N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Carel Stolker | commissievoorzitter en oud-rector Op de Universiteit van Amsterdam is geen sprake van „ernstige institutionele misstanden” die de academische vrijheid bedreigen, concludeert Carel Stolker. Tegelijkertijd waarschuwt hij: „Heel inclusief beleid kan ook heel exclusief werken.”
Ze zijn er drie maanden mee bezig geweest, maar het resultaat had op één A4’tje gekund, zegt Carel Stolker grappend. „Het is eigenlijk eenvoudig: luister naar elkaar en juist naar standpunten waar je het niet mee eens bent. Sta open voor die ene persoon die er compleet anders over denkt dan de groep. Zeker op een universiteit. We pleiten voor wat meer vraagtekens in het debat en wat minder uitroeptekens. En we pleiten voor goede omgangsvormen.”
Gisteren verscheen het onderzoek van de Commissie-Stolker naar vermeende „ernstige institutionele misstanden” die een bedreiging zouden vormen voor de academische vrijheid op de faculteit Maatschappij en Gedragswetenschappen op de Universiteit van Amsterdam (UvA). In de commissie zaten oud-rector van de Universiteit Leiden, Carel Stolker, hoogleraar organisatieverandering Janka Stoker (Groningen) en hoogleraar taal en cultuurstudies Berteke Waaldijk (Utrecht). Het onderzoek, in opdracht van het bestuur van de UvA, resulteerde in een rapport van 93 pagina’s.
Aanleiding voor het onderzoek was de melding, in november, van misstanden door docent interdisciplinaire sociale wetenschappen Laurens Buijs. De commissie sprak met hem, zijn leidinggevenden, studenten, docenten en de ondernemingsraad. Ze constateert dat er „geen institutionele misstanden zijn die de academische vrijheid bedreigen”, zoals Buijs stelt. Maar ze waarschuwt in het algemeen wel voor het weren van andersdenkenden van debatten (cancelen) en het massaal belagen van hen op sociale media.
Laurens Buijs is op non-actief gesteld bij de UvA. Volgens hemzelf wegens zijn opvattingen, maar volgens de UvA, en de rechter, omdat hij zich steeds vervelender gedroeg. Hij noemde collega’s op sociale media bijvoorbeeld „levensgevaarlijk” en „monsters”.
Wat is academische vrijheid?
„Dat is iets anders dan vrijheid van meningsuiting. Vrijheid van meningsuiting heeft iedereen – je mag zeggen wat je wilt, ook als je er geen verstand van hebt. Academische vrijheid is beperkter, als academicus ben je gebonden aan tal van professionele regels. Je moet onder meer zorgvuldig citeren, zorgvuldig je bronnen selecteren, het melden als je iets níét weet of niet kon onderzoeken. Academische vrijheid beschermt je vooral tegen je leidinggevenden, maar ook tegen je collega’s en tegen de politiek. Een universiteit mag je nooit ontslaan wegens je opvattingen, en ook de minister of de Kamer gaat niet over jou als docent. Een docent of een onderzoeker heeft dus veel meer ruimte dan bijvoorbeeld de ambtenaar op een ministerie. Academische vrijheid is de zuurstof voor de universiteit. Voor een rector is er bijna niets belangrijkers dan dat.”
Hoe moet een universiteit de academische vrijheid bewaken?
„Je hebt daarvoor een diverse groep onderzoekers, docenten, studenten en bestuurders nodig. Divers van nationaliteit, kleur, gender of seksuele oriëntatie maar óók van politieke oriëntatie en maatschappelijke herkomst. Je móét verschillende opvattingen in huis hebben, juist om het wetenschappelijke debat op een hoger niveau te krijgen. Ingaan tegen de groep, vergt lef. Als er maar één groep is met één geldende mening, dan gebeurt er te weinig. Je zag het op Engelse universiteiten waar ongeveer een kwart van het personeel vóór de Brexit was, bijvoorbeeld, en driekwart niet. De minderheid die voor de Brexit was, durfde dat niet openlijk te zeggen en bleek het debat te ontlopen. Dat wil je niet op een universiteit. Wij bevelen universiteitsbestuurders aan om het stille midden niet te vergeten, de mensen die niet van zich laten horen. Zorg ervoor dat de minderheid zich beschermd weet.”
Academische vrijheid is de zuurstof voor de universiteit
De universiteit is een hiërarchische organisatie. Durft iedereen wel alle vragen te stellen?
„Dat zou in ieder geval wel moeten en dat is dus een opdracht voor iedere universiteit, vinden wij, en misschien wel voor iedere organisatie of bedrijf.”
In Nederland zijn gastsprekers al eens geweerd. Cancelen, heet dat. In 2019 probeerden filosofiestudenten en -docenten de Leidse hoogleraar rechtsfilosofie Paul Cliteur te weren van een optreden tijdens de Nacht van de Filosofie.
„Wij hebben tien aanbevelingen voor bestuurders die gaan over de academische vrijheid. Wie cancelt, zal op enig moment zelf gecanceld worden. Niet doen dus, zeggen wij, alleen bij hoge uitzondering. Want de universiteit is een plaats voor gesprek en debat; ze is geen speakers corner [een openbare plek waar sprekers vrijuit kunnen oreren]. De rector kan grenzen stellen. Bijvoorbeeld als zo’n spreker de universiteit puur gebruikt als platform om het vertrouwen in wetenschappelijk onderzoek en onderwijs te ondermijnen, zonder zich voor bevraging door studenten of medewerkers te willen openstellen.”
Wat betekent ‘inclusief’, waarvan de commissie zegt: „Academische vrijheid en diversiteit en inclusie staan niet tegenover elkaar maar hebben elkaar nodig”?
„Academische vrijheid krijgt pas echt gestalte in een omgeving waarin mensen durven te zeggen wat ze vinden, en in een omgeving die divers is samengesteld. Inclusie is dus belangrijk voor academische vrijheid, maar pas op: heel ‘inclusief beleid’ kan gek genoeg ook heel ‘exclusief’ zijn.”
Wat hoorde u op de UvA hierover?
„We hebben geen ‘angstcultuur’ ontdekt, zoals Buijs dat schetst. Mensen voelen zich er over het algemeen vrij om te zeggen wat ze vinden. We hoorden vooral dat het niet gaat over wát je zegt maar over hóé je het zegt. Goede omgangsvormen dus.”