgöz, minister van Justitie, met Mark Rutte. Wopke Hoekstra en Hugo de Jonge, minister voor Volkshuisvesting, en D66-leider Sigrid Kaag. En ook nog, een kwartier voordat het kabinet viel, Carola Schouten en Wopke Hoekstra.

Volgens betrokkenen waren CDA en D66 bereid om de collega’s van de ChristenUnie te helpen en dan maar op een ander plan uit te komen, maar de VVD hield vast aan het idee dat er hoe dan ook iets aan de gezinshereniging moest veranderen. Het was uiteindelijk Mark Rutte, nu demissionair premier, die vaststelde dat ze er niet uitkwamen.

Rutte vermoeid

In zijn persconferentie op vrijdagavond maakte Rutte een vermoeide indruk, hij praatte met veel nadruk op elk woord en noemde de val van zijn kabinet „zeer betreurenswaardig”. Op televisie had CDA-fractievoorzitter Pieter Heerma hem al „onverantwoord hard” genoemd, en „bijna roekeloos” omdat Rutte in de onderhandelingen op woensdagavond D66 en de ChristenUnie had gedreigd met een kabinetsval als ze akkoord wilden gaan met de VVD-eis over gezinshereniging.

Rutte vond dat, zei hij in zijn persconferentie, onzin. Hij had het „vriendelijker kunnen zeggen”, maar het was volgens hem zeker niet dáárdoor dat het kabinet was gevallen. D66-fractievoorzitter Jan Paternotte viel Pieter Heerma later op de avond bij: Rutte had volgens hem de onderhandelingen op scherp gezet met zijn gedrag op woensdag.

Volg ons blog voor de laatste ontwikkelingen rond de val van het kabinet

Rutte, dat zagen ook VVD’ers, had het zichzelf de afgelopen maanden moeilijk gemaakt door de belofte dat hij zich tot het uiterste zou inspannen om asiel te beperken. En vooral ook door zijn belofte, op het VVD-congres in juni, dat het kabinet nog vóór de zomer met maatregelen zou komen. Daarmee legde hij zichzelf een deadline op, wat Rutte in zijn lange carrière in de politiek altijd zoveel mogelijk had vermeden. Want daar kreeg je, zei hij tegen de mensen om hem heen, bijna altijd spijt van. Als het niet écht nodig was, moest je het volgens hem zoveel mogelijk vermijden.

Nu zat de VVD ineens toch met een deadline. „Het is niet zo dat wíj die zo graag wilden hebben”, zei Carola Schouten vrijdagavond. „Maar als er mensen zijn die dat wel willen, gaan we het spel spelen met elkaar. En ik was een beetje verbaasd hoe het woensdag ging.” Ze bedoelde de harde opstelling van Rutte, die overduidelijk de druk voelde van zijn achterban: die wilde hem houden aan zijn toezegging. „Maar daar praat je”, zei Carola Schouten, „dan ook weer over met elkaar.” Dat was op donderdag. Het had alleen niets veranderd.

Chagrijn bij Hoekstra

Bij alle partijleiders was er na de kabinetsval óók het besef dat Nederland er niet veel mee opschoot. Dat was ook precies waarom Wopke Hoekstra zich zo chagrijnig toonde.Hij zei: „Een deel van de andere grote problemen die er liggen, die zullen groter in plaats van kleiner worden.” Maar toen hem gevraagd werd wat de val van Rutte IV betekende voor de boeren, zei hij: „We hebben het nu even over een ander onderwerp.”

Niemand van de drie partijleiders in het kabinet wilde vooruitkijken en zeggen of ze opnieuw lijsttrekker wilden worden. Rutte zei wat hij altijd zegt, al klon het op geen enkele manier enthousiast: „Als je het me nu zou vragen zeg ik ja. Ik heb nog de energie en de ideeën. Maar ik moet er nog over nadenken.”

Maandag komt de Tweede Kamer terug van het zomerreces voor een debat over het einde van Rutte IV.