Wat vindt NRC | Run op de online gokmarkt was een voorzienbare blunder

Kansspelen

Commentaar

Je kon het zien aankomen, er werd voor gewaarschuwd en daarna is het ook nog gebeurd. De saga rond het legitimeren van online gokken, deze week in NRC beschreven, heeft een hoog ‘had dat nou toch niet gedaan’-gehalte. In grote lijnen heeft de hervorming van het kansspelbeleid door staatssecretaris Fred Teeven (VVD, justitie) uit 2014 een averechts effect gehad.

Uit het journalistieke onderzoek blijkt dat de gokbedrijven zich bij het openen van de Nederlandse online markt in 2021, alle mooie beloftes ten spijt, geen enkele beperking hebben opgelegd. Ook het bedrijf waarin de staat de belangrijkste aandeelhouder is, miste de kans om het goede voorbeeld te geven.

In plaats van de beloofde ‘kanalisatie’ van Nederlandse gokkers op buitenlandse sites naar de nieuwe ‘binnenlandse’ online markt, is alle energie gestoken in het zo snel mogelijk werven van zo veel mogelijk nieuwe klanten. Dat is een doorslaand commercieel en tegelijk maatschappelijk dubieus succes geworden.

Volgens de Kansspelautoriteit telt Nederland nu driekwart miljoen internetgokkers die per maand 310 euro verliezen en samen ongeveer 1 miljard euro omzetten. In een sector waarvan de maatschappelijke waarde minstens twijfelachtig is. 61 procent van de internetgokkers van ná de kansspelhervorming blijkt nu een nieuwe deelnemer. Verleid door een reclamebombardement waarin steevast de hoofdprijs valt en het confettikanon het barre dagelijkse leven symbolisch wegblaast. Terwijl een online platform de drempel voor het gokken dus substantieel verlaagt – het casino zit voortaan in je binnenzak.

Nu mag iedereen zijn geld besteden waar hij of zij aan wil. Ook aan de illusie dat rijkdom toeval is – en aan dromen over een leven zonder beperkingen. In 2021 werd het aantal recreatieve deelnemers aan fysieke loterijen of gokspelen geschat op 8,4 tot 8,9 miljoen. De groep die toen al een ‘hoog risico’ op gokproblemen liep, is óók aanmerkelijk. Die wordt geschat op zo’n 162.000 tot 268.000. Die groep maakt dus zijn eigen leven en dat van zijn omgeving kapot. Gokken is daarmee geen waardevrije economische activiteit, net zo min als tabak en alcohol verkopen.

Gokverslaving is een maatschappelijke kostenpost die er juist niet om vroeg nieuwe burgers massaal te verleiden tot de aankoop van fiches of loten. Maar juist om matiging, voorlichting, beperking. Kennelijk kroop het geld hier waar het niet gaan kon en ontbrak het bij kabinet en Kamer tijdig aan gezond verstand en wijsheid. Terwijl men wel degelijk tijdig was gewaarschuwd.

De Raad van State is spaarzaam met negatieve wetgevingsadviezen, maar in 2014 luidde het advies om dit plan toch te ‘heroverwegen’. Het middel zou hier weleens erger kunnen zijn dan de kwaal, die het kabinet wilde bestrijden. De effectiviteit en de handhaafbaarheid van het voorstel „zijn niet aangetoond”. En het was de vraag of er écht een „betrouwbaar, verantwoord én controleerbaar aanbod van online kansspelen kan worden bereikt”. Profetische woorden achteraf. Geen van die doelen werden behaald.

Nu rest er alleen nog symptoombestrijding – een effectieve reclamebeperking voor de branche, óók online. Meer aandacht voor preventie van verslaving, voor verantwoord spelen, voor het opbouwen van weerstand aan de drang om te spelen, voor het beschermen van jongvolwassenen. En meer invloed voor de Kansspelautoriteit, naar wie in deze casus consequent te weinig is geluisterd.