N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Duitsland wordt intolerant voor afwijkende meningen, stelt schrijfster Juli Zeh vast. Ze uitte kritiek op de coronalockdowns en wapenleveranties aan Oekraïne. Sindsdien wordt ze bedreigd. „Het is een misverstand dat we nu allemaal één mening moeten hebben.”
Geen schrijver in Duitsland die zulke tegenstrijdige gevoelens oproept als Juli Zeh (49). Ze is een publiekslieveling die van elk van haar romans al gauw een half miljoen exemplaren verkoopt. Veel lezers zien in haar een soort orakel dat maatschappelijke problemen onverbiddelijk blootlegt. Tegelijkertijd is Zeh door haar politieke stellingnames in de afgelopen jaren een publiek doelwit van haat en van moorddreigingen geworden.
Met die agressie en dreigementen „kun je eigenlijk niet omgaan”, mailt Zeh, die vragen van journalisten bij voorkeur schriftelijk beantwoordt. „Je kunt hooguit proberen er zo min mogelijk aan te denken.”
Juli Zeh is geboren in 1974 in Bonn, de hoofdstad van het toenmalige West-Duitsland, waar haar vader de hoogste ambtenaar in de Bondsdag was. Zeh ging naar een privéschool met andere kinderen van ambtenaren en politici. Na haar schooltijd studeerde ze rechten, en begon tegelijkertijd aan een schrijversopleiding in Leipzig.
Die twee carrières, van schrijver en jurist, onderhoudt Zeh nog altijd naast elkaar. In 2010, toen ze met romans als Speeldrift (2004) en Corpus Delicti (2009) als auteur al internationaal was doorgebroken, promoveerde ze in internationaal recht. In 2019 werd ze verkozen tot rechter aan het constitutioneel hof van Brandenburg in Potsdam.
Sinds 2007 woont Zeh met man, twee kinderen en een paar paarden in een dorpje in een van de dunst bevolkte streken van Duitsland in Brandenburg, ten westen van Berlijn. Die regio is ook het decor van haar bekendste boeken, Ons soort mensen (2016) en Onder buren (2021), en van haar laatste boek, Tussen werelden (2023), dat binnenkort in Nederlandse vertaling verschijnt. Tussen werelden is een briefroman die Zeh samen met auteur Simon Urban schreef. In die boeken beschrijft Zeh de vooroordelen van hoogopgeleide stedelingen tegenover de mensen op het platteland – die Zeh zegt zelf ook te hebben gehad voordat ze naar Brandenburg verhuisde – en hun botsende wereldbeelden.
In Onder buren ontvlucht een jonge vrouw Berlijn en een coronalockdown, om neer te strijken in een Brandenburgs dorp. Haar buurman zingt met een kale kop het Horst-Wessel-lied, het partijlied van de NSDAP, maar blijkt een hart van goud te hebben. Tegen het eind van het boek mijmert de jonge vrouw, die in Berlijn bij een reclamebureau werkte, op een fiets van 2.000 euro rijdt en sowieso het toonbeeld van een hoofdstedelijke yup is, over de liefde die ze voelt voor haar homofobe en racistische buurman. Het zoetige motief van het boek – ook een neonazi is een mens met gevoelens, vrouw overwint vooroordelen over een skinhead – sloeg aan. Onder buren was met ruim 500.000 exemplaren de bestverkochte roman van Duitsland in 2021.
Naast het feel good-gehalte en de toegankelijke stijl van Zeh zal het succes ook met een soort taboebreuk te maken hebben gehad. Het scenario van een jonge Berlijnse vrouw met een politiek foute man uit de provincie zal menig lezer de adem hebben doen inhouden. In Duitsland is alleen een stem op de rechts-populistische AfD vaak reden genoeg om iemand te excommuniceren. Alle politieke partijen sluiten samenwerking met de AfD categorisch uit. Anders dan politici van PVV of FVD in Nederland zijn AfD-politici geen gesprekspartners. AfD-parlementariërs in de Bondsdag in Berlijn worden naar verluidt niet gegroet als ze bij CDU-mensen de lift instappen. Deze week werd de terugkeer van het fascisme in Duitsland verkondigd, omdat de AfD-kandidaat in één van de kleinste gemeentes in Duitsland, in Sonneberg in Thüringen, de CDU-kandidaat versloeg. „Negentig jaar na de machtsovername van Hitler […]”, aldus de beginzin van het commentaar van een prominent SPD-politicus.
Juli Zeh lijkt met haar portretten empathie voor zowel de progressieve stedeling als voor de conservatievere of ronduit rechtse plattelandsbewoners te willen wekken. De AfD-kiezer krijgt een levensverhaal en een stem in Onder buren, in Tussen werelden somt de getergde melkveehoudster in de hoofdrol de problemen van de Brusselse en Berlijnse landbouwpolitiek op. Haar gesprekspartner in Tussen werelden, een wat onnozele maar succesvolle journalist in Hamburg, blijkt geen idee te hebben van haar agrarische zorgen. Welwillend geïnterpreteerd probeert Zeh de kloof tussen stad en platteland iets te dichten. Minder welwillend geformuleerd slaat Zeh munt uit een populistisch sentiment: eenvoudige en hardwerkende dorpeling wordt geminacht door ijdele hoofdstedelijke elite.
Zwijgende meerderheid
De shitstorms waar Zeh doewit van is begonnen kort na de uitbraak van de coronapandemie. Zeh zette haar vraagtekens bij de volledige lockdown die in Duitsland al snel werd afgekondigd. „Aanvankelijk kreeg ik nog best veel bijval”, schrijft Zeh in haar e-mail. „Maar in april 2020 schreef ik samen met wetenschappers en politici een artikel waarin we opriepen de grondrechten van burgers niet te zeer in te perken en naar alternatieven voor de lockdown te zoeken. De reacties escaleerden, tot bedreigingen aan toe.”
In de afgelopen anderhalf jaar zette Zeh haar naam onder twee open brieven die de Duitse regering ertoe opriepen wapenleveranties aan Oekraïne te stoppen, en in plaats daarvan Rusland en Oekraïne te bewegen met elkaar aan de onderhandelingstafel te gaan zitten. Op dat standpunt, schrijft Zeh, volgden direct agressieve en bedreigende reacties.
Ze mengt zich niet voor haar plezier in het debat. „Ik doe het omdat ik het zo belangrijk vind dat verschillende stemmen en ook afwijkende meningen gehoord worden. Vooral omdat een groot aantal mensen in het land mijn mening deelt. Dat is alleen niet de mening die in de media geventileerd wordt. Des te belangrijker dat ook de zwijgende meerderheid iemand heeft die voor haar spreekt.”
De intolerantie tegenover afwijkende meningen in Duitsland is nieuw, volgens Zeh. „Het maakt me verdrietig dat de debatcultuur zo verslechterd is. Het ligt aan een fundamenteel misverstand: mensen geloven dat we in het licht van grote uitdagingen – corona, Oekraïne, het klimaat – nu allemaal één mening moeten hebben zodat er snel en efficiënt kan worden gehandeld. Iedereen die iets bekritiseert of bevraagt wordt daarom als afwijkend, als een ontkenner bestempeld, als iemand die op de rem staat. Maar dat is een misverstand. Het gaat niet sneller als je conformiteit eist, integendeel. De beste, creatiefste en effectiefste oplossingen vind je in het democratisch proces.”
Zeh siert nog altijd voorpagina’s van kranten, voert met Tussen werelden onverminderd bestsellerlijsten aan en is hoofdgast op symposia. Het is niet alsof Zeh gecanceld is – maar ze wordt sinds haar uitingen over de coronapolitiek en de oorlog in Oekraïne niet meer helemaal voor vol aangezien.
De publieke afrekening waar Zeh meer dan eens slachtoffer van werd is ook thema in Tussen werelden. De hoofdredacteur van de krant in Hamburg, de baas van de wat naïeve journalist, wordt online gelyncht na een ongelukkige grap die iemand ook nog filmde. „Daarbuiten is een monster”, klinkt het in het boek.
Zeh geeft weinig interviews, heeft podiumvrees en houdt haar rol van schrijver en die van rechter strikt gescheiden – in de rechtszaal draagt ze de naam van haar man. In een podcast vertelde ze dat ze haar omgeving inmiddels zo heeft geïnstrueerd dat niemand meer opbelt als ze weer trending is op Twitter. Zelf kijkt ze ook niet, en als anderen er niet over beginnen, kan ze doen alsof het er niet is. Zeh concenteert zich op haar boeken, haar kinderen of haar paarden. Ze heeft een pony die ze soms mee uit wandelen neemt, zoals een verslaggever van Die Zeit onlangs noteerde, die het zeldzame privilege had om Zeh in Brandenburg te bezoeken.
Haar boeken maken nieuwsgierig naar Zehs dagindeling en naar die van de mensen in haar omgeving. Want uit de romans spreekt niet een erg gelaagd beeld van het landleven. Zeh schrijft bijvoorbeeld herhaaldelijk over mannenarmen: dat die van de ex-vriend van de hoofdpersoon in Berlijn in Onder buren zo ielig waren, en die van de mannen op het land zo gespierd.
Naar dieren kijken de protagonisten van Zeh met eenzelfde soort jaloezie als Friedrich Nietzsche. Diens aforisme uit Oneigentijdse beschouwingen zou het motto van veel van Zehs boeken kunnen zijn: „Bezie de kudde die aan je voorbijgraast: zij weet niet wat gisteren, wat vandaag is, ze dartelt rond, vreet, rust, verteert, dartelt verder, en zo van de ochtend tot de avond, dag aan dag, in haar lust en onlust kort aangelijnd aan de pin van het ogenblik […].”
Voor Zeh zijn dieren en natuur zo’n ‘pin van het ogenblik’, haar manier om in het moment te zijn. Dat geldt soms ook voor de plattelandsbewoners die natuurlijk meer dan de stedelingen geworteld zijn: haar buurman uit Onder buren „trekt het heden aan”, „de plotselinge zekerheid, dat ze werkelijk bestaat”.
Iedereen die iets bekritiseert of bevraagt wordt als afwijkend, als een ontkenner bestempeld, als iemand die op de rem staat
Het opgaan in een bos of tussen een kudde koeien is een belangrijk terugkerend thema voor de hoofdpersonen van Zeh. Op de vraag of zij het niet droevig vindt dat jonge mensen tegenwoordig steeds minder onbekommerd de natuur kunnen beleven, antwoordt Zeh: „Natuurlijk vind ik dat verdrietig. En dat gaat niet alleen om de beleving van natuur: meer in het algemeen lijkt er een apocalyptische stemming te heersen die veel jonge mensen op het gemoed slaat.” Zeh vervolgt: „Ondanks alles hebben we op ons halfrond dagelijks reden om heel dankbaar en deemoedig te zijn, omdat het lot ons veel heeft gegeven. Dat betekent niet dat je op je lauweren kunt rusten. Maar je kunt er kracht uit putten om met opgestroopte mouwen voorwaarts te gaan. Apocalyptische stemmingen verzwakken eerder onze krachten.”
Lees ook: De NRC-bespreking van ‘Onder buren’
Twijfelen aan overtuigingen
Zeh heeft een significant aantal medestanders dat eerst tegen de lockdownpolitiek protesteerde en nu pleit voor gesprekken met Rusland. Dat zijn vooral AfD-politici en -stemmers. Maar Zeh, die lid is van de SPD, maakt de indruk te horen in het linkse kamp dat identiteitspolitiek een dwaling vindt, en dat zich weer op verdelingsvraagstukken wil richten.
Haar positie in de oorlog tegen Oekraïne komt vooral voort uit haar kennis van het internationaal recht, mailt ze. „Wie zich lang met het volkerenrecht en het ontstaan en het oplossen van internationale conflicten beziggehouden heeft, die komt gauw tot de conclusie dat er in de Oekraïne-oorlog hoogstwaarschijnlijk geen duidelijke winnaar zal zijn. Dan blijven drie mogelijkheden over: een uitputtingsoorlog, een escalatie of onderhandelingen. Van die drie mogelijkheden geef ik de voorkeur aan de derde, ook als het natuurlijk de keus tussen pest en cholera is.”
Een van Zehs grootste ergernissen is de grote stelligheid waarmee mensen hun meningen uiten. „Iedere vorm van twijfel verwordt tot muiterij”, schrijft ze in Onder buren. Maar worden Zehs posities niet ook uitgesprokener en onwrikbaarder met de tijd, en door de weerstand die ze krijgt? Is de twijfel bij haar niet bijna het programma geworden? „Als je aan niets twijfelt en niets bevraagt, neem je schouderophalend aan wat je allemaal verteld wordt”, schrijft Zeh. „Dat is voor mijn geen optie, want ik ben nieuwsgierig en ik heb een grote drang de wereld zo goed mogelijk begrijpen. Als iedereen in een crisis zonder vragen te stellen één richting op rent, omdat iemand dat toevallig geroepen heeft, zul je niet per se de beste oplossing voor de problemen vinden. Sommige mensen schijnen te denken dat nadenken en handelen elkaar uitsluit. Het tegendeel is waar. Daarbij hoort ook overtuigingen steeds weer in twijfel te trekken – vooral die van jezelf.”