N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Buitenlandse draagmoeders Bijna ongemerkt verdwijnt het principe dat de naam van de moeder wordt vastgelegd in de burgerlijke stand. De kwestie speelt rond buitenlandse draagmoeders. „De politiek heeft dit te lang laten liggen.”
De burgerlijke stand wil het niet, toch worden vanaf eind 2022 kinderen ingeschreven in het Nederlands bevolkingsregister die volgens hun geboorteakte geen moeder hebben. Dat is het gevolg van een nieuwe, ruime uitleg die de Haagse rechtbank aan het Nederlandse familierecht heeft gegeven.
De inschrijvingen werden telkens voorafgegaan door een zitting bij de Haagse rechtbank, waarvoor zich twee vaders, hun advocaat en een ambtenaar burgerzaken van de gemeente meldden inzake een draagmoederkwestie. De rechters in Den Haag handelden in het najaar van 2022 in korte tijd een groot aantal van dit soort zaken af, die vanwege de juridische complexiteit en achterstanden op een stapel waren beland.
De in Nederland wonende stellen hadden eenzelfde verzoek: of de Amerikaanse of Canadese geboorteakte van hun kind of tweeling kon worden ingeschreven in het register „internationale geboorten” van de burgerlijke stand van Den Haag. Ze hadden ook hetzelfde probleem: er stond geen ‘geboortemoeder’ op de akte.
Bij Nederlandse akten mag dat niet, vandaar dat er een ambtenaar van de burgerlijke stand naar de rechtbank kwam. Die zei elke keer hetzelfde tegen de rechters: de akte dient „plaats, dag, uur” van de geboorte en het geslacht van de geborene te vermelden, maar vooral: gegevens over „de moeder”. Zo staat het in het Burgerlijk Wetboek en daar mag niet van worden afgeweken. Dit voorschrift gaat terug tot de Napoleontische tijd, toen de Nederlandse ambtenarij onder druk van de Franse overheersing geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten is gaan bijhouden.
Direct afstand van moederschap
Maar tijden veranderen.
Neem één van de tientallen verzoeken die de rechtbank eind 2022 afhandelde, van een Britse en een Nederlandse man die in 2017 in de Verenigde Staten waren getrouwd. Het stel kreeg twee kinderen van één draagmoeder, met een tussenperiode van zo’n drie jaar. De vrouw was niet de natuurlijke moeder, maar droeg – tegen betaling – voor het Nederlandse stel twee kinderen van dezelfde eiceldonor. De ene keer was het eitje bevrucht met zaad van de ene man, een paar jaar later met zaad van de andere.
De afspraken rond dit commerciële vruchtbaarheidstraject in de Verenigde Staten werden vastgelegd in in vitro/gestational carrier implantation agreements en ovum donation agreements – zo staat het in het naar nu blijkt baanbrekende Haagse vonnis. Voor beide baby’s leverden Amerikaanse ambtenaren geboorteakten waarop alleen de vaders als ouders staan vermeld. De draagmoeder komt er niet op voor. Die had in de VS direct afstand gedaan van haar moederschap – iets wat in Nederland niet kan.
Met deze Amerikaanse documenten kan ik niets, zei de ambtenaar van de burgerlijke stand toen de mannen de akten van de kinderen op het gemeentehuis in hun woonplaats wilden inschrijven. De documenten zijn „niet in overeenstemming met het Nederlandse recht” omdat „op deze buitenlandse akten ten onrechte geen moeder staat vermeld.”
Toch oordeelde de Haagse rechter begin dit jaar dat de twee akten in het Nederlandse geboorteregister moeten worden opgenomen. Het vonnis was het eerste van vergelijkbare uitspraken, blijkt uit onderzoek door NRC. Dat laat zien dat buiten het zicht van de politiek en buiten het maatschappelijk debat een van de basisprincipes van het Nederlandse familierecht, mater semper certa est – de moeder is altijd zeker – wordt losgelaten.
Dat de geboorteakte van deze Nederlandse kinderen door tussenkomst van de Haagse rechter niet langer de naam van de moeder (die sinds kort ook aangeduid mag worden als persoon ‘uit wie het kind is geboren’) als ouder bevat, is een eerste stap. Dinsdag stuurde minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming, D66) na jaren vertraging het voorstel voor de nieuwe Wet kind, draagmoederschap en afstamming naar de Tweede Kamer, die daar na het zomerreces over gaat praten. De politiek omstreden wet beoogt onder meer dat ouders helemaal niet meer langs de Nederlandse rechter hoeven met een geboorteakte uit Canada of de VS waar geen moeder op staat.
Adoptie uit het buitenland opgeschort
Draagmoederschap is gewild, zeker sinds adoptie uit het buitenland begin 2021 door de regering grotendeels werd opgeschort (lees: verboden) naar aanleiding van een zeer kritisch rapport over decennia van misstanden in de adoptieketen, zoals kinderhandel, kinderroof en fraude. Er is echter een praktisch probleem: er zijn veel meer stellen die op deze manier hun kinderwens willen vervullen dan dat er draagmoeders beschikbaar zijn.
Dat is mede het gevolg van het feit dat er in Nederland geen ‘draagmoedermarkt’ bestaat. Het is verboden om te adverteren voor commercieel draagmoederschap of (betaald) te bemiddelen in draagmoedertrajecten. Veel homostellen, koppels met vruchtbaarheidsproblemen en een enkele alleenstaande wensouder kiezen daarom voor een commercieel traject in een land waar betalen wel mag. Aantallen worden niet bijgehouden, maar Nederlandse familierechtadvocaten, verenigd in stichting Dutch Rainbow Familyprofessionals, zien jaarlijks honderd tot honderdvijftig buitenlandse dossiers voorbijkomen, vooral met Canadese of Amerikaanse draagmoeders.
In de VS, het meest populaire draagmoederland, kost een traject 150.000 tot 200.000 dollar. Commerciële bemiddelaars uit Oost-Europa, Cyprus of Latijns-Amerika bieden veel goedkopere trajecten aan, maar accepteren vaak geen homo-stellen als wensouders.
Lees ook: Een kind krijgen, zo kan het ook
Commercieel pakket
Onderdeel van zo’n commercieel pakket is vaak een geboorteakte met daarop uitsluitend de namen van de wensouders. Wie zo’n akte in Nederland wil inschrijven, komt vanzelf uit in Den Haag, waar het landelijk register voor in het buitenland geboren kinderen wordt bijgehouden.
De aktes zonder (draag)moeder mogen van de burgerlijke stand niet in het Nederlandse register worden opgenomen, zegt de Amsterdamse advocaat Jo-an Van der Tol. Ze staat op dit moment zo’n tweehonderd koppels en alleenstaande mannen bij in hun draagmoedertraject, vijftig daarvan lopen nu bij de rechtbank. „Wie de akte toch wil inschrijven, moet een procedure voeren bij de Haagse rechtbank,” zegt zij. „Die heeft een tijd geworsteld met de geboorteaktes en in het najaar van 2022 de knoop doorgehakt.”
Dat kwam, aldus Van der Tol, doordat een hele serie zittingen over draagmoederkwesties kort na elkaar plaatsvond. De clustering was het gevolg van corona en van het feit dat de rechtbank wilde wachten op juridisch advies van de Hoge Raad. Toen dat niet kwam, vanwege de naderende nieuwe wetgeving, was de rechtbank uiteindelijk aan zet.
Van der Tol: „Tijdens die zittingen zaten telkens advocaten, wensouders, rechters en de gemeente bij elkaar en heeft de rechter uiteindelijk een praktische weg gekozen. Als het draagmoedertraject zorgvuldig is geweest, er goede afspraken zijn gemaakt en er geen anonieme donoren in het spel zijn – mag de akte worden ingeschreven in Nederland. De gemeente Den Haag heeft zich hiermee verzoend. De ambtenaar van de burgerlijke stand komt sindsdien niet meer opdagen op zittingen. Daarmee is het pleit beslecht. Dat is heel bijzonder.”
De gemeente Den Haag bevestigt de praktijk waarbij de rechter opdracht heeft gegeven de ‘moederloze’ geboorteakten toch in te schrijven in het geboorteregister, al zijn die „in strijd met de openbare orde”. Een woordvoerder noemt dit “een kwestie van jurisprudentie opbouwen voor die gevallen waar de letter van de wet nog geen rekening houdt met de veranderende maatschappij”.
Lees ook: Zwanger tegen betaling, en gevlucht
Duidelijkheid
De Brits/Nederlandse vaders van de eerste twee kinderen wiens geboorteakte in 2022 via deze route in het Nederlandse register kwamen, willen om privacy-redenen niet bekend worden. Hun Amsterdamse advocaat Thomas Kouwenhoven wil wel een toelichting geven. „De gemeenteambtenaren hebben even gesteigerd, maar nu hebben ze zich erbij neergelegd. Tja, de politiek heeft dit te lang laten liggen, dan gaat een rechter het zelf regelen.”
Hij vindt het een goede zaak. „Een duidelijke regeling ontbrak. De rechtbank heeft voor nu duidelijkheid gegeven over hoe het ouderschap bij buitenlands draagmoederschap in Nederland geregeld moet worden. Lastig is dat de inschrijving in het geboorteregister nog steeds via de rechtbank moet verlopen en maanden duurt. Stel dat in de tussentijd één van de ouders overlijdt, of er medische beslissingen over het kind moeten worden genomen. Dan belanden de ouders meteen in een complexe juridisch situatie. Ik hoop dat het wetsvoorstel van Weerwind hier verbetering in brengt.”
Geen maatschappelijke discussie
Britta van Beers, hoogleraar recht, ethiek en biotechnologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, noemt het zorgelijk dat er geen maatschappelijke discussie is over het feit dat de burgerlijke stand in Den Haag aktes zonder moeder accepteert. De positie van de moeder en het adagium mater semper certa est wordt te makkelijk terzijde geschoven, zegt zij. „Dit principe is al heel oud. Het lijkt ouderwets, maar er zijn goede redenen om buitenlandse draagmoeders die geld willen verdienen aan het baren van Nederlandse kinderen te beschermen, net als de kinderen zelf.”
Als de juridische positie van de draagmoeder verzwakt, kunnen fundamentele mensenrechten in het geding komen, zegt Beers. Bijvoorbeeld het recht dat iemand niet gedwongen kan worden om een kind af te staan of een abortus te ondergaan. „Draagmoeders zijn juridisch kwetsbaar voor dwang en uitbuiting door tussenpersonen en buitenlandse vruchtbaarheidsklinieken. Ze tekenen bijvoorbeeld contracten die hen verplichten tot een abortus bij afwijking of een meerling.”
Eric Gubbels, voorzitter van de commissie persoonsregistratie van de Nederlandse Vereniging van Burgerzaken (de brancheorganisatie van ambtenaren van de burgerlijke stand) vindt het wel een goede zaak dat stellen die het draagmoederschap netjes hebben geregeld straks niet meer naar de Haagse rechtbank hoeven. „Het is voor wensouders fijn als zij straks gewoon in hun woonplaats de geboorteakte kunnen regelen.”
Er is nog een reden om de administratieve procedures te stroomlijnen, zegt Gubbels. Dat is de grote belangstelling voor het fenomeen. „Ik gaf onlangs een cursus over hoe de burgerlijke stand werkt aan advocaten. Tot mijn verbazing zaten er vijf advocaten in de zaal die zich bezig hielden met draagmoedertrajecten. In het verleden was dat er hooguit één.”